Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eindtijdsignalen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eindtijdsignalen

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn we bang of angstig als we het nieuws horen en zien en de ontwikkelingen in de geschiedenis volgen? Voortdurend worden we opgeschrikt door natuurgeweld, orkanen, aardbevingen en vloedgolven. De onrust in de Arabische wereld houdt de wereld in de ban. En wat te denken van de velen die van honger omkomen of sterven aan aids of andere nieuwe en oude ziekten.

Alles lijkt in een versnelde beweging te zijn. De technologische ontwikkelingen nemen een ongekende vlucht. Ze zijn in de laatste jaren ingrijpender geweest dan die in vele decennia ervoor.
We leven in een bewogen tijd. Nu zal iedereen dit van zijn eigen tijd gevonden hebben, maar meer dan ooit horen we van verschillende zijden zeggen dat wij in een apocalyptische tijd leven, dus in een tijd waarvan men vermoedt dat het einde van deze wereld zeer nabij is.
Het gevaar is niet denkbeeldig dat ook christenen door de turbulentie van de gebeurtenissen in verwarring raken. We hoeven ons niet blind te staren op de buitenkant van de geschiedenis, maar mogen de röntgenfoto vanuit het Woord van God ernaast leggen. De gemeente mag te midden van de signalen van de eindtijd – ze worden ons gegeven in Jezus’ rede over de laatste dingen (Matt.24; Mark.13; Luk.21) – de voetstappen van de naderende Christus horen.
‘We mogen deze tijd beleven in het licht van wat met Christus in de wereld gekomen is en komende is.’ (Van den Brink/Van der Kooi, Christelijke dogmatiek).

Nog maar een begin
Natuurlijk, er is niets nieuws onder de zon. Hoevelen zijn niet geneigd om te zeggen dat de geschiedenis van de mensheid niets anders heeft laten zien dan oorlog na oorlog, ramp na ramp?
‘Dankzij de moderne media weten wij rampen sneller en weten we hiervan meer dan vroegere generaties, maar het is nooit anders geweest en zal ook nooit anders worden.’
Deze geluiden zijn niet nieuw.
Ze waren er ook al in het Nieuwe Testament. Het zijn de spotters over wie Petrus schrijft, die zeggen: Wat is er veranderd? Sinds de dag dat de dingen zijn gemaakt, zijn ze altijd hetzelfde gebleven (2 Petr.3:4). Maar daarmee sluiten ze de ogen voor het feit dat elke dag er één is richting de dag van Jezus’ wederkomst.
Dat is één kant. Aan de andere kant maant Jezus tot kalmte. ‘U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.’ (Matt.24:6-8)

Zonder God
Een aspect van de tekenen der tijden dat niet het einde aankondigt, maar om het einde roept, is het toenemen van de wetteloosheid en de vervolging en verdrukking van de gemeente van Christus. Gelovigen zullen gehaat worden om Jezus’ wil. Er komt een steeds scherper tegenstelling tussen kerk en wereld. Velen zullen geërgerd worden, dat wil zeggen aanstoot nemen aan het Evangelie. Ze zullen er niet aan willen dat christen-zijn kruis dragen met zich meebrengt en haken daarom af. Daar komt de valse profetie nog bij, de dwaalleer met alle verwoestende gevolgen.

Het behoeft geen betoog dat we in een maatschappij leven die er in heel veel opzichten blijk van geeft zonder God te willen leven. Op allerlei terreinen van het leven bepaalt de mens zelf wat goed en kwaad is. Goede, bijbelse normen worden als achterhaald gezien of totaal genegeerd en ontkend.
Als indringende voorbeelden stelde ds. C. Blenk tijdens de laatstgehouden studiedag van de Gereformeerde Bond: ‘Fout parkeren wordt beboet, maar foetusmoord is wettig geregeld.’ En: ‘We hebben Jeugdzorg, maar tolereren Second Love en Dokter Corrie.’
We leven in een tolerante maatschappij.
Niemand mag het slachtoffer worden van onverdraagzaamheid. Alleen, meer dan eens blijkt dat de tolerantie niet zo ver reikt dat ook de orthodox-christelijke levens- en geloofsovertuiging daaronder vallen. Zou het kunnen zijn omdat het christendom met zijn morele codes naar het idee van velen al lang genoeg de vrijheid van het individu onderdrukt? De aanvallen op de Bijbel en op het christelijk geloof zijn soms scherp, al dan niet in de vorm van bijtende spot.
Jezus zegt in Mattheüs 24:12: ‘En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen.’ Wetteloosheid en liefdeloosheid horen bij elkaar.
Losbandigheid en kilheid. Het lijkt soms of er haast geen natuurlijke liefde meer is. Ik wil niet generaliseren, maar hebben we niet steeds minder geduld met elkaar? En weten we nog wel met elkaars zwakheden en gebreken om te gaan? Meer dan eens wordt een huwelijk op lichtvaardige gronden gebroken.
Ouders en kinderen, broers en zussen leven langs elkaar heen en kijken elkaar met de rug aan. Ook binnen de gemeente van Christus is er allerlei verwijdering en verscheurdheid. Hete hoofden en koude harten. En we vinden het nog normaal ook.

