Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. F.T. Oldenhuis (red.) Religie op de werkvloer. Uitg. Protestantse Pers, Heerenveen; 191 blz.; € 9,95.

Kort geleden vonden de abdicatie van koningin Beatrix en de inhuldiging van koning Willem-Alexander plaats. Belangrijke staatsrechtelijke, openbare plechtigheden. Afwezig was de religie, de christelijke godsdienst. Echo’s daarvan klonken in liederen en eedaflegging, maar dat waren – om met artikel 14 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis te spreken – slechts ‘kleine overblijfselen’ van wat voorheen centraal stond, ook in het openbare leven.
Ook in het nieuws is het toenemende onbegrip met betrekking tot het handelen vanuit de christelijke geloofsovertuiging. Dat komt tot uiting in dienstverbanden waarin principieel gekozen moet worden. Een afwijkende overtuiging mag (‘moet ieder voor zichzelf weten’), maar afwijkend gedrag is vaak een brug te ver.
Over deze actuele problematiek gaat het boekje Religie op de werkvloer uit de serie Religie en Recht, onder redactie van prof.mr. F.T. Oldenhuis. Het boek valt in twee delen uiteen. De eerste twee opstellen – auteur dr.mr. Vincent Tassenaar – gaan over godsdienst in het publieke leven, de twee volgende – auteurs zijn achtereenvolgens mr. Tineke Folkerts- Klaassen, mr. Vincent Tassenaar en mr. Otteline van Zwieten-van der Feltz – behandelen godsdienst op de werkvloer, in arbeidsverhoudingen. De titel van het boek dekt dus niet helemaal de lading.
In het eerste hoofdstuk wordt beschreven hoe Nederland van een land met verschillende regels en wetten voor onderscheiden groepen van de bevolking (rechtspluralisme) is geworden tot een land met uniforme regels en wetten. Voor iedereen geldt hetzelfde recht; dat is een uitgangspunt van de rechtsstaat. Maar aan recht en wetten liggen normen en waarden ten grondslag. Moeten die niet ook voor iedereen gelijk zijn? Maar hoe krijgt de ongelijkheid, toegespitst op religieuze verscheidenheid, dan een plaats? Is gelijke behandeling vaak juist niet ongelijke behandeling, omdat geen mens gelijk is? De auteur beschrijft hoe vroeger ruimte was voor het eigene van religie en levensovertuiging, maar dat dit naarmate de samenleving meer is gaan neigen naar strenge scheiding van kerk en staat (laïcité) minder vanzelfsprekend wordt.
Het tweede hoofdstuk geeft een historisch overzicht van godsdienstvrijheid in Nederland als grondrecht. Volgens de grondwet is elke burger vrij een godsdienst of levensovertuiging aan te hangen en daaraan uiting te geven. De overheid mag hierop geen inbreuk maken, op welke wijze dan ook. Het gaat om de diepste overtuigingen van een mens, waarin de staat hem vrij moet laten. Een belangrijke discussie tot op de huidige dag is in hoeverre onderscheid gemaakt kan worden tussen het hebben van een godsdienstige overtuiging en het daarnaar handelen. Verdienen beide evenveel bescherming? En waar gaat het één in het andere over?
Dan de werkvloer, het tweede deel van het boek. Eerst wordt de gewone arbeidsverhouding behandeld, daarna arbeidsverhouding tussen overheid en ambtenaar. Voor gelovigen vormt hun geloofsovertuiging een fundamenteel aspect van het leven. Dat werkt door in het doen en laten. Wat nu als dat doen of laten in conflict komt met wat een werkgever wenselijk acht? Mag een werkgever het dragen van een hoofddoek verbieden als de werkneemster uit godsdienstige overtuiging draagt? Mag de overheid een ambtenaar ontslaan die weigert homo’s te trouwen? Met kennelijke instemming haalt mr. Folkers-Klaassen de scriba van de synode van de Protestantse Kerk in Nederland, dr. A.J. Plaisier, aan: ‘Een land dat zich beroemt op haar tolerantie begint intolerante trekken te vertonen.
Moraal wordt dwang. Dat is beklemmend.’
Al met al een boeiend geschrift dat beknopt en toegankelijk – zij het wat fragmentarisch – het vraagstuk van godsdienst en godsdienstvrijheid in het openbare leven en ‘op de werkvloer’ belicht. In een nawoord geven de advocaten mr. Harry Blok en mr. Jan Willem van Dommelen enig commentaar op de vier opstellen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 2013

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 2013

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's