Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godsdienst en vrijheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Godsdienst en vrijheid

Teksten van De Brès tot Holdijk over tolerantie actueel

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Voor religie en vrijheid brengt dr. Bart Jan Spruyt teksten over rechtstaat, tolerantie en christelijk burgerschap bijeen. Zelf keert hij zich in de uitgave tegen een zogeheten ochlocratie, een regering van de massa.

‘Theocratie is geen politiek program of een regeringsvorm, maar de belijdenis dat de God die alles geschapen heeft, deze aarde bestuurt en in Zijn handen heeft, en dat Hij in Zijn Zoon Jezus Christus de machten heeft overwonnen. Het voorbeeld van Zijn geduld met mensen is het diepste argument voor tolerantie, gewetens- en geloofsvrijheid.’ Dit is de laatste van veertien stellingen die Bart Jan Spruyt opvoert in het boek Voor religie en vrijheid. Zijn inleidende hoofdstuk op de teksten loopt uit op stellingen.

ACTUEEL
Het thema van dit boek is actueel. Vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en tolerantie zijn aan de orde van de dag. Een probleemveld doet zich voor in kringen waar theocratie een politieke duiding krijgt op grond van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Daarin staan immers de befaamde woorden dat de overheid geroepen is valse godsdienst te weren en uit te roeien. Met name binnen de SGP wordt met het vraagstuk van de theocratie geworsteld. Vanouds kende de SGP daarom geen godsdienstvrijheid. In de huidige context echter worden in deze kring juist pleidooien gevoerd voor godsdienstvrijheid, vooral omdat het (orthodox-) christelijk geloof zelf in een minderheidspositie is komen te verkeren en meer en meer onder druk komt te staan van libertijnen van allerlei slag en soort, die religie uit de samenleving willen verbannen naar achter de voordeur. In zijn voorlaatste stelling citeert Spruyt de historicus prof.dr. A. Th. van Deursen: ‘Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis was in de zeventiende en achttiende eeuw niet aan de politieke orde, omdat de voorondersteling (een gereformeerde staat) zich niet had voorgedaan.’ Met andere woorden: dat weren en uitroeien van valse godsdienst is nooit toegepast.

VAN RULER
Spruyt stelt dat de term ‘theocratie’ binnen de SGP in zwang kwam toen ds. H.G. Abma (1917- 1992) de voorman was. Hij en de ‘late CHU-representanten binnen het CDA’ (C.P. van Dijk en G. van Leijenhorst) alsook mr. G. Holdijk, senator voor de SGP sinds 1991, oriënteerden zich op de hervormde theoloog A.A. van Ruler. Diens lezing voor de CSFR in 1956 over ‘theocratie en tolerantie’ is in dit boek dan ook het eerste van zeven teksten die vallen onder het hoofd ‘Theocratisch intermezzo’.
Bij Van Ruler leidt de belijdenis van het geduld van God over ‘kortzichtige mensenkinderen’ juist tot tolerantie, als vrucht van de ‘bevindelijke kennis en omgang van de mens met de Here’. Voor de kerk ligt dat anders: de kerk wil de gestalte van het Koninkrijk Gods aan de cultuur, predikend en belijdend, ‘opdrukken’. Het leven moet ontrukt worden aan de demonen van het heidendom. Zo is artikel 36 een geloofsartikel van de kerk, dat het welzijn van en de orde onder het volk beoogt. Maar de overheid, als die niet tolerant is (hoewel niet oeverloos), dan wordt ze volgens Van Ruler al snel gewelddadig.
Spruyt noemt deze gedachten van Van Ruler, hoewel op punten gedateerd (zo vlak na de Tweede Wereldoorlog), ‘oerreformatorisch’. Hier noemt hij ook de beroemde these van Van Ruler dat tolerantie een christelijke deugd is; niet een kwestie van concessie (toegeeflijkheid) maar van confessie (belijden).
Een van de stellingen van Spruyt is dan ook dat de Christusbelijdenis als vanzelf vraagt om de vrijheid van geweten en eredienst. Maar ook dat ‘het christelijk cultuurideaal’ gericht is op het scheppen en bewaren van ruimte en vrijheid waarin ‘het christelijk belijden en getuigenis’ (in de kerk en op school) mogelijk is.