Antichrist
De eindtijd is ook eindstrijd. Het lijkt erop dat de Bijbel wil zegen dat met het naderen van het einde de verdrukking toeneemt (Mark.13:20). Het laatste der dagen staat in het teken van toenemende polarisatie. In deze weg openbaart zich de mens van de wetteloosheid in de figuur van de antichrist (Het voorzetsel anti betekent niet alleen ‘tegen’, maar ook ‘in plaats van’.) Expliciet wordt over hem gesproken in 2 Thessalonicenzen 2 en 1 Johannes 2 (vanaf vs.18). Volgens sommigen is ook sprake van de antichrist in het ‘beest dat uit de zee opkomt’ in Openbaring 13.
Gaat het bij de antichrist om een verschijnsel dat zich in elke tijd voordoet of om een bepaalde historische figuur die zich vlak voor de wederkomst persoonlijk manifesteert? Misschien moeten we niet te veel willen weten. ‘We kunnen niet van tevoren zeggen wie de antichrist is en wanneer hij er zal zijn. Wij kunnen wel waarnemen dat de strijd tussen het rijk van God en het rijk van de boze heviger wordt. Daarom moeten wij erop bedacht zijn dat de antichrist in aantocht is. Het licht dat de Schrift erover geeft, is voor de gelovigen die zijn optreden meemaken, genoeg om hem te herkennen. Als er ooit volharding nodig is, dan in die tijd!’ (J. van Genderen/W.H. Velema, Beknopte gereformeerde dogmatiek).

Evangelie
Het gaat er – met alle lijden, afval en onverschilligheid – diep doorheen. Wat dat betreft is een boek als Openbaring, maar ook bijvoorbeeld Daniël 7 tot en met 12 dreigend en huiveringwekkend.
Het doel is echter niet om op een rijtje te zetten welke gebeurtenissen op de agenda staan. Het gaat om de vraag wie en wat in het heden en in de toekomst bepalend zijn. Zijn dat de heersende machten waaronder we leven of is dat het Lam, de levende Christus, Die de boekrol van de geschiedenis in handen heeft (Openb.5)?
Dwars door alles heen openbaart zich namelijk de kracht van het Koninkrijk van God in de zegevierende loop van het Evangelie door de wereld heen (Matt.24:14). Dit positieve teken weegt tegen al die negatieve signalen op. We mogen dan ook wel van harte met zendings- en evangelisatiewerk meeleven. Waar de toekomstverwachting leeft, zal ook de zending een levende zaak zijn. Een christen legt niet alleen de krant naast de Bijbel om de tijd te verstaan, hij legt er ook het zendingsblad naast (J. Hoek). Er is een stroomversnelling in de evangelieverkondiging in de laatste eeuw. Door de moderne communicatiemedia kunnen afstanden worden overbrugd die vroeger onneembare hinderpalen waren.
Vandaag klinkt de boodschap tot in de meest geïsoleerde gebieden van de wereld. Het zit eraan te komen dat het Evangelie de wereld rond is.

