Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als het vanbinnen knaagt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als het vanbinnen knaagt

Supervisie [3, slot]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een predikant begeleidt zijn gemeenteleden pastoraal. Hij trekt een stukje van de weg met hen op. Maar wie zorgt er intussen voor de pastor zelf ? Wie trekt er met hem op en waagt het om hem – waar nodig – op een liefdevolle wijze te corrigeren?

Jaren geleden kreeg ik na een mentoraatperiode als teken van dank een kaart waarop de Emmaüsgangers staan afgebeeld. We zien Kleopas en zijn vriend, die op weg zijn, vergezeld door een Derde, de verrezen Heiland.
Er is een verrassend element in deze afbeelding: één voet van de Opgestane staat dwars. Dat heeft een diepe betekenis. Christus trekt met Zijn reisgenoten op. In die zin sluit Hij bij hun geloofsen gedachtewereld aan. Maar... Hij zet hun onderweg ook genadig de voet dwars. Hij brengt hen op andere gedachten en leidt hen op een ander, heilzaam spoor.
Hun mistroostige opmerking ‘wij hoopten dat Hij het was die Israël verlossen zou’, verandert in ‘was ons hart niet brandend in ons?’ (Luk.24:21,32). Het komt bij hen tot dieper inzicht.
Deze geschiedenis is een sprekend beeld van de pastorale begeleiding van mensen. Een predikant trekt een stukje van de weg met zijn gemeenteleden op, soms korter, soms langduriger.
Of hij vergezelt hen die zomaar op zijn pad komen. (vergelijk: H.C. van der Meulen, De pastor als reisgenoot, 2004)
Maar wie trekt er met de pastor op en waagt het om hem – waar nodig – de voet dwars te zetten om hem te laten stilstaan bij zichzelf en bij zijn (geloofs)overtuigingen?

Eigen geloofsleven
Pastorale supervisie richt zich op de begeleiding van pastores, predikanten. Supervisie voor de pastor dus. Tegelijk is het supervisie ‘op een pastorale manier’ en daarmee verwant aan geestelijke begeleiding. In deze collegiale begeleidingsvorm is oog en aandacht voor de eigen plaats en taak die een predikant heeft, met een hart voor zijn persoonlijk geloof en geestelijk leven (spiritualiteit).
Met name dat laatste, het eigen geloofsleven van de predikant, speelt door alles heen.
Een predikant is een ‘beroepsgelovige’, zou je kunnen zeggen.
Vele keren per week opent hij de Bijbel, spreekt een gebed uit, geeft leiding aan een kring, gaat voor in een dienst. Daar is hij voor. Dat is zijn werk nu eenmaal. Dat is zijn leven.
Dit kan inspirerend zijn, maar hij kan dit ook als een zware belasting ervaren. ‘De pastor wordt in zijn werk niet alleen aangesproken op wat hij doet of kan, maar ten diepste op wat hij gelooft en wie hij is.’ (in: Spiritualiteit professioneel leren hanteren. De waarde van pastorale supervisie als leerbegeleiding, Nico van der Leer)
Hoe vergaat het intussen de predikant zelf en hoe staat het met zijn persoonlijk geloof ? Het kan vanbinnen knagen: hoe houd ik het werk vol op een oprechte, integere manier, voor God en voor de mensen? Als je bezig bent in de heilige dingen, kan het gebeuren dat je het zicht op de Heilige kwijt raakt. ‘Kann auch ein Pastor selig werden?’ schreef de Duitse predikant Karl W.D. Vorwerk aan het begin van de vorige eeuw. Dat is een spannende vraag.

Geloofsmotivatie
Ik ontmoet in een supervisietraject vier jonge mensen die aan de Christelijke Hogeschool Ede de pabo volgen. Dit keer bespreken we hun diepste (geloofs)motivatie om het onderwijs in te gaan. Alle vier geven zij woorden aan wat hun beweegt.
Eén van hen is heel open: ‘Mijn geloof is veranderd in de afgelopen paar jaar. Het is niet meer zo eenvoudig als vroeger, het is ingewikkelder geworden. Heb ik wel genoeg geloof om straks leerkracht te zijn op een christelijke school?’ Het was duidelijk een opluchting voor haar om zich hierover te kunnen uiten.

Eerlijk
De vragen uit dit gesprek dienen zich ook volop aan in het werk in de kerk. Hoe bewaren wij onszelf en elkaar bij het hart van het geloof ? Ik vind het hartverwarmend te merken hoe jonge mensen dit met elkaar delen. Ze nemen elkaar niet de maat, maar steken elkaar een hart onder de riem.
Met regelmaat schrijft Paulus in zijn brieven: ‘vermaant elkaar’, ook te vertalen als: ‘vertroost elkaar’. Er is dus geen sprake van een opgeheven vinger, maar van ontwapenende eerlijkheid. Daardoor kan de gemeente van Christus nog beter gediend worden.

Geestelijke conditie
In een tijd waarin mensen op zoek zijn naar zin en houvast, is het belangrijk dat een theoloog ook geestelijke durft te zijn. Ik bedoel: iemand die zich er niet voor schaamt om voor zijn eigen geloof uit te komen, met alle aanvechting en twijfel daarbij.
Om de eigen geestelijke conditie op peil te houden is het van groot belang om ruimte te maken voor stille tijd. Niet minder nodig is het om te werken aan bijscholing.
Het één staat niet in tegenstelling tot het ander. Het is van belang om de nodige afstand te nemen van het werk en goed voor jezelf te zorgen. Als je dat niet kunt voor jezelf, kun je het dan wel voor een ander?
Tijd voor ontspanning op zijn tijd is nodig. Bovendien is het voor een pastor een opdracht en een oefening om niet alleen professioneel met het geloof bezig te zijn, maar ook om ‘gewoon’ gelovige te zijn.

In gesprek
Pastorale supervisie (individueel of in klein groepsverband) wil een veilige en betrouwbare omgeving bieden. Iedereen weet dat er zich fasen in het predikantswerk aandienen, waarin het heilzaam is om eens met een collega in gesprek te gaan over de diepste dingen die je bewegen. Het kan allemaal aan de orde komen: wat goed gaat en wat hapert, wat versterking behoeft en wat moet worden afgeleerd.

Grenzen
In een aantal sessies trek ik op met een collega. Een deel van de gemeente die hij samen met een andere collega dient, is in enkele jaren tijd van kleur verschoten.
Het is in ieder geval niet meer de gemeente die hij aantrof toen hij er met zijn werk begon. Dat levert de nodige spanningen op, ook tussen beide collega’s. Eerlijke vragen komen aan de orde. Waar ligt ergens de principiële grens die ik innerlijk niet over wil steken? Hoe communiceer ik dat in de kerkenraad? Waar ligt mijn loyaliteit naar de gemeente, naar mijzelf en naar mijn Zender?
De ontmoetingen in supervisie waren momenten om op adem te komen, om opnieuw richting te zoeken. Zelf schrijft hij: ‘Ik ben altijd iemand geweest die uitging van mijn kracht en die weinig oog had voor mijn beperkingen. Ik zei niet gauw nee. (...) Ik heb door alle gesprekken beseft dat ik grenzen moet stellen: ik ben beperkt in mijn tijd, ik ben beperkt in mijn mogelijkheden. Dat mag ik accepteren.’

Professionele toerusting
Supervisie wordt al snel geassocieerd met problemen en zelfs met burn-out. Liever zou ik het willen verbinden aan professionele toerusting van de werkers in Gods wijngaard. Vandaar dat supervisie terug te vinden is op het lijstje mogelijkheden bij de Permanente Educatie, waarvoor studiepunten behaald kunnen worden. Allerlei persoonlijke en ambtelijke aspecten kunnen in een serie gesprekken aan de orde komen om met vreugde te blijven dienen (zie kader).

Begeleiding
In zijn boek Een mens die mensen vergezelt (2001) heeft dr. Maarten Blom zijn pastorale ervaringen op schrift gesteld ten behoeve van zijn collega’s. De titel heeft verschillende aspecten. Als eerste: een voorganger is ‘ook maar een mens’, niet meer en niet minder.
Maar dan wel een geroepen mens.
Hij is geroepen om in Gods naam anderen te begeleiden. Juist deze mens heeft het nodig om zélf begeleid te worden.


Gespreksonderwerpen
• Ik zoek evenwicht tussen toewijding aan de gemeente en tijd voor mijn gezin en mijzelf.
• Ik zoek balans tussen werk en privé.
• Hoe kan ik beter omgaan met de verwachtingspatronen in de gemeente?
• Hoe leer ik ‘nee’ zeggen en mag ik dat eigenlijk wel?
• In het pastoraat neem ik mijn eigen levensgeschiedenis mee.
• Hoe kan ik dat signaleren en hoe ga ik daar vervolgens mee om?
• Het domineesbestaan voelt steeds meer als een opgelegde rol.
• Ik zoek nieuwe inspiratie en bezieling.
• Wij willen als collega’s meer voor elkaar betekenen en aan elkaar leren. (In groepssupervisie nemen we werkmateriaal mee vanuit pastoraat en verkondiging).
• Vanuit een andere gemeente wordt er een beroep uitgebracht.
• Hoe ga ik er gewetensvol, nuchter en gelovig mee om en hoe kom ik tot een beslissing?
• En wat als er geen beroep komt?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Als het vanbinnen knaagt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's