globaal bekeken

In Kerk op Dordt schreef Peter Dillingh:

‘Eerlijk gezegd vind ik het jammer, dat ik daarover nog moet schrijven, maar het schijnt nu eenmaal noodzakelijk te zijn. Er hebben mij al wekenlang zoveel klachten bereikt, dat ik niet langer uit mag stellen. Ik heb het oog op de tijd voor de aanvang van de dienst, laten wij dus, ruim gemeten, zeggen, de tijd van omstreeks kwart voor tien tot tien uur.’
Hervormd Dubbeldam werd in het Predikbeurtenblad van 16 september 1948 vermanend toegesproken door ds. Gerrit van Doorn (1910-1999). ‘Als ik goed ben ingelicht, dan wordt dit kwartiertje in de meeste gezellig conversatie doorgebracht, waarbij natuurlijk alle mogelijke onderwerpen ter sprake komen. En om het orgel te overstemmen, moet er niet zelden extra versterking worden opgeroepen, zodat het stemmengegons (dat is trouwens nog een zacht woord in dit verband) blijkbaar niet van de lucht is.
Ik zou graag willen, dat daar een einde aan gemaakt werd. Dat hier aanstoot aan genomen wordt door velen, die zich werkelijk op de dienst zelf willen voorbereiden, is volkomen begrijpelijk. Wij zitten in de kerk, en dus niet in een café, waar dergelijke dingen getolereerd kunnen worden.
Wanneer wij letten op de eerbied die er bijvoorbeeld is in de Roomse kerken, dan kunnen wij daar een voorbeeld aan nemen. De kerk is de ontmoetingsplaats met God in zeer bijzondere zin. Wij doen goed, ons dat voortdurend te herinneren, en de nodige eerbied te betrachten, zodra wij deze plaats betreden. Ook van de doopdienst geldt: laten alle dingen met orde geschieden. Dat is dunkt mij niet te veel gevraagd, en daarom zou ik, om te beginnen, dit verzoek willen doen, dat de doopvaders in ieder geval gaan staan bij het gebed voor en na de doop. Ze moeten toch ook staan bij het beantwoorden van de vragen; het kan toch niet teveel van hun krachten gevergd zijn, wanneer zij ook bij het gebed gaan staan? Laat het voorlopig weer genoeg zijn over deze materie.’

****

Recent verscheen bij uitgeverij Boekencentrum te Zoetermeer de bundel Catechismus.nu (red. dr. W. Verboom en P.J. Vergunst). Ds. A.J. Mensink schrijft over ‘Het zelfbeeld van een christen’. Aan het eind vijf citaten over de mens:

• De mens is een denkend riet. (Blaise Pascal, 1623-1662)
• Homo homini lupus est. Dat wil zeggen, de ene mens is voor de ander een wolf. (Thomas Hobbes, 1588- 1679)
• Weinig mensen zouden hun eigen biografie durven lezen als er al hun daden en woorden in vermeld waren. (Charles Haddon Spurgeon, 1834-1892) • God is al nederig en de mens is nog hoogmoedig. (Aurelius Augustinus, 354-430)
• Ik geloof in mensen.

Bij de NCRV maken ze veel reclame met de slogan: ‘Ik geloof in mensen…’ Het klinkt misschien sympathiek, maar met die visie vraag je wel erg veel optimisme van mensen. In Hilversum geloven ze daar kennelijk echt in. In mensen. Hoewel het bekend is dat iedereen in omroepland uitsluitend voor zichzelf gaat. Maar zolang je nog aan de goeie liberale kant van de hefboom zit, red je het misschien zo nog wel even. Velen hebben echter pijnlijk ontdekt dat je op mensen al helemaal niet je verwachting moet zetten. Ze drukken je al weg als ze je 06-nummer zien oplichten. Is God anders? Ja, God is anders. Als een ons dat duidelijk gemaakt heeft, is het Jezus zelf. (Uit een column van ds. Piet de Jong)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen