Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prikkelend en concreet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prikkelend en concreet

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stanley Hauerwas is echt Amerikaans. Hij spreekt tot een Amerikaans publiek over Amerikaanse themas. Dit doet hij bewust. Hauerwas heeft namelijk weinig fiducie in theologie die voor alle tijden en plaatsen geldig wil zijn. Liever beoefent hij theologie met het oog op het hier en nu.

Een paar jaar geleden hoorde ik Stanley Hauerwas een lezing geven aan Princeton Theological Seminary. De theoloog stond in hemdsmouwen achter een houten katheder en keek zijn publiek uitdagend aan. ‘Wie van u’, vroeg hij, ‘gaat naar een kerk die een Amerikaanse vlag naast de kansel heeft hangen? Wie van u gaat naar een kerk die Onafhankelijkheidsdag viert, of Thanksgiving, of Moederdag?’ Terwijl er luid gegniffel klonk vanuit de zaal, vervolgde Hauerwas: ‘Het spijt me te zeggen dat uw redding op het spel staat.’ Want een vlag in de kerk of een knieval voor commerciële en nationalistische feesten, dat heeft met ware godsdienst niets te maken.

POLEMISCH

Natuurlijk sprak Hauerwas deze tirade met twinkelende oogjes uit. Natuurlijk pretendeert hij de zaligheid van mensen niet te kunnen aflezen aan de inrichting van hun kerkgebouw. Hauerwas, hoogleraar christelijke ethiek aan Duke Divinity School, spreekt graag ironisch, polemisch en prikkelend. Dat moet ik wel, verontschuldigt hij zich na afloop, als ik brave christenen onder mijn gehoor aan het denken wil zetten. Ze zijn vaak zó gewend om christelijk geloof en Amerikaans patriottisme op één hoop te gooien, dat alleen een krachtig tegengeluid hen tot nadenken kan stemmen.

CONCREET

Tijdens zijn voordracht in Princeton blijkt Hauerwas niet alleen provocerend; hij blijkt ook een echt Amerikaanse theoloog, die spreekt tot een Amerikaans publiek over Amerikaanse thema’s. Hij richt zich op het hier en nu. Hauerwas ziet theologie niet primair als wetenschap, maar als een hulpmiddel van de kerk. Theologen hebben de taak christenen te helpen in de navolging van Jezus Christus en hen te waarschuwen tegen wat die navolging in de weg staat. Dit verklaart waarom Hauerwas, in vergelijking met andere theologen, over heel concrete thema’s schrijft. Zijn boeken gaan niet over de drie-eenheid of de rechtvaardiging van de goddeloze, maar over singleness, seksualiteit, adoptie, geld en geweldloosheid. Vanuit de christelijke traditie – met Karl Barth als één van zijn voornaamste inspiratiebronnen – probeert hij te doordenken hoe een christelijke visie op singleness, seksualiteit enzovoort er zou kunnen uitzien. Of beter: hij probeert christenen eraan te herinneren dat zij praktijken van menselijk samenleven kennen die een alternatief kunnen bieden voor het kille ‘zoek het zelf maar uit’ van het moderne liberalisme. Als christenen volgens Hauerwas een verschil kunnen maken, dan is het niet in de eerste plaats met fraaie ideeën, maar met gemeenschappen die, met vallen en opstaan, de navolging van Jezus beoefenen.

RODE LIJN

Omdat Hauerwas zulke concrete thema’s aanroert, en ook nog een veelschrijver is, die sneller schrijft dan menig ander leest, waaiert zijn werk breed uit. Toch laat zich wel een rode lijn in Hauerwas’ oeuvre ontwaren. Hauerwas roept de kerk op tot faithfulness – tot trouw aan het evangelie. Zijn centrale vraag is niet hoe het evangelie met niet-christenen kan worden gedeeld, of vertaald kan worden in politieke en maatschappelijke programma’s, maar hoe christenen zélf kunnen leren trouw te zijn aan wat zij geloven. Net als andere Amerikaanse theologen die in de jaren zestig bij Hans Frei aan Yale studeerden, spreekt Hauerwas over trouw aan het bijbelse ‘verhaal’. Trouw aan het evangelie laat zich namelijk niet vangen in vrome ervaringen of orthodoxe overtuigingen. Hoe meer de kerk verwacht van ervaringen of overtuigingen – van spiritualiteit of van belijdenisgeschriften – des te groter dreigt namelijk de kloof te worden tussen zondag en maandag, tussen vrome gevoelens en alledaagse realiteiten, of tussen leer en leven.

