Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ROOMS-LUTHERSE VERKLARING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ROOMS-LUTHERSE VERKLARING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan het eind van de vorige eeuw hebben de Lutherse Wereldfederatie en de Rooms-Katholieke Kerk een gemeenschappelijke verklaring ondertekend over de leer van de rechtvaardiging. Dit belangrijke oecumenische document is de basis voor verdere gesprekken tussen beide tradities en voor de geplande gezamenlijke herdenking van de Reformatie in 2017.

Hoewel de kerken van de gereformeerde traditie niet bij de vaststelling van dit document betrokken waren, is het toch van belang om kennis te nemen van de inhoud. Stel nu eens dat Rome de dwalingen uit het verleden herroept en de evangelische boodschap van de rechtvaardiging door het geloof alleen alle ruimte geeft, dan wordt het misschien wel hoog tijd om de breuk met de moederkerk te helen.
De ‘Gemeenschappelijke verklaring over de rechtvaardigingsleer’ is in 1997 opgesteld. De uiteindelijke tekst is op 31 oktober 1999 ondertekend, na enkele wijzigingen en aanvullingen. Die waren nodig door de bezwaren uit lutherse kring. Aanvankelijk noemde de verklaring de rechtvaardigingsleer slechts een criterium van de kerk en niet hét geloofsartikel waarmee de kerk staat of valt.

ALLEEN UIT GENADE
De kerken zijn niet over een nacht ijs gegaan. Al sinds het Tweede Vaticaanse Concilie vinden er gesprekken over de rechtvaardigingsleer plaats. De gemeenschappelijke verklaring windt er geen doekjes om dat de leer van de rechtvaardiging in de zestiende eeuw kerkscheidend was nieuwe inzichten vooral aan de lutherse kant en erkent dat de lutherse belijdenisgeschriften en de decreten van het concilie van Trente nog steeds geldig zijn.
Toch willen beide kerken een stap voorwaarts zetten door te benadrukken wat zij gemeenschappelijk geloven en te laten zien dat ‘de blijvende verschillen (…) niet langer aanleiding geven tot leerveroordelingen’. Wat toen over en weer in de leerveroordelingen gezegd is, geldt nu niet meer, omdat beide kerken een ontwikkeling hebben doorgemaakt.

BREDE ACCOLADE
Het document zet in bij de Bijbel: ‘Rechtvaardiging is zondenvergeving (Rom.3:23-25; Hand.13:39; Luk.18:14), bevrijding van de onderdrukkende macht van de zonde en van de dood (Rom.5:12-21) en van de vloek van de wet (Gal.3:10- 14). Zij is opneming in de gemeenschap met God; nu reeds, maar eens op volkomen wijze in Gods komend rijk (Rom.5). Zij verenigt met Christus en met Zijn dood en Zijn opstanding (Rom.6:5).’ De kernzin uit het document luidt: ‘Gemeenschappelijk belijden wij: alleen uit genade in het geloof in de heilsdaad van Christus, niet op grond van enige verdienste van onze kant worden wij door God aangenomen en ontvangen wij de Heilige Geest, Die onze harten vernieuwt en ons in staat stelt en oproept tot goede werken.
Iedere orthodoxe protestant kan hier blij mee zijn. De lutherse en rooms-katholieke theologen zijn erin geslaagd om een formulering te vinden die in de taal van de Bijbel een brede accolade slaat om beide tradities. Maar zoals altijd is het natuurlijk wel de vraag welke uitwerking een en ander krijgt. Dat blijkt vooral in het vierde hoofdstuk met de titel ‘De ontvouwing van de gemeenschappelijke opvatting van de rechtvaardiging.’ Daarin staat hoe de beide tradities de verschillende aspecten van de rechtvaardigingsleer verstaan en uitleggen. Blijkbaar kun je met de verklaring twee kanten op en is die verklaring ook bewust zo geformuleerd.
Als de verklaring bijvoorbeeld uitlegt wat verstaan moet worden onder ‘het onvermogen van de mens met betrekking tot de rechtvaardiging’ dan stellen de katholieken dat de mens door zijn toestemming met God meewerkt. Al is die medewerking dan ‘geen verrichting van de mens uit eigen kracht’. Als de lutheranen volhouden dat ‘de mens niet in staat is bij zijn redding mee te werken’ dan ontkennen zij niet dat ‘de gelovige persoonlijk volledig is betrokken in het geloof dat door het Woord van God Zelf wordt bewerkt’.
Met dat laatste zal iedereen het wel eens zijn, maar hoe zit het nu precies met die menselijke medewerking of toestemming? De verklaring stelt dat de mens de werking van de genade kan afwijzen. Hier schuilt een adder onder het gras. De ‘onwederstandelijkheid van de genade’, zoals die op de synode van Dordrecht is beleden, wordt hier ontkracht.

