Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijbelse spanning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbelse spanning

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al in 1965 signaleerde dr. C. Graafland verschuivingen in de hervormd-gereformeerde prediking. Hebben die verschuivingen zich doorgezet en zo ja, kunnen we daar gelukkig mee zijn of niet?

Of is het misschien zo dat er vandaag de dag opnieuw verschuivingen in de prediking noodzakelijk zijn? En zo ja, wat is dan de richting waarin het met de prediking binnen de gereformeerde gezindte verder zou moeten gaan?

MINDER ONTSPORINGEN

Bezinning op de prediking is voor de christelijke gemeente voortdurend nodig. In een viertal artikelen vraag ik nog eens aandacht voor het geschrift Verschuivingen in de Gereformeerde Bondsprediking van de hand van de latere hoogleraar dr. C. Graafland (1928-2004). Het is nog altijd waardevol en relevant. Het boekje verscheen in 1965, nu dus bijna 50 jaar geleden, en deed destijds veel stof opwaaien in kringen van de Gereformeerde Bond. Naar mijn mening kunnen we na een halve eeuw zeggen dat de prediking in de kring van de Gereformeerde Bond, en breder in de gereformeerde gezindte, minder lijdt aan de ontsporingen en vergroeiingen die Graafland indertijd tekende. In veel opzichten zijn inderdaad heilzame, bijbels verantwoorde en aan de Reformatie geijkte verschuivingen opgetreden. Daarbij moeten we ons afvragen of andere gevaren, die Graafland destijds slechts summier in het oog vatte, inmiddels niet veel groter zijn geworden. We lopen de vier velden waarop Graafland verschuivingen signaleerde na en proberen lijnen door te trekken naar hedendaagse ontwikkelingen

VIER KERNEN

Het gaat Graafland om ‘schriftuurlijk- bevindelijke prediking’, dat wil zeggen verkondiging van Gods Woord met als spits de mens, allereerst de gelovige, maar toch ook degene die nog buiten het geloof staat. Ik citeer: ‘Het leven des geloofs en het oproepen daartoe neemt in deze prediking dus een voorname plaats in. Met exegese alleen stelt men zich niet tevreden, ook niet met de verkondiging van de leer, de applicatie (de toepassing) behoort er beslist bij. Het werk van de Heilige Geest krijgt een ruime plaats.’ Om betekenisvolle accentverschuivingen in deze prediking is het Graafland te doen. Hij voert een pleidooi voor vernieuwing van de gereformeerde prediking. De gesignaleerde verschuivingen cirkelen rond een viertal kernen: 1. Verbond en verkiezing; 2. Wet en evangelie; 3. Beschrijvende en directe prediking; 4. Prediking en levensheiliging. Op elk van deze punten richten we onze aandacht.

UITVERKIEZING

Graafland signaleert in zijn geschrift een herwaardering van het verbond. In de geschiedenis van de vaderlandse kerk heeft de uitverkiezing vanwege het conflict met de remonstranten in de vroege zeventiende eeuw een eenzijdig grote aandacht gekregen. Anders dan bij de kerkhervormer Johannes Calvijn het geval was, kwam in latere ontwikkelingen de verkiezing helemaal vooraan te staan en werd het zicht op Christus verduisterd. In plaats van de directe zekerheid van het geloof, gegrond in Gods beloften, kwam een indirecte conclusie op grond van allerlei kenmerken van genade die de mens in zichzelf moest constateren. Pas op grond van die constatering kon hij zich vrijmoedig aan Christus overgeven (de zogenoemde syllogismus mysticus).

VERBOND

Door dit vooropstellen van de verkiezing komt het verbond in de knel. Er wordt een scheiding gemaakt tussen een uitwendig en een inwendig verbond, waarbij dan het uitwendige verbond een wassen neus is. In het genadeverbond zouden alleen de uitverkorenen opgenomen zijn. Voor de nietuitverkoren kinderen betekent het sacrament van de heilige doop slechts een zegel tot hun verdoemenis en niet een pleitgrond vanwege Gods bezegelde beloften. Hierdoor gaat de bijbelse spanning verloren.

OPGESPLITST

Graafland stelt dat ook in de hervormd- gereformeerde prediking de verkiezing een dominerende plaats innam en dat de achtergrond van de prediking erdoor werd beheerst. Vandaar de schroom van predikanten om de gemeente aan te spreken als ‘Gemeente des Heeren’. Men verstaat niet meer dat de gemeente inderdaad gemeente des Heeren is vanwege het verbond. Het verbond bestaat in deze gedachtegang eigenlijk niet meer Een mens is ofwel bekeerd ofwel totaal buitenstaander. De samengekomen gemeente bestaat uit kinderen Gods en/of toehoorders. Voor het ‘Mijn volk’ in bijbelse zin is geen plaats meer. De gemeente wordt opgesplitst in bekeerde en onbekeerde individuen.

KINDERDOOP

In de tweede plaats wordt in dit klimaat de kinderdoop ondergewaardeerd. In een prediking die van de verkiezing uitgaat, kan de heilige doop, aan onze kinderen bediend, geen volwaardige plaats innemen. Er wordt wel gewezen op het voorrecht om de prediking te horen en de kinderen in de waarheid op te voeden, en de wens wordt geuit dat zij nog eens bekeerd zullen worden. Meteen volgt dan echter de waarschuwing dat men toch vooral niet te veel waarde aan deze doop moet hechten.