Jeruzalem
En als dat zover is? Dan komt het terug op de plaats van waaruit het de wereld is ingegaan: Jeruzalem. Doorgaans weten we veel tekenen der tijden op te sommen, maar blijft Israël buiten het gezichtsveld. Maar laten we niet vergeten dat ook Israël een teken, een signaal van de eindtijd is. Op grond van Romeinen 9 tot en met 11 (maar ook Matt.23:38-39 en Luk.21:24b) hebben we de overtuiging dat God nog het een en ander in petto heeft voor Zijn uitverkoren volk. Volgens Paulus is ook de verwerping van Jezus als Messias door het grootste deel van Zijn volksgenoten niet aan Gods heilshandelen onttrokken, maar maakt deze op een geheimzinnige manier deel uit van Gods plan (Rom.11:25- 26). Prof.dr. C. Graafland zei: ‘Als het volk Israël een blijvende plaats in Gods hart heeft, dan zal het ook een blijvende plaats in de geschiedenis hebben en dan heeft ook het land een blijvende betekenis voor de eschatologie.’ (De eschatologie is de leer van de laatste dingen.)
De wordingsgeschiedenis van de staat Israël kan als een puur menselijke gang van zaken worden beschreven.
Maar het geloof mag in de terugkeer van het volk naar het land van de belofte ook Gods hand zien. Jezus sprak in Mattheüs 24:32 over het teken van de vijgenboom: ‘Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is.’ Zou het een opmaat kunnen zijn tot de eschatologische bekering van het volk?
Natuurlijk moeten we oppassen voor de gevaren van een overhaaste duiding van gebeurtenissen in het licht van concrete profetische woorden. En we moeten open blijven staan naar voor ons niet te voorziene ontwikkelingen in de toekomst. Maar als je zegt dat God ook in deze tijd trouw is aan het volk Israël, dan speur je naar de zichtbaarheid daarvan in de geschiedenis.
Dat is niet eenvoudig, maar we staan er wel voor open. Want God werkt niet alleen in de binnenkamer van het mensenhart, Hij trekt ook Zijn spoor door de geschiedenis.

Uitzien
Durven we het aan om concrete gebeurtenissen en ontwikkelingen in verband te brengen met de raad of het plan van God? Nee, niet om daarmee tot een schema van de eindtijd te komen waarbij we zouden kunnen wegstrepen wat al vervuld is om vervolgens in kaart te kunnen brengen wat ons achtereenvolgens nog te wachten staat. Op allerlei manieren werd en wordt dat wel geprobeerd.
Laten we in plaats daarvan het woord van Jezus maar eerbiedigen dat de Vader de tijden en gelegenheden aan Zich gehouden heeft (Hand.1:7).
Iemand vergeleek gelovigen die bezig zijn met de tekenen der tijden eens met kinderen die wachten op de thuiskomst van hun vader. De één denkt nog beter te weten hoe en van welke kant hij komen zal dan de ander.
Misschien maken zij er soms wel ruzie over. Het ene kind staat bij de voordeur te kijken, het andere tuurt door het achterraam, maar beiden zien ze vol spanning uit, want zij hebben hun vader lief. Het beeld spreekt voor zichzelf.
Al kun je je wel eens afvragen of dat verlangen genoeg leeft in de gemeente van Christus. Klinkt het ‘Maranatha’ niet veel te zwak? Van groot belang is daarom het werk van de Heilige Geest in de eindtijd. Het is zelfs van beslissende betekenis. Hij werkt door de geschiedenis heen naar de voleinding. De kerk leeft bij tijden zo weinig op de hoogte van de hoop, omdat ze het zo druk heeft met de dingen van deze aarde en op de aarde. Maar gelukkig, dan nog bidt de Heilige Geest door: ‘Kom!’ Het is dan diezelfde Geest die ons wakker schudt en er steeds weer voor zorgt dat de bruid gaat meeverlangen ‘om ten volle te genieten de beloften van God in Jezus Christus, onze Heere’, zoals onze belijdenis het zegt (NGB, art. 37).


Chiliasme
Een apart thema dat verband houdt met de eindtijd is dat van het zogeheten chiliasme of millennialisme (resp. van Grieks chilioi en Latijn mille = duizend). Hieronder verstaan we de leer van het duizendjarig rijk, voornamelijk gebaseerd op Openbaring 20:1-10.

Over de uitleg van dit hoofdstuk lopen de meningen uiteen, ook onder gereformeerde theologen. Het geeft wel aan dat de bijbelse gegevens meer dan één interpretatie toelaten. Zelf ben ik dan ook wat huiverig voor mensen die het op dit punt allemaal precies weten. In de dominante uitleg in het gereformeerd en luthers protestantisme wordt de duizend jaar beschouwd als de periode tussen de hemelvaart en de wederkomst van Christus. Anderen zien het als een aanduiding van de eeuwige heerlijkheid ná de wederkomst van Christus.