DRAAI
Het latere lutheranisme heeft een draai gegeven aan de genadeleer door de predestinatie af te wijzen. Je kunt niets aan je redding toedoen, maar je kunt je redding wel door blijvend verzet tegenhouden. De logische consequentie is natuurlijk dat je alleen gered wordt als je het verzet opgeeft. De gezamenlijke verklaring impliceert dat de mens dat kan en moet doen. Hier gaapt een kloof tussen de verklaring en de gereformeerde theologie. De bijbelse en gereformeerde positie is niet dat de mens tegen wil en dank gered wordt. Wel dat zijn weerstand alleen overwonnen wordt door de onweerstaanbare genade van God. De genade hangt niet af van de toestemming van de mens. Anders zou de hemel leeg blijven. Er komen nu eenmaal geen vrijwilligers in het koninkrijk van God, maar door de Geest vernieuwde dwarsliggers.

ZEKERHEID
De verklaring bespreekt ook het verschil van inzicht over de heilszekerheid. Het concilie van Trente had tegenover de reformatorische nadruk op de zekerheid van het geloof gesteld dat niemand zeker kan weten dat hij deelt in de genade van God en eeuwig zalig wordt.
De gemeenschappelijke verklaring stelt voorop dat ‘de gelovigen op de barmhartigheid en de beloften van God kunnen vertrouwen’. Ondanks eigen zwakheid kunnen zij ‘bouwen op de effectieve toezegging van Gods genade in woord en sacrament en dus van deze genade zeker zijn’.
Maar opnieuw is het de belangrijke vraag hoe dat uitpakt. De katholieken verwijzen naar het Tweede Vaticaans Concilie, dat heeft uitgesproken dat geloven betekent dat de gelovige zich volledig toevertrouwt aan God. ‘Niemand mag aan Gods barmhartigheid en aan de verdienste van Christus twijfelen. Maar ieder kan zich zorgen maken om zijn heil wanneer hij let op zijn eigen zwakheid en gebreken. Bij de erkenning van zijn eigen falen mag de gelovige er echter zeker van zijn dat God zijn heil op het oog heeft.’
Deze definitie van zekerheid – zeker weten dat God genadig is – heeft echter nooit ter discussie gestaan. Het ging om de zekerheid van de persoonlijke zaligheid. Als je je zorgen moet maken over je heil, ondergraaf je de heilszekerheid. Het concilie van Trente zei dat de gelovigen moesten ‘duchten, wetende dat zij (…) geen overwinnaars kunnen zijn zonder door strijd om het vlees, de wereld en de duivel te overwinnen.’ De toon van de verklaring is wel anders, maar de uiteindelijke strekking niet.
Wellicht komt dat voort uit het feit dat de moderne protestantse theologie helemaal geen behoefte meer heeft om de heilszekerheid te benadrukken. Het is veelzeggend dat het artikel over de heilszekerheid wel zegt wat katholieken daar onder verstaan, maar niet wat heilszekerheid voor hedendaagse lutheranen betekent. Blijkbaar zijn zij het met de katholieken eens dat niemand aan God mag twijfelen, maar dat je nooit helemaal zeker kunt zijn dat je uiteindelijk zalig wordt.
Samen met rooms-katholieken terugblikken op de Reformatie is prima, maar het is niet goed om in ruil voor kerkelijke eenheid de vrije genade van God of de blijde zekerheid van de zaligheid ter discussie te stellen.


Dr. H. van den Belt is bijzonder hoogleraar Gereformeerde godgeleerdheid te Groningen vanwege de Gereformeerde Bond.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

ROOMS-LUTHERSE VERKLARING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's