Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hofpredikers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hofpredikers

Oranjes kozen predikanten uit midden van de kerk

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met de dood van koningin Wilhelmina in 1962 werd het instituut hofprediker afgeschaft. Na ruim vier eeuwen kwam er een eind aan deze functie. Wie was hij en wat deed hij? Over de plaats en betekenis van de hofprediker.

Een hofprediker is de officiële geestelijke aan het hof. Hij werd door de vorst benoemd en had rechten en plichten aan het hof. Alle andere geestelijken die het hof bezochten of van wie incidenteel diensten gevraagd werden, waren dus geen hofprediker.
Over de Nederlandse hofpredikers zijn veel verhalen te vertellen: over Jean Taffin, een hofprediker van Willem van Oranje, die dagelijks godsdienstoefeningen hield aan het hof; over Amalia van Solms en haar hofprediker Petrus van Balen met zijn ‘roomse sympathieën’; over de steenrijke hofprediker Jean Royer, die prins Willem IV hielp aan een kostbare boekencollectie.
Over Chantepie de la Saussaye, die naar Rusland reisde om Willem II en Anna Paulowna in het huwelijk te bevestigen; over hofprediker Ruitenschild, die commentaar kreeg op de ‘onbewimpelde zaligspreking van koning Willem II’ in zijn rouwpreek; over de door Réveilfiguren bewonderde Boucher, die alleen benoemd werd omdat Willem III in 1853 zijn protestantse imago wilde oppoetsen; over Van Koetsveld, die in twaalf jaar tijd vijf rouwdiensten in Delft moest leiden enzovoort.
De eerste geestelijke van de Oranjes was een rooms-katholieke kapelaan, die in 1553 voor 36 gulden per jaar in dienst was van Willem van Oranje. Daarna was er steeds
sprake van hofpredikers uit de Waalse kerk, de oudste gereformeerde kerk van ons land, die de Franse taal bezigden.
De hofpredikers waren gemeentepredikant en hadden daarnaast een taak aan het hof. Het geven van godsdienstonderwijs aan de oranjetelgen was een van die taken. Bij de kerkelijke rites de passage – dit zijn ceremonieën bij belangrijke sociale en persoonlijke gebeurtenissen, zoals een huwelijk – deden vanwege de Nederlandse taal tot aan de negentiende eeuw door Haagse Nederduitsgereformeerde predikanten dienst.
Vanaf koning Willem I waren er steeds twee hofpredikers: een Waalse en een Nederlands hervormde. De rites de passage waren voor de hervormde hofpredikers, de godsdienstige opvoeding was voor de Waalse. Toen rond het midden van de negentiende eeuw het hof nationaliseerde en de Franse taal verdween, namen de hervormde hofpredikers het godsdienstonderwijs van hun Waalse collega’s over. De band tussen het hof en de Waalse kerk werd losser.
De hofpredikers waren voor het volk vooral zichtbaar bij de doop-, trouw- en rouwdiensten. Met deze ‘grote ceremoniën’ werd de band tussen kerk en Oranjehuis benadrukt. Dat was tot halverwege de twintigste eeuw het geval. Met de dood van koningin Wilhelmina in 1962 werd het instituut hofprediker afgeschaft.

Functie
Voor de hofpredikers was er geen vaste taakomschrijving. Naast het voorgaan bij de rites de passage en het geven van godsdienstonderwijs kon de vorst de functie naar believen invullen met persoonlijke, politieke of puur kerkelijke taken. Deze invulling was in de loop van vier eeuwen heel divers. Gedurende de eerste eeuwen van de Republiek hadden de hofpredikers ook een politieke taak: ze fungeerden dikwijls als raadsman en reisden met de vorst mee. Soms werden ze daarom ook wel veldpredikers genoemd. Dat de relatie tussen hofhouder en hofprediker niet altijd soepel verliep, is te zien bij Johannes Wtenbogaert. Hij was als veldprediker actief in Maurits’ leger en verzorgde de godsdienstige opvoeding van de jonge Frederik Hendrik. Wtenbogaert leidde zelf een nauwgezet christelijk leven en beschouwde het als zijn plicht prins Maurits te onderhouden over zijn zedeloze levenswandel. In het conflict tussen remonstranten, onder leiding van Wtenbogaert, en de contraremonstranten (1617) koos Maurits partij voor de laatsten, waardoor het tot een breuk kwam met de hofprediker. Een dergelijke ingrijpende gebeurtenis bleef een uitzondering

Rustiger
Toen het stadhouderschap erfelijk werd (1747) en de prinsen Willem IV en Willem V aan het roer stonden (of dachten te staan), leken de hofpredikers in rustiger vaarwater te komen.
Evenals hun voorgangers gaven ze godsdienstonderwijs en stonden ze de vorst bij, maar meer dan voorheen werd de blik naar binnen gericht.
De trouw aan Oranje gedurende de patriottentijd betekende ook delen in de smaad. Dat ondervond vooral hofprediker Guicherit, die met de Oranjes moest vluchten naar Het Loo en vervolgens naar het beter te verdedigen Valkhof bij Nijmegen. De patriotten hekelden zijn optreden: ze schreven over ‘dominee Guichelheil’ die prinses Wilhelmina (van Pruisen) aanbad alsof ze Debora was. Tijdens de Franse tijd was er alleen nog voorzichtig briefcontact mogelijk.