BELOFTEN

In de derde plaats kan er in een eenzijdige verkiezingsprediking geen legitieme plaats worden gegeven aan de beloften van God. Deze worden ingeperkt binnen de grenzen van de verkiezing. ‘Dat wij op grond van de beloften Gods onze gedoopte kinderen als Gods kinderen mogen zien, aan wie de belofte van de vergeving der zonde is geschonken, wordt door velen als een verwerpelijke ketterij beschouwd. Maar ons doopsformulier legt dit toch de gemeente als een dankzegging op de lippen.’ (blz.50) Zo verliest de oproep tot bekering haar kracht en fundament en komt er een diepe dodigheid en ingezonkenheid in de gemeente.

HEILZAME VERNIEUWING

Wat ziet Graafland hiertegenover als heilzame verschuivingen? Dat men de betekenis van het verbond en de belofte en daardoor van de heilige doop en de zichtbare gemeente weer is gaan zien. Dat de waarachtigheid van Gods belofte weer ernstig wordt genomen. God schenkt ons immers Zijn heil door Zijn Woord en Geest, dat wil zeggen op de wijze van de belofte. ‘Als God ons dus Zijn belofte schenkt, waarvan de H. Doop het teken en zegel is, dan schenkt God daarin Zijn heil.’ (blz.52) In de verkondiging van het Evangelie komt dan opnieuw de spanning tot zijn recht dat we alleen door een waar geloof deel krijgen aan de beloften, die God ons reeds, betekend en verzegeld, in de heilige doop geschonken heeft. Hier zien we dus voluit de spanning tussen ‘schenking’ en ‘deelachtigmaking’. Het gaat erom dat de Geest ons toe-eigent wat wij in de belofte in Christus reeds hebben. Heel de gemeente wordt gesteld onder het oordeel van God en tegelijkertijd worden aan heel de gemeente Gods beloften verkondigd en zo wordt heel de gemeente opgeroepen tot geloof en bekering. Alle vrijblijvendheid in de gemeente van Christus moet worden uitgebannen. Zo krijgen de praktijk en het pastoraat rond de heilige doop een nieuwe inhoud en betekenis. De catechese wordt vanuit het verbond gestempeld en staat in het teken van Gods beloften. De openbare geloofsbelijdenis is werkelijk een belijdenis van het geloof en een kenbaar maken van het verlangen deel te nemen aan de dis van het verbond, de tafel des Heeren.

NIET DOORSLAAN

Graafland wijst er echter ook op dat we moeten oppassen voor een overschatting van het verbond die evenzeer als een overschatting van de verkiezing heilloze gevolgen heeft. Het ‘wij zijn Abrahams kinderen’ kan ook een hindernis vormen om zich uit genade door Christus Jezus te laten behouden. Daarmee gaat opnieuw de spanning ontbreken, die in de prediking van Jezus, de profeten en apostelen altijd aanwezig is. Het is goed op deze waarschuwing acht te geven. We mogen inderdaad zeer dankbaar zijn voor vernieuwde aandacht voor het verbondsmatige karakter van de prediking. De prediking in de gemeente van Christus dient in te zetten bij de rijke werkelijkheid van het verbond van God. Opstandige en afkerige kinderen blijven toch Gods verbondskinderen, zoals de verloren zoon uit Lukas 15 door alles heen het kind van zijn vader bleef. In deze lijn zien we de nieuwtestamentische gemeente als de verzameling van de verbondskinderen van God en niet als een willekeurig gemêleerd publiek. De Heere Jezus heeft een bijzonder recht op hen. Het is Zijn kudde, het zijn Zijn schapen en lammeren. De gemeente wordt in de gereformeerde formulieren dan ook aangesproken als ‘geliefden in de Heere Jezus Christus’ en van de kinderen van de gemeente wordt beleden ‘dat de HEERE hen tot Zijn kinderen en erfgenamen aangenomen heeft en die rijkdom met de Doop heeft bezegeld en bekrachtigd’.

ZELFONDERZOEK

We slaan echter door van het ene uiterste naar het naar het andere wanneer in de prediking het separerend element gaat ontbreken en er geen geestelijke leiding meer wordt gegeven aan de gemeente. We zien dan een intellectualistische verschraling van de prediking en een oppervlakkige, verbondsoptimistische benadering van de gemeente. Het arglistige menselijk hart misbruikt zelfs Gods verbond en beloften als hulpmiddelen om ons Hem van het lijf te houden. Helaas blijkt altijd weer in de praktijk dat niet alle leden van de gemeente levende leden zijn. Daarom dienen in de prediking de kenmerken van het ware geloof te worden verwoord met de oproep tot zelfonderzoek. Missen wij die kenmerken, dan zijn wij wel ín de kerk, maar niet ván de kerk, en in samenhang daarmee wel ín het verbond, maar niet ván het verbond.

CHRISTUSPREDIKING

De oneigenlijke tegenstelling tussen belofteprediking en kenmerkenprediking wordt overstegen in een warme Christusprediking. Deze prediking maakt duidelijk dat het niet normaal is om niet te geloven en onbekeerd voort te leven. We bevinden ons immers niet op neutraal terrein. Wie het Evangelie niet gelovig aanvaardt, duwt de God van het verbond van zich af, ja ontworstelt zich aan Zijn omhelzing.

Dr. J. Hoek uit Veenendaal is bijzonder hoogleraar ‘Gereformeerde spiritualiteit’ vanwege de Gereformeerde Bond aan de PThU, locatie Groningen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 augustus 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bijbelse spanning

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 augustus 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's