Twee hoofdvormen
In de meer historiserende uitleg van het duizendjarig rijk valt onderscheid te maken tussen twee hoofdvormen: postmillennialisme en premillennialisme. In de visie van het postmillennialisme heeft Openbaring 20 geen betrekking op de hele kerkgeschiedenis, maar eindigt zij met een periode (niet per se letterlijk duizend jaar) van relatieve rust en welvaart voor Christus’ wederkomst.
Het premillennialisme stelt dat Christus tweemaal zal wederkomen, of anders gezegd: de wederkomst van Christus zal zich in twee fasen voltrekken. Bij de eerste komst zullen de gelovigen die al eerder, voor de zevenjarige periode van de ‘grote verdrukking’ waren opgenomen in de hemel (op grond van 1 Thess.4:13-18), met Hem mee komen om samen met Hem op de aarde te regeren in een duizendjarig rijk van vrede en gerechtigheid. Vaak wordt deze periode dan ook aangeduid als de tijd waarin Israël tot bekering en bloei zal komen en Jeruzalem weer de Godsstad zal zijn en de volken eer zullen betonen aan koning Jezus. Aan het einde van die heerlijke tijd vaart Christus met al de Zijnen ten hemel en wordt op aarde de satan losgelaten. Dan volgt de tweede en definitieve fase van Christus’ wederkomst en wordt de satan voorgoed uitgeschakeld.

Vele tijden
Zelf houd ik het erop dat het duizendjarig rijk niet zozeer betrekking heeft op een bepaalde aaneengesloten periode, maar vele tijden bestrijkt. Dat past ook in de lijn van de opbouwstructuur van het boek Openbaring. De hoofdstukken 4 tot en met 20 geven geen weergave van de wereldgeschiedenis in chronologische volgorde, maar hier gaat het steeds om de hele periode van Pinksteren tot de wederkomst. Iedere keer op een andere wijze belicht, beschreven vanuit een aanvullende invalshoek.
In dat licht heeft ook Openbaring 20 betrekking op heden, verleden en toekomst. Er zijn tijden van onrust en vervolging, maar ook van verademing en rust. We kunnen het soms heel moeilijk hebben, de ongerechtigheid neemt toe, maar er zijn ook momenten waarin we zegeningen ontmoeten, bijvoorbeeld wanneer het Evangelie verkondigd wordt, wanneer mensen tot geloof komen. Dan is op dat moment satan gebonden en blijkt Jezus’ overwinning realiteit te zijn.
Het zijn tekenen van het koninkrijk, zoals de druiven van Eskol aan de Israëlieten een voorproefje te zien gaven van de heerlijkheid van het beloofde land (Num.13:23).


Gespreksvragen

1 ‘En zie, Ik kom spoedig’ (Openb.21:7a) Hoopt u dat? Waarom wel/niet?
2 Wat merkt u in de kerk van het uitzien naar de wederkomst? Hoe sterk is dit er?
3 Kunt u voor uzelf helder krijgen hoe de christelijke toekomstverwachting uw dagelijks leven anders maakt?
4 Hoe denkt u dat de wereld er over vijftien jaar zal uitzien?
5 Hoe bent u betrokken bij de ‘positieve’ tekenen der tijden?
6 Hebt u de indruk dat de ‘negatieve’ tekenen der tijden toenemen? Kunt u voorbeelden geven?
7 Denkt u dat de terugkeer van het volk Israël naar het land een teken van de eindtijd is? Waarom wel/niet?
8 Wanneer gaat het in een discussie over de uitleg van Openbaring 20 en het chiliasme verkeerd en wanneer gaat het goed?
9 Wat zegt de gelijkenis van de wijze en dwaze meisjes (Matt.25:1-13) ons over onze houding ten aanzien van de wederkomst van Christus?


Verder lezen

- Dr. G. van den Brink en dr. C. van der Kooi, Christelijke dogmatiek, Zoetermeer 2012
- Dr. J. van Genderen, De Bijbel en de toekomst. Een blij vooruitzicht voor wie gelooft, Heerenveen 1998
- Dr. J. Hoek, Hoop op God. Eschatologische verwachting, Zoetermeer 2004
- Dr. J. Hoek, Nabij de toekomst, Zoetermeer 1997
- Ds. G.S.A. de Knegt, Tekenen der tijden, Vlaardingen 1986
- Ds. H.C. Marchand, ‘Kom haastig, Heere Jezus. Over de toekomstverwachting van de christelijke gemeente’, in G. van den Brink e.a., Gegrond geloof. Kernpunten uit de geloofsleer, Zoetermeer 1996


Auteur van deze brochure is ds. C.J. Overeem, hervormd predikant te Wilsum.


Uitgave van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk
Bijlage bij De Waarheidsvriend, 16 januari 2014

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2014

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

Eindtijdsignalen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 2014

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's