Zwarte bladzijde
Na het herstel van de Oranjes kregen de hofpredikers van koning Willem I, Willem Leendert Krieger en na hem Isaac Jacobus Dermout, een kerkpolitieke plaats. Door de band van de koning – en dus het hof – met de Nederlandse Hervormde Kerk kreeg het hofpredikerschap een heel andere inhoud dan voorheen. Voor velen was de eerste helft van de negentiende eeuw een zwarte bladzijde in de kerkgeschiedenis.
De plaats van de hofpredikers veranderde in 1853 opnieuw: rond de Aprilbeweging benoemde Willem III de hofpredikers Gerrit Ruitenschild en de Waal Philippe Boucher om zijn protestantse identiteit te benadrukken. Hun voornaamste taak was acte de présence te geven bij diners en feesten aan het hof. De ceremoniemeester hield rekening met hun ambtelijke waardigheid: voor bals kregen ze geen uitnodiging.

Het Loo
Vijfentwintig jaar later, toen Willem III met Emma trouwde, benoemde de koning de Haagse predikanten Emile Bourlier en Cornelis Elisa van Koetsveld. Hun werd regelmatig gevraagd op Het Loo te preken. Ze overnachtten er, dineerden met het koninklijk gezin en namen deel aan het intieme hofleven. Dat bood ruimte voor gesprekken. Koningin Emma hield van kerkdiensten in de hofkapel van Het Loo, waar de hofpredikers en andere predikanten dienstdeden. Wilhelmina zette deze gewoonte voort. In de twintigste eeuw deed nog een achttal hofpredikers dienst: G.J. van der Flier, J.H. Gerretsen, E.P.J.A. Lacheret, W.L. Welter, P. Gounelle, H.Th. Obbink, J.F. Berkel en G.Y.P.A.B. Forget. Voor hen was geen specifieke inhoudelijke taak meer dan het leiden van de doop-, trouw- en rouwdiensten. Daar kende het Nederlandse volk hen van. Koningin Juliana besloot dat ze het ook zonder hofpredikers kon stellen. Zij beëindigde de traditie. De hofpredikers behielden wel hun titel: Forget droeg hem met eer tot zijn dood in 1984.

Pragmatische keuze
De Oranjes kozen doorgaans een predikant uit het midden van de kerk. De vorst had een samenbindende rol en daarbij paste een pragmatische keuze. Uit archiefonderzoek blijkt dat de keuze van de hofprediker en de persoonlijke voorkeur niet altijd met elkaar overeenstemden.
Koning Willem I inviteerde in persoonlijke kring bijvoorbeeld de remonstrantse predikant Abraham des Amorie van der Hoeven, maar een benoeming als hofprediker zat er voor deze dominee niet in. Later was ds. Nicolaas Beets onverminderd populair, maar de veel rationelere Van Koetsveld werd hofprediker. De persoonlijke voorkeur bleef dus voor het oog van het volk verborgen.

Betekenis
Welke betekenis de hofpredikers gehad hebben, is moeilijk te zeggen. Sommigen waren van politiek belang, anderen onderhielden diepgaande persoonlijke contacten met een of meerdere leden van het Huis van Oranje. Hun betekenis was afhankelijk van het tijdsgewricht en van de relatie met de hofhouder. Want hoe eervol hun titel ook was, de hofpredikers konden zonder diens toestemming weinig uitrichten. Ze kregen op hun hoge post dus ook een les in nederigheid


Benoeming
Voorjaar 1947. Ds. J.F. Berkel wordt ontboden op paleis Het Loo. De directrice van particuliere zaken van koningin Wilhelmina deelt hem mee: ‘De koningin wenst een Apeldoornse predikant als hofprediker en de keus is op u gevallen.’ Berkel krijgt tijd om erover na te denken en komt twee dagen later terug met verschillende bezwaren. De directrice hoort hem rustig aan. Kort daarna belt ze hem echter op met de mededeling: ‘De koningin zegt: ‘De bezwaren van de heer Berkel zijn mijn bezwaren niet.’ En dus, dominee, bent u benoemd. Hartelijk gefeliciteerd’.


Meest gestelde vraag
‘Wanneer komt de koningin?’ was jarenlang de meest gestelde vraag in Lage Vuursche, denkt ds. G.H. Kruijmer, die sinds 2006 predikant in het Utrechtse dorp is. ‘Het woordje ‘komen’ geeft een bepaalde verwachting aan. Een vraag waarop niemand al die jaren een zinnig antwoord kon geven. En toch werd juist deze vraag steeds opnieuw gesteld. Ik heb mij daar weleens over verwonderd, hoe de bewegingen van een aards koningshuis al met zoveel belangstelling worden gevolgd.
Het heeft bijna iets van een gelijkenis, de koningin die straks weer terugkomt in het dorp. Het is niet zonder reden als op een vroege wintermorgen de Slotlaan extra zorgvuldig wordt gestrooid om de weg sneeuwvrij te maken. Of als motoragenten op een bepaalde manier het verkeer controleren. Eerst rijden ze verkennend door het dorp en stellen zich op een zekere manier op. Voorbijgangers merken het en blijven belangstellend langs de weg staan. De Heere Jezus leert ons bidden: ‘Uw Koninkrijk kóme.’ Vanuit die verwachting bidden we voor alle mensen, voor koningen en allen die hoog geplaatst zijn.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Hofpredikers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's