Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De belijdenis van de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De belijdenis van de kerk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Abram wordt door God Abraham genoemd. Daarna is het altijd Abraham gebleven. Simon wordt Petrus. Maar Jezus gebruikt op bepaalde momenten toch ook weer die oude naam Simon.

In de naamsverandering van Abram in Abraham laat God zien: zo is het verbond. Hij maakt Abraham tot onze vader. Maar Petrus wordt niet onze paus (onze vader, papa). In de naamsverandering van Simon in Petrus gaat het niet om de status van zijn persoon maar om de belijdenis van de kerk.

BELIJDENIS

Het veranderen van de naam van Simon in Petrus door Jezus staat niet op zichzelf. Daar gaat de belijdenis van Jezus als de Christus aan vooraf. En daarop volgt de eerste aankondiging van de dood en de opstanding van Christus. Jezus trekt Zich met de Zijn discipelen terug in een rustig plekje ergens over de grens. (Matt.16:13- 20). Daar ging Hij in gebed (Luk. 9:18). Dan begint een gesprek. Jezus vraagt aan Zijn discipelen of de mensen Hem zien als de Zoon des mensen. Ze noemen namen. Het zijn figuren die een rol spelen in de eindtijd. Maar niemand wil in Jezus dé figuur van de eindtijd zien, namelijk de Zoon des mensen uit Daniël 7. Dan vraagt Jezus: ‘Maar u, wie zegt u dat Ik ben?’ Petrus antwoordt: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’

ROTS

Dat heeft Petrus niet uit zichzelf. Jezus zegt: ‘Zalig bent u, Simon Barjona (zoon van Jona), want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. En Ik zeg u ook dat u ‘Petrus’ bent, en op deze ‘petra’ zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen’ (Matt.16:17v.). Petrus is enkel en alleen ‘Petrus’ om zijn Christusbelijdenis. Dat is de ‘petra’, de rots. Daarop zal Christus Zijn ekklesia, Zijn gemeente, bouwen. Die ‘Petra’, deze Christusbelijdenis, en de ekklesia, dat is de gemeente, horen bij elkaar. Want Christus is de vaste rots van ons behoud. Daarom zullen de poorten van de hel haar niet overweldigen. De poorten staan hier voor een stad en die stad staat hier voor een rijk. Dat is het rijk van de dood, het rijk van de antichrist. Want in het vervolg van dit gesprek heeft Jezus het over de satan (Matt.16: 23).

In de weergave van Johannes zegt Hij zelfs van de twaalf: ‘één van u is een duivel’ (Joh.6:70). Het rijk van de antichrist tracht zelfs de twaalf te overweldigen.

HET AMBT

Christus zal Zijn huis bouwen, dat is de gemeente. En – lezen we verder – Hij zal aan Petrus de sleutels geven. Maar dat zijn niet de sleutels van de gemeente maar van het Koninkrijk van God. Het gaat om het Evangelie, de verkondiging van dat Koninkrijk. Petrus weet dat. Hij zegt dat ook in de weergave van dit gesprek bij Johannes: ‘Heere, naar Wie zullen wij heengaan? U hebt woorden van eeuwig leven’ (Joh. 6:68). Petrus wordt in het predikambt gesteld. Op de eerste Pinksterdag is hij de eerste prediker. In Mattheüs 18 worden de ‘twaalf ’ in het ambt gesteld. Vervolgens in Handelingen 6 de ‘zeven’. Nog weer later ontbiedt Paulus in Milete de ouderlingen uit Efeze. Hij spreekt ze toe als opzieners (Hand.20:28). Zij allen zijn dienaren van het Woord. Christus noemt ze in de zeven gemeenten van Asia engelen, boodschappers (Openb.1:20; 2:1 enz.). Petrus krijgt wel de sleutels van het Koninkrijk van God maar Christus hanteert ze (Openb.2:7). Hij zegt: ‘Wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde zal in de hemelen ontbonden zijn.’ God in de hemel handelt naar de boodschap die Zijn dienaren in Zijn Naam aan de mensen op aarde overbrengen (Matt.16:18). Zie verder zondag 31 van de Heidelbergse Catechismus.

KRUIS EN OPSTANDING

Van toen aan begon Jezus met Zijn discipelen te spreken over Zijn kruisdood en opstanding. Nu wordt het helemaal duidelijk. In de naamsverandering van Simon in Petrus gaat het om de belijdenis van de kerk. En in die belijdenis staat centraal het Evangelie van Jezus Christus, onze Heere, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging (Rom.4:25).

TERUGVAL

Petrus is in het ambt gesteld ‘bij de gratie Gods’ (K.H. Miskotte). Van zichzelf kan hij het niet aan. Welke dienaar wel? Bij Petrus zie je telkens de terugval (Joh.21:20-22; Gal.2:11-14). Het dieptepunt is zijn verloochening van de Heiland. In zijn diepe val vangt de Heere hem op: ‘Simon, Simon, de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders’ (Luk.22:31-32).

Ds. H.J. de Bie uit Huizen is emeritus predikant.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De belijdenis van de kerk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's