KINDEREN

Wat betekent het, bijvoorbeeld, dat kinderen een geschenk van God zijn? Ouders kunnen hun kind ervaren als een goddelijk geschenk. Anti-abortuslobbyisten kunnen er een geharnast principe van maken. Maar in geen van beide is Hauerwas geïnteresseerd. Zijn vraag luidt: hoe kunnen we in een wereld vol misverstanden over kinderen belijden én uitleven dat God deze kinderen in ons leven heeft gebracht? Bij een blad voor jonge ouders, vol bezorgde adviezen en middeltjes tegen iedere kwaal, stelt Hauerwas daarom de kritische vraag: op wie of wat stel je je hoop en vertrouwen nu écht? Bij de eis dat kinderen gelukkig en succesvol moeten zijn, vraagt hij: is dat nu een leven in navolging van Christus? En aan gemeenteleden die schouderophalend voorbijgaan aan kinderen in de kerk (‘dat is er toch eentje van die en die?’), vraagt hij: zou het kunnen dat kinderen christelijk gesproken geen privébezit van hun ouders zijn, maar bij de gemeente horen en daarom ook een beroep doen op jou?

GODS TOEKOMST

Elk van deze vragen daagt mensen uit hun leven te bezien in het licht van het bijbelse verhaal: de gang die God met mensen gaat van schepping tot voleinding. Hauerwas roept zijn lezers, met andere woorden, op hun leven niet te voegen naar de grote verhalen van kapitalisme (‘koop het beste voor je kind’) of zelfontplooiing (‘als ons kind maar op zijn eigen manier gelukkig wordt’), maar naar het bijbelse verhaal van een christelijke gemeente die naar Gods toekomst onderweg is. Soms heeft Hauerwas, zo blijkt uit dit voorbeeld, iets weg van een Amerikaanse neocalvinist, voor wie geen duimbreed van het leven onttrokken is aan Gods gezag. Hauerwas heeft ook een bijna neocalvinistisch wantrouwen jegens al te veel innerlijkheid (‘piëtist’ is uit Hauerwas’ mond geen compliment). Wat hem echter onderscheidt van deze neocalvinisten, is zijn reserve bij ‘christelijke beginselen’.

CHRISTELIJKE ORGANISATIES

En wat in onze Nederlandse context met name relevant is: hij wantrouwt het hele stelsel van christelijke organisaties dat het neocalvinisme naast de kerk heeft opgetrokken. Terug naar de kerk, roept Hauerwas daarom. Niet de vereniging op christelijke grondslag, maar de kerk is de plek waar christenen aan elkaar gegeven zijn, waar God hen aanspreekt door Woord en sacrament en waar de navolging van Jezus begint. Het theologische argument hierachter leunt op Paulus’ beeld van de kerk als lichaam van Christus. En daar komt een praktisch argument bij: organisaties verschieten van kleur of houden op te bestaan. Wil de kerk christenen toerusten om in het bijbelse verhaal te leven, dan kan ze die taak dus onmogelijk uitbesteden aan instellingen buiten de kerk.

GEMEENSCHAP

Hauerwas staat zodoende een ‘robuuste kerk’ voor – robuust niet in de zin van star, oerdegelijk of strak geregeerd, maar robuust in de zin van inhoudsvol en niet vrijblijvend. De kerk is de plek waar christenen leren niet te vertrouwen op allerlei valse verhalen, maar op God Die de gemeente naar Zijn doel wil voeren. Niet alleen de prediking en het gebed spelen in dit af- en aanleren een rol; ook de stimulans van de gemeenschap (de bijbelkring bijvoorbeeld) en het voorbeeld van medegemeenteleden (‘de heiligen ons voorgegaan’) zijn nodig voor wie zich afvraagt wat het inhoudt als christen te leven.

DEUGDEN

Eén van Hauerwas’ bekendste stellingen luidt dat de robuuste kerk een plek is waar christelijke deugden worden aangeleerd. Deugden hebben in de protestantse traditie een wat dubieuze reputatie. Zei Maarten Luther niet dat deugden een christen kunnen beletten uit genade te leven? Volgens Hauerwas loopt de kerk op dit moment echter niet zozeer het risico zich blind te staren op ‘goede werken’. Een veel groter risico is dat waartegen de apostel Jacobus al waarschuwde: dat christenen op zondag de vroomste dingen zeggen, maar op maandag leven alsof God niet bestaat. Wie daaraan iets wil doen, moet volgens Hauerwas niet over regels beginnen – om niet in wetticisme te vervallen – maar over deugden. Dat wil zeggen: over geloof, hoop, liefde en daarvan afgeleide deugden. Geloof, hoop en liefde komen een christen echter niet aanwaaien: ze moeten geoefend worden. Gods Geest, zegt Hauerwas, werkt in dit opzicht middellijkerwijs: via mensen die ons voorleven wat het christelijke leven inhoudt. Daarom is het zo belangrijk dat de kerk het Woord niet alleen predikt, maar ook een oefenplaats is waar mensen met vallen en opstaan leren wat het inhoudt in God te geloven, op Zijn toekomst te hopen en in liefde tot God en de naaste te leven.

