Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PASSEND PREKEN?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PASSEND PREKEN?

doelgroepen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volwassene en kind, hoog- en laagopgeleide, welvarend en minder welvarend, alleengaanden en gezinnen, studenten en dertigers, gescheiden en gehuwde mensen, weduwen en weduwnaars. Allemaal stappen ze op zondagmorgen het kerkgebouw binnen om de kerkdienst te bezoeken. Hoe kunnen al deze verschillende mensen tegelijk aangesproken worden?

Tijdens de kerkenraadsvergadering wordt een brief besproken. De brief is gestuurd door een aantal jonge gezinnen. Graag zien ze dat de predikant in de kerkdienst meer aandacht geeft aan hun jonge kinderen. De kerktaal is onbegrijpelijk en terloops wordt opgemerkt dat de boodschap die zondags meegegeven wordt, te weinig concreet is voor het leven doordeweeks. Hoe gaan wij hier wijs mee om?, is de vraag die de kerkenraadsleden bespreken. ‘En’, reageert een diaken, ‘zit er niet meer achter deze brief ? Willen deze jonge mensen wellicht een ander soort prediking?’
Zo wordt er enige tijd over de brief doorgesproken, maar een oplossing vinden is moeilijk. Hoe moeten we in de eredienst omgaan met doelgroepen (kinderen, studenten, dertigers, ouderen)? Moeten ze in de prediking apart aandacht krijgen? Hoe kunnen we samen aangesproken worden door het ene Woord van God?

KERN VAN DE PREEK
In de gereformeerde theologie neemt de prediking tijdens de kerkdienst de centrale plaats in. Het openen en de verkondiging van het Woord van God vormen de kern van het samen zijn van de gemeente. Wat gebeurt er precies tijdens de preek? Belangrijk is om te zien dat God Zelf in de preek naar de gemeente toekomt. Hij spreekt. We kunnen ook zeggen: Hij spreekt tot ons in en door de Heere Jezus, het vleesgeworden Woord.
Wie dit beseft, beseft tegelijk dat bij de inhoud van de preek nooit de mens of een groep mensen als zodanig centraal kan staan. Als God in Zijn Woord tot ons komt, dan kan ‘een antropologische of sociologische analyse nooit leidend zijn’ (F.G. Immink). Dat wil zeggen dat een predikant bij de voorbereiding van een preek niet in eerste instantie af moet gaan op de sociale situatie van de gemeente. De belangrijkste vraag is niet of kinderen voldoende aangesproken worden. De belangrijkste vraag is evenmin of de dertigers of de ouderen genoeg aan bod komen tijdens de dienst. De kernvraag bij het voorbereiden en het luisteren naar de prediking is: wat zegt God in dit bijbelgedeelte? Hoe maakt Hij zich ditmaal als de drie-enige God aan ons bekend?

GEMEENTELID
Is er dan geen plaats voor het gemeentelid? Kinderen, jongeren en ouderen moeten toch aangesproken worden? En je leeftijd, je interesses en je denkniveau spelen daarin toch een rol? Het is aantrekkelijk om deze vraag gelijk met ja te beantwoorden. Toch is het nodig om hier een moment halt te houden. Achter de vraag naar aandacht voor specifieke doelgroepen, schuilt namelijk een grotere ontwikkeling.
G. Heitink, een bekend emeritus hoogleraar in de praktische theologie aan de Vrije Universiteit, heeft veel geschreven over de kerk en over de verschillen die er zijn tussen de gemeenteleden. Hij signaleert dat er een omslag heeft plaatsgevonden in onze samenleving. Vanouds was er een ‘eenheid des levens’. Dat wil zeggen dat de kerk in het middelpunt stond van dorp of stad en daaromheen speelde het alledaagse leven zich af. Je had het marktplein, familiebedrijven, gilden. Samen met de kerk vormden ze het gebinte van de samenleving. Het gezin was daarbij de hoeksteen. Je identiteit werd sterk bepaald door de gemeenschap waarin alles zich afspeelde.

INDIVIDU
In onze tijd is deze situatie grondig veranderd. De ‘eenheid des levens’ is uiteengevallen. Mensen leven om te beginnen in verschillende sociale rollen: je bent ouder, werknemer, burger, toerist, kerkganger. Deze rollen hangen onderling niet meer met elkaar samen. Daarnaast is het aantal rollen ook toegenomen. Daardoor nemen de verschillen tussen de mensen onderling ook toe.
Denk aan het grote aantal opleidingen, interessegebieden en ontplooiingsmogelijkheden. De één is hoog opgeleid, de ander heeft die interesses, een derde verdient veel geld en een vierde tobt wellicht zijn leven lang met een ziekte. Gaandeweg is de ‘eenheid van het leven’ uiteengevallen.
Mensen behoren niet meer bij een groep, maar worden als individu gezien. Iedereen heeft daarbij zijn of haar eigen behoeften. Je ziet dit vandaag bijvoorbeeld in een schoolklas: vroeger werd de klas als een eenheid gezien − bij alle verschillen die er tussen de kinderen waren. Nu spreken we over ‘passend onderwijs’. Iedere leerling vraagt aparte aandacht en behandeling. Wat je in zo’n schoolklas ziet in het klein, zien wij in het groot in de gehele samenleving.
Achter de vraag naar de doelgerichte benadering in de kerk zien wij deze zelfde ontwikkeling. Ook de kerk speelt steeds meer in op de specifieke behoeften van mensen. Denk aan jongerendiensten, diensten voor studenten, kindermomenten, evangelisatiediensten.

