Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Danielle van de Koot-Dees Prille geloofsopvoeding. Een kwalitatief onderzoek naar de rol van geloven in jonge protestants-christelijke gezinnen in Amsterdam. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 392 blz.; € 29,90.

Een boeiende en bemoedigende studie. Zo zou ik het onderzoek Prille geloofsopvoeding van Danielle van de Koot-Dees willen typeren, waarmee ze haar doctorstitel behaalde. Centraal in het onderzoek staat de vraag: Welke rol speelt geloven in de opvoeding van jonge kinderen naar de meningen, overtuigingen en ervaringen van hun protestants-christelijke ouders?
Haar onderzoek deed Van de Koot, docent-onderzoeker bij het lectoraat Jeugd & Gezin van de CHE in Ede, onder 31 ouders (achttien gezinnen). Ze hebben allemaal minstens één kind in de leeftijd van 0 tot 4 jaar en wonen of woonden in Amsterdam. Alle ouders zijn min of meer betrokken bij één van de wijkgemeenten van de Protestantse Kerk in Amsterdam. Zelf typeert de onderzoeker in haar proefschrift de ouders als reformatorisch, open-confessioneel, reformatorisch- evangelisch, liberaal (diaconaal) en liberaal (esthetisch).
Deze onderzoeksgroep geeft meteen de beperkte reikwijdte van de uitkomsten van dit onderzoek aan. Het betreft relatief hoog opgeleide ouders, die vaak aan een hogeschool of universiteit hebben gestudeerd. Deze ouders zijn waarschijnlijk gewend om te reflecteren in hun spreken over religieuze opvoeding, omdat ze dat gewoon zijn in hun studie en werk. Dat laat onverlet dat het een boeiend onderzoek is. Binnen de godsdienstpedagogiek is nog weinig onderzoek gedaan naar religieuze opvoeding in huiselijke kring, hoewel vanuit verschillende kanten wordt geconstateerd dat dit waarschijnlijk van grote invloed is op de religieuze identiteitsontwikkeling.
Van de Koot heeft deze handschoen opgepakt. Ze kiest er bewust voor om het begrip ‘geloofsopvoeding’ in haar onderzoeksvraag niet te gebruiken, maar te vragen naar de rol van geloven in de opvoeding. Mijns inziens terecht, omdat geloven inderdaad niet iets bovenop de opvoeding is maar er volledig deel van uitmaakt.
Hoe operationaliseer je zo’n begrip als ‘geloven’? De onderzoeker zet dat breed neer. De aspecten fides qua (de geloofsact ) en de fides quae (de geloofsinhoud) dienen aan bod te komen. Daarbij gaat ze niet zozeer op zoek naar leerstellingen of leerinhouden als wel naar religieuze idealen. Ook kijkt ze naar de ‘attitudinale aspecten’, zoals de houding van vertrouwen en het relationale aspect van geloven. Mooi vond ik te lezen dat de auteur zich bewust is dat geloven de geheimenisvolle omgang met God kan betreffen, waar methodisch moeilijk grip op te krijgen valt. Daarom moet ze het doen met wat de ouders zelf vertellen over de geloofspraktijk en hoe dat terug te zien is in hun opvoedkundig handelen.
Nadat ze eerst afstand heeft genomen van het begrip ‘geloofsopvoeding’ gebruikt ze het later wel weer ter wille van de leesbaarheid. Dat komt wat verwarrend over. Op grond van het proces tussen de bestaande theorie en eigen verkregen data onderscheidt ze drie facetten van geloofsopvoeding: (1) religieuze idealen (waarom speelt geloven een rol?), (2) religieuze praktijken (wat gebeurt er precies?) en (3) opvoedingsstijlen met betrekking tot religie (hoe, op welke manier, gebeurt dat dan?). Deze drie aspecten brengt ze in bij het verzamelen en analyseren van de data.
Bemoedigend vond ik de uitkomsten van haar onderzoek. Ik stip ze kort aan. Allereerst met betrekking tot de religieuze idealen. In de gesprekken met deze ouders viel op dat zij hun religieuze idealen heel concreet proberen te verbinden aan het praktische leven van alledag. Leer en leven zijn nauw verbonden.
Wat de religieuze praktijken betreft, zoals bidden, zingen, bijbelverhalen lezen of vertellen, het geloofsgesprek, zondagsviering, kerkgang, schoolkeuze, viel op dat het gebed zo’n belangrijke plaats inneemt. En, heel verrassend, ook het zingen krijgt volop aandacht. Ook opvallend is de belangrijke plaats die ouders aan het geloofsgesprek met hun kleine kinderen geven. De dooppraktijk is voor veel ouders niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger. Het is nu meer een proces van wikken en wegen.
Qua opvoedingsstijl viel op dat deze relatief hoog opgeleide ouders er een autoritatieve en communicatieve opvoedingsstijl op nahouden. Dat is een opvoedingsstijl waarin een liefdevolle betrokkenheid samengaat met nadruk op structuur. Van de Koot levert met haar onderzoek een interessante bijdrage aan de godsdienstpedagogiek, met name aan het onderzoek naar religieuze opvoeding in huiselijke kring. De vraag is wel in hoeverre haar methode van onderzoek geschikt zou zijn voor minder hoog opgeleide ouders. Te algemeen vind ik de constatering in haar slotbeschouwing dat in protestants christelijke gezinnen een nieuw type religieuze socialisatie plaatsvindt, die bepaald wordt door een sterk besef van het behoren tot een religieuze minderheid, wat zou leiden tot een sterk verantwoordelijkheidsgevoel om initiatief te nemen in de christelijke geloofsopvoeding. Dat gaat in ieder geval op voor de onderzochte gezinnen in Amsterdam.


W.C. POLINDER, KAMPERVEEN


Danielle van de Koot-Dees Prille geloofsopvoeding. Een kwalitatief onderzoek naar de rol van geloven in jonge protestants-christelijke gezinnen in Amsterdam. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 392 blz.; € 29,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's