Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zondige wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zondige wereld

Dr. A. van de Beek beschouwt de schepping vanuit Christus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Een lichtkring om het kruis stelt dr. A. van de Beek het geloof in God, de Vader, de Schepper van hemel en aarde aan de orde. Hij beschrijft dat geloof van binnenuit. Bekende themas van de klassieke scheppingsleer passeren daarbij de revue.

Dr. Van de Beek schenkt ons hiermee het vijfde deel in zijn dogmatische reeks Spreken over God, die hij in 1998 veelbetekenend inzette met het deel over Jezus Kurios. Nu is er dus een deel over de ‘scheppingsleer in christologisch perspectief ’. De hoogleraar schreef eerder een boek over de schepping. Dat was meer gefocust op de vragen die vanuit de wetenschap gesteld worden bij het scheppingsgeloof. In zijn nieuwste boek geeft hij een beschrijving van dat geloof van binnenuit.

UITVOERIGE EXEGESES
Het is een indrukwekkend boek geworden. Met hoeveel energie heeft de schrijver zich ook hiermee weer ingezet voor kerk en gemeente. En van hoe grote belezenheid geeft het blijk. Citaten van vroege kerkvaders ondersteunen menig keer het betoog. Maar ook de Middeleeuwen en de Reformatie, met name vertegenwoordigd door Calvijn, ontbreken niet. Uit de moderne tijd zijn het vooral Barth en Noordmans die de schrijver positief hebben beïnvloed. Maar voor alles wil de schrijver bijbels theoloog zijn. Vandaar dat ook in dit boek uitvoerige exegeses te vinden zijn. Deze zijn vaak verrassend en stimulerend voor de prediking in de gemeente. Wel vroeg ik me af of ze soms niet te veel omgebogen worden naar de lijn van het betoog.

TROOST
Van de Beek denkt ook over de schepping consequent vanuit Christus. Dat is voor hem niet alleen iets van strak logisch denken, het gaat hem ter harte. Geraakt als hij is door de liefde van God geopenbaard in het kruis van Christus, waarin God Zelf de pijn en de ellende van de oude wereld op Zich neemt. Daarin vindt hij ook een woord van troost te midden van de ellende van de wereld. Bijvoorbeeld voor de moeder van dat verkrachte meisje dat lichamelijk gesloopt in haar armen sterft. Bij alle scherpe intellectualiteit ligt er een gloed van vroomheid en bewogenheid over de inhoud van dit boek. Bij uitstek in de hoofdstukken over de vrijheid in Christus en de sabbatsrust. Ook verschillende diepborende analyses maken indruk, bijvoorbeeld die van het denken van Noordmans.

ADAM
Kijken we nader naar de inhoud, dan merken we hoe Van de Beek krachtig inzet met de betuiging dat alles door Christus geschapen is en onder Zijn macht staat. Vanuit het Nieuwe Testament leest hij daarbij telkens terug naar het Oude Testament. De geschapen wereld is een gevallen wereld. Al het idealiseren over een volmaakte wereld die voorafging, leidt ons maar af van de werkelijkheid waarin wij leven. Van de Beek wil dan ook niet weten van de driedeling van volmaakte wereld, verzoening door Christus en uiteindelijke verheerlijking. Hem gaat het om Adam,
die gevallen is, en Christus, Die in die val is ingekomen. Romeinen 5:12-31 is voor hem een bepalend Schriftgedeelte. Bij die zondige wereld hoort de mens als het beeld van God. De behandeling daarvan wordt kenmerkenderwijze niet, zoals doorgaans, gevolgd door een hoofdstuk over de zonde maar erdoor voorafgegaan. Met het beeld van God zijn ook verbonden de vragen rond de vrije wil.
Ook zaken die de mens te boven gaan, zoals hogere machten, engelen en demonen, licht de schrijver toe. Zo komt hij bij God Zelf uit. Hoe is Zijn relatie met het kwade? Van de Beek schurkt bij de evaluatie van verschillende visies daarop dicht tegen Calvijn aan.

WIJZELF
In de laatste hoofdstukken komen we weer dichter bij onszelf. Zij bespreken hoe we ons leven in de wereld mogen beleven in Christus. De ingehouden toon valt op. De uitbundigheid van Van Rulers Sta op tot de vreugde zullen we hier niet ongeremd aantreffen. De dingen waarvan we genieten mogen in dit leven zijn slechts toegift bij Christus.