ERG?
Nu kun je natuurlijk afvragen of dit erg is. Wij leven nu niet meer in de vorige eeuw. Als kerk hoor je dus met deze moderne ontwikkeling mee te gaan. Net zoals op school en in bedrijven de differentiatie toeneemt, zo dient ook de kerk kinderen, jongeren, dertigers en ouderen apart te benaderen. Trouwens, zoiets doet Paulus toch ook als hij voor de Joden een Jood en voor de Grieken een Griek wil zijn?
Natuurlijk is het waar dat de predikant net als Paulus rekening moet houden met de concrete situatie van de gemeenteleden.
Het is niet erg om de kinderen of de jongeren eens apart aan te spreken. Of als een gemeente veel studenten bevat, met hun vragen rekening te houden. Iets anders is het als een predikant in meer of mindere mate onder druk wordt gezet om speciale doelgroepen aan te spreken. Dan kun je als predikant de boodschap die je in het Woord van God hebt vernomen tijdens de voorbereiding niet vrij en eerlijk verkondigen. Eenvoudigweg omdat de boodschap van die zondag uit de Bijbel wel eens haaks kan staan op de specifieke behoeften van een specifieke groep.
Daarnaast kan een doelgerichte benadering doelgroepen uitsluiten, waardoor het voor gemeenteleden moeilijk kan worden om Gods boodschap tot zich te nemen. Dat is een reëel gevaar als een gemeente verwacht dat doelgroepen geregeld apart worden aangesproken. Een doelgroepgerichte benadering raakt daarom de eenheid van de christelijke gemeente.

HEILIGE GEEST
Naar mijn overtuiging worden de vragen rond kinderen, jongeren en ouderen overstegen als wij de aandacht richten op de Heilige Geest en het verzoeningswerk van Christus. Tijdens de prediking in de zondagse kerkdienst wil de Heilige Geest werken. Hij zoekt mensen, verandert hen, vernieuwt hen, zodat ze zich aan de Heere Jezus leren toevertrouwen.
Als dit het vertrekpunt is, dan is niet de vraag of iedere doelgroep wordt aangesproken. Want op zondag verschijnen wij allemaal als zondaren voor Gods aangezicht. Dat maakt dat wij allemaal, wie we ook zijn, aangewezen zijn op Gods genade.
Juist dat mag de predikant namens God verkondigen. Hij heeft voor allen dezelfde genadige boodschap: het heil in Christus en het geloof in Hem. En de Heilige Geest wil dit alles toepassen in het hart. Wanneer we beseffen dat het de Heilige Geest is Die ons het Woord doet verstaan, komen discussies over leeftijden, interesses en opleidingsniveau van gemeenteleden in een ander licht te staan.

PRAKTISCH
Besef voortdurend dat de preek de verkondiging van Gods Woord is, waarin de gehele gemeente aangesproken wordt. Tijdens de kerkdienst horen we primair de boodschap uit de Bijbel. Antwoorden op onze specifieke vragen en behoeften komen secundair aan de orde.
Besef dat predikanten slechts ‘mensjes zijn uit het stof verrezen’ (Calvijn). De ene predikant heeft meer gaven om kinderen aan te spreken, een andere voorganger weet juist de ouderen te raken. Probeer als kerkenraad en gemeente de predikant niet te zeer in een keurslijf de dwingen.
Voor predikanten: kijk als predikanten tegelijk kritisch naar jezelf. Durf enerzijds een ‘tegenover’ van de gemeente te zijn door terughoudend te zijn in het inwilligen van allerlei ‘wensen’ van gemeenteleden. Daardoor verlies je je gezag en vrijheid. Besef anderzijds wel dat je geroepen bent het Evangelie zo dicht mogelijk bij de mensen te brengen. Als er in een gemeente veel jonge gezinnen zijn, geef dan aandacht aan hen. Als een gemeente vergrijst, houd daar rekening mee.
Besef als gemeente dat de kerk niet de plaats is waarin je op alle terreinen van het leven aandacht en hulp krijgt. De kern van het kerk-zijn is dat de drie-enige God uit is op ons heil. ‘Wij gaan naar de kerk met het oog op onze persoonlijke zaligheid’ (A.A. van Ruler).

Ds. P.J. Teeuw is hervormd predikant te Papendrecht.


GESPREKSVRAGEN
• Gaat u/jij naar de kerkdienst om te horen wat God echt tegen u zegt?
• Hoe spreekt u thuis met uw kinderen, als u die hebt, na over de zondagse preek?
• De Heere Jezus spreekt in het Nieuwe Testament nergens kinderen rechtstreeks aan, maar steeds via de volwassenen. Dit omdat zij als eerste verantwoordelijk zijn voor het heil van het kind. Wat heeft dat ons vandaag te zeggen?
• Bespreek de stelling: ‘Aandacht voor het werk van Heilige Geest en het verzoeningswerk van Christus overstijgt alle verschillen in leeftijd, opleidingsniveau en sociale status die er in gemeente zijn.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

PASSEND PREKEN?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's