DOORSLAAN
Nochtans kan tolerantie binnen de staat niet oeverloos zijn. Spruyt keert zich scherp tegen een zogenoemde ochlocratie, een regering van het gepeupel, van de massa. Daarin slaat bijvoorbeeld het gelijkheidsdenken door. Alleen het christelijk geloof kan een ochlocratie voorkomen: ‘zonder christendom geen democratie’. Christenen zijn er zich daarbij overigens wel van bewust dat de overwinning van Christus in deze wereld nog onvolkomen is en dat christelijke presentie daarom bescheiden zal zijn. Maar de overheid kan zich in plaats van als dienaresse Gods (Rom.13) ook openbaren als ‘antichristelijke, vervolgende macht’ (Openb.13). Daarom kan en zal christelijke tolerantie niet oeverloos zijn. Ze zal zich bijvoorbeeld niet ‘tot de intoleranten uitstrekken’.
Met dit laatste raakt Spruyt een gevoelige snaar in de actuele situatie. Velen die de mond vol hebben van vrijheid van meningsuiting, tonen zich intolerant ten opzichte van christelijke overtuigingen. Maar hoe tolerant een christen zelve ook behoort te wezen, hij/zij kan op zijn beurt geen vrij spel geven aan machten die de samenleving ondermijnen en daarmee in feite ook de democratie aantasten. Democratie zonder normen kan ontaarden in ochlocratie. Dat is de boodschap van Spruyt.

TEKSTEN
Spruyt legde al met al een actueel boek op tafel. Eigenlijk een boekje, want slechts een deel schreef hij zelf. Het overige bestaat uit historische teksten. Uit de zestiende eeuw bijvoorbeeld een brief van Guido de Bres aan Filips II, het politiek testament van Calvijn (een preek over 2 Samuel 5:1- 5, 1562 ), de Unie van Utrecht, artikel XIII (1579) en ook het complete Wilhelmus en liederen van Adriaen Valerius (1626). Onder het tweede gedeelte, het ‘theocratisch intermezzo, vallen, behalve genoemde lezing van Van Ruler, teksten van mr. Gerrit Holdijk (‘Theocratische tolerantie en democratische intolerantie’), Groen van Prinsterer, A.F. de Savornin Lohman, O. Noordmans, en mr. Paul Scholten (‘Christelijke vrijheid en Nederlanderschap’, 1940). Allen betrokken op de ‘historische kerk’ der Reformatie, die een getuigende kerk onder het volk zou wezen.

VRAAG
Het boek van Spruyt vertoont in zijn intentie parallellen met mijn boek Een land van minderheden. Tolerantie: waagstuk en vraagstuk (2008), waarnaar ook enkele keren verwezen wordt. Dat betreft ook de stellingen (‘een theocratisch manifest’) die ik daarin ontwikkelde. De christelijke historie van onze natie (voor Groen ‘het vlammend schrift van heilige God’) weegt bij Spruyt zwaar. Ik val hem daarin bij. In hoeverre kan echter de historie nog normerend zijn wanneer de samenleving kantelt? Bij Spruyt houdt tolerantie terecht geen ‘godsdienstgelijkheid’ in. Die kwestie zou in haar politieke consequenties breder aan de orde moeten komen. Dat geldt ook voor het karakter van de rechtstaat. In feite is binnen onze wetgeving de staat godsdienstneutraal. Toen ik dat in mijn boek benadrukte, kwam me dat op geduchte kritiek te staan. In enkele jaren tijd kwam er een omslag in denken: ‘We moeten staan en gaan voor godsdienstvrijheid.’ Dit vanwege eigen bedreigde positie. Het blijft een torso hoe men dan de huidige rechtstaat − op zichzelf een groot goed overigens −, maar nu vooral gebaseerd op het gelijkheidsprincipe, waarderen zal in het licht van de theocratie, niet als politiek systeem maar als belijdenis van de Christusheerschappij. De teksten in dit boek kunnen ons helpen.
Op de omslag van het boek prijkt het eerste raam van de St. Jan in Gouda, het Statenglas uit 1596 gewijd aan de vrijheid van consciëntie: een allegorie van ‘de overwinning van de gewetensvrijheid op de tirannie’. Heel symbolisch.

Bart Jan Spruyt (ed.) Voor religie en vrijheid. Protestantse teksten over rechtstaat, tolerantie en christelijk burgerschap. Uitg. De Banier, Apeldoorn; 303 blz., € 24,90.


Dr.ir. J. van der Graaf uit Huizen is voormalig algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Godsdienst en vrijheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's