INTERNE SECULARISATIE

Waarom, zouden we tot slot kunnen vragen, legt Hauerwas zo’n krachtig accent op dit christelijke leven en op de eigenheid van het bijbelse verhaal? Als hij oproept tot trouw aan het evangelie, dan doet hij dit omdat hij ontrouw signaleert. Hoewel Hauerwas het woord secularisatie niet zo vaak in de mond neemt, heeft hij een scherp oog voor wat wel ‘interne secularisatie’ wordt genoemd: een verwatering van het christelijke getuigenis onder invloed van nietchristelijke ideeën en praktijken. Precies op dit punt is Hauerwas’ theologie ook buiten haar Amerikaanse context relevant. Al hebben Nederlandse kerken doorgaans geen vlag naast de kansel hangen, op allerlei andere manieren is interne secularisatie ook in Nederland een issue (denk slechts aan de overbezorgde jonge ouders, of aan verhalen van succes, geluk en zelfontplooiing, die ook in de kerk hun aantrekkingskracht uitoefenen). Hauerwas kan Nederlandse christenen helpen te vragen: voegen wij onze leven naar het bijbelse verhaal en/of naar heel andere verhalen?

KRITISCHE VRAGEN

Bij Hauerwas’ theologie kunnen ook kritische vragen gesteld worden. Zo vraag ik me af in hoeverre Hauerwas niet zelf ‘intern geseculariseerd’ is in zijn nogal menselijke, binnenwereldse kijk op hoe christenen leren het spoor van Jezus Christus te volgen. Hoe belangrijk oefeningen, voorbeeldfiguren en gemeenschappen ook zijn, zou Hauerwas niet meer moeten spreken over Gods aanwezigheid in de kerk en over Zijn leiding van ons leven? Als Hauerwas zo consequent over deugden en praktijken spreekt, bevestigt hij dan niet onbedoeld de dominante mythe van onze tijd – de mythe dat we ons leven zelf wel kunnen organiseren? Toch zou ik Hauerwas hier niet hard om willen vallen. Plaats zijn werk eens in historisch perspectief. Dan blijkt dat Hauerwas in de jaren zeventig in de VS vrijwel de enige ethicus was die aandacht vroeg voor de kerk als plek waar mensen zich oefenen in het christelijke leven. Sindsdien is er veel veranderd. Er zijn inmiddels vele theologen wereldwijd die een ecclesial turn of ‘wending naar de kerk’ met Hauerwas hebben meegemaakt en tot een dieper begrip van gemeente, discipelschap en morele vorming zijn gekomen (denk aan mensen als Luke Bretherton, Brian Brock, William Cavanaugh, Bernd Wannenwetsch en Samuel Wells). Stuk voor stuk geven deze mannen echter aan: al zijn we het niet altijd met Hauerwas eens, zonder zijn werk zou het onze ondenkbaar zijn geweest.

Dr. H.J. Paul is bijzonder hoogleraar secularisatiestudies aan de Rijksuniversiteit Groningen


PUBLICATIES

Character and the Christian Life. A Study in Theological Ethics

The Peaceable Kingdom. A Primer in Christian Ethics

Against the Nations. War and Survival in a Liberal Society

Christian Existence Today. Essays on Church, World, and Living in Between

A Community of Character. Toward a Constructive Christian Social Ethic

After Christendom. How the Church is to Behave if Freedom, Justice, and a Christian Nation Are Bad Ideas

Unleashing the Scripture. Freeing the Bible from Captivity to America

Character and the Christian Life. A Study in Theological Ethics

In Good Company. The Church as Polis (1995)

Sanctify Them in Truth. Holiness Exemplified (1998)

With the Grain of the Universe. The Church’s Witness and Natural Theology

Matthew (Brazos Theological Commentary on the Bible)

A Cross-Shattered Church. Reclaiming the Theological Heart of Preaching

Working with Words. On Learning to Speak Christian

NEDERLANDSE VERTALING

Een robuuste kerk. Christelijke ethiek voor een postchristelijke samenleving.


WIE IS HAUERWAS?

Stanley Hauerwas wordt in 1940 geboren. Hij is de zoon van een metselaar en groeit op in een arbeidersgezin in Pleasant Grove in Texas. Zijn ouders behoren tot de methodistische kerk. Onder invloed van het kerkelijk leven, ontwikkelt Hauerwas een weerstand tegen het piëtisme. Later studeert hij aan Yale University, waar hij ook promoveert. Hij ontvangt eredoctoraten uit onder andere Edinburgh (1991) en Virginia (2006) en geeft in St. Andrews de beroemde Giffiord-lezingen (2001). Momenteel is hij emeritus hoogleraar christelijke ethiek aan Duke Divinity School in Durham (North Carolina).


Komend najaar biedt dr. Paul een cursus over Hauerwas aan. Deze is speciaal voor predikanten bedoeld en door de Protestantse Kerk geaccrediteerd voor permanente educatie. Informatie: h.j.paul@rug.nl.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Prikkelend en concreet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's