VRAAGTEKENS
Zo wordt ons hier heel wat aangereikt. Het kan ons inzicht verrijken, ons bemoedigen in het geloof en ons thora geven voor ons leven in de 21e eeuw. Veel roept bij mij herkenning op en toch houd ik ergens een ongemakkelijk gevoel over. Vraagtekens genoeg dan ook. De kleinere moeten in dit bestek achter wege blijven. De grotere zijn ook al bij eerdere publicaties geplaatst, maar ze blijven wel branden.
Zo heb ik bijvoorbeeld de vraag of schepping en verzoening hier wel genoeg onderscheiden worden. Scheiden mag zeker niet. Het gaat de HEERE in het verzoenend werk van Christus om Zijn wereld. Maar onderscheiden blijft nodig. Krijgt anders het bestaan niet intrinsiek iets aangevochtens?
Van de Beek gebruikt een heel sterke uitdrukking voor de mens: een subversief (revolutionair) wezen. Dat geldt beslist voor de mens in de zonde. Maar heeft God hem dan zo geschapen? Als God niet zégt maar ziet dat alles wat Hij gemaakt heeft – dat is inclusief de mens – zeer goed is, kan dat dan subversiviteit insluiten?
Dat God in Christus dicht bij het kwade komt, is inderdaad alleen maar troostrijk, maar mogen wij mensen in denken en spreken het kwade ook zo dicht bij God brengen? Krijgt zelfs het kwade, en dan bedoel ik zeker ook de gevolgen van de zonde, haast niet iets normaals? Moet je dan ook nog een keer tegen een moeder van een verkracht meisje zeggen: ‘Het is nu eenmaal niet anders, het hoort erbij. Het bestaan is nu eenmaal aangevreten’? Komt tegenover de goedheid van het bestaan, zoals het uit Gods handen kwam, niet des te schrijnender uit dat het zo niet mag zijn en niet moet zijn? Zondag 1 uit de Heidelbergse Catechismus kan toch niet los gelezen worden van zondag 3? In dit verband telt ook de vraag of we de Schrift alleen van achteren naar voren, of ook van voren naar achteren moeten lezen. Er is toch ook een tegoed van het Oude Testament?

TAAK EN ROEPING
En als God in Christus de wereld met Zichzelf verzoend heeft en de Geest een onderpand is van de nieuwe wereld die in Hem gekomen is, bemoedigt ons dat toch ook in onze taak en roeping in de oude wereld? We moeten inderdaad maar niet te hoog van de toren blazen, dan heb je zomaar een toren van Babel. Maar dat hoeft ons niet te weerhouden om, hoe fragmentarisch ook, met vreugde en moed gestalte te geven aan het nieuwe leven.

MENSWORDING
Moeten we als het gaat over Christus en de schepping weliswaar geen scheiding, maar toch wel onderscheid maken tussen God de Zoon als de Eniggeborene van de Vader en de Zoon zoals Hij kwam in het menselijk
vlees en hing aan het kruis? Blijft er zonder vleeswording in het geheel niet te spreken over triniteit (blz.153)? Is God niet in Zichzelf een volheid en leven en liefde? Dat hangt ook samen met het denken over de menswording. Het gaat de schrijver er voor alles om dat God in Christus naar ons toe is gekomen tot in de gestalte van het kruis. Dat is wonderlijk en vertroostend genoeg. Maar Jezus Christus is toch ook de ware mens? Hij is geboren uit de maagd Maria, niet door de maagd Maria heen. En zeker niet uit de dood van de maagd Maria. Maar Hij is dan wel ontvangen van de Heilige Geest en daarom volmaakt en rein. Hij is de Knecht van de HEERE, Die niet alleen lijdt, maar ook leeft in onze plaats.

GETUIGENIS
De schrijver heeft met dit tweede boek over de schepping vooral een getuigenis willen geven van de heerlijkheid van Christus. De gestelde vragen zijn in dat licht betrekkelijk. Verschillende accenten in het getuigen van Christus kunnen elkaar ook aanvullen. Infralapsarisme en supralapsarisme hebben in de gereformeerde traditie beide hun plaats gehouden, zij het dat in de belijdenisgeschriften het infra de hoofdtoon houdt. Het lezen en bestuderen van dit boek kost de nodige inspanning, maar is bepaald geen vergeefse moeite.


N.a.v. Dr. A. van de Beek, ‘Een lichtkring om het kruis. Scheppingsleer in Christologisch perspectief ’; uitg. Meinema, Zoetermeer; 572 blz.; € 34,50.


Ds. J. Westland uit Putten is emeritus predikant.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De zondige wereld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 februari 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's