Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Guido de Bres

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Guido de Bres

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) van Guido de Bres ontvangen we geen antieke doos van het voorgeslacht. De inhoud is het juist waard om te worden doorgegeven naar het hier en nu. Guido de Bres formuleert geloofstaal die haar spoor trekt tot op vandaag.

In de nacht van 1 op 2 november 1561 werpt Guido de Bres een exemplaar van de Nederlandse Geloofsbelijdenis over de muur van het kasteel van Doornik.
Daarmee legt hij in een veelbewogen tijd rekenschap af van de christelijke hoop. Op het titelblad van zijn confessie verwoordt hij dit met een verwijzing naar 1 Petrus 3:15: ‘Altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop die in u is.’

BREED DRAAGVLAK
Ruim 450 jaar geleden vond het belijden van De Bres haar weg in de wereld van toen. Inmiddels is zijn geloofsbelijdenis een klassieke kerntekst geworden voor de kerken, het geloofsleven en de gereformeerde theologie in Nederland.
Daarin zijn de drie oecumenische belijdenissen voorondersteld: de Apostolische geloofsbelijdenis, de geloofsbelijdenis van Nicea en de belijdenis van Athanasius. Behalve met de Vroege Kerk weet De Bres zich verbonden met gereformeerden door heel Europa. Zo is in zijn confessie onder meer de invloed van de Franse geloofsbelijdenis (grotendeels van Calvijn) en die van Beza merkbaar.
Voor zijn belijdenis zoekt hij een breed, internationaal draagvlak. Hij onderhoudt daarvoor contact met predikanten in Nederlandse vluchtelingengemeenten in Emden, Frankenthal, Frankfurt en Metz.

EENHEID IN DE LEER
Het exemplaar van de NGB dat in 1561 over de muur van het kasteel in Doornik wordt geworpen – de tweede Franstalige druk – is bestemd voor koning Philips II, heer der Nederlanden. In het tuinhuis van De Bres treffen de autoriteiten kort daarop nog eens tweehonderd exemplaren aan.
De oudste Nederlandse vertaling dateert van 1562. Negen jaar later vergaderen de Nederlandse kerken te Emden, waar men besluit de NGB als belijdenis te onderschrijven. De bedoeling is om daarmee eenheid in de leer tussen de kerken te tonen. Kort daarop nemen de kerken, in het deels bevrijde vaderland bijeen, het in Emden genomen besluit over. Predikanten zullen erop toezien dat ook schoolmeesters de belijdenis van Nederland ondertekenen.
De synode van Dordrecht (1618-1619) stelt met het oog op ondertekening een officiële standaardtekst in het Frans en het Nederlands vast. Zo trekt de gereformeerde geloofstaal haar spoor, in het begin nog onder de druk van ballingschapservaring en martelaarschap, onder moeilijke godsdienstpolitieke en militaire omstandigheden.
De NGB heeft haar plek bij de vorming van een gereformeerde identiteit. Ze is gemaakt met een ‘ghemeyn accoort door de gheloouighe, die in de Nederlanden ouer al verstroyt zijn’. Als belijdenis van Nederland weet zij veel protestantse gelovigen samen te binden. Ze geeft een krachtig getuigenis van eendracht van alle gereformeerden af.
Mede dankzij de ondertekening door predikanten, ouderlingen, diakenen, hoogleraren en schoolmeesters kreeg zij niet alleen invloed in het kerkelijke leven en in het onderwijs, maar ook in de cultuur en het politieke leven van Nederland.

GEEN MUSEUM
Wij zijn gereformeerde christenen van déze tijd, om dáárin rekenschap af te leggen van de christelijke hoop. We kijken wat de NGB betreft dankbaar terug naar gisteren, maar we geloven niet in een museum van de gereformeerde geloofstraditie. We verbinden haar geloofsinhoud met de situatie van vandaag. De antwoorden die in deze oudste gereformeerde belijdenis in ons land voorhanden zijn, dienen getoetst te worden op hun actualiteit.

SCHEPPING
Waar De Bres over de schepping spreekt bijvoorbeeld, maakt hij een geloofskeuze: aan het begin van mens en wereld staat God als Schepper van hemel en aarde. Dat is uiterst relevant voor vandaag. En ook heel positief: de schepping is Gods prachtige boek. We zijn door Gods goedheid omgeven. De oneindig verheven Heere van de engelenwereld is ons nabij. We leven en zijn er niet zomaar. Daarbij moeten we niet uit het oog verliezen dat de Schepper meer is dan Zijn schepping. Mens en wereld vallen niet met God samen.
De Bres noemt een nog duidelijker manier om God te leren kennen, namelijk door het door God gesproken Woord (art.2). Profeten en apostelen spraken woorden van God in een specifieke situatie, ieder vanuit eigen invalshoek, met de gaven van persoonlijk karakter, taalgebruik en stijlhantering.
We geloven met De Bres (art.2-7) dat dit eeuwenlange proces van spreken en schriftelijke vastlegging van Gods boodschap zich voltrok onder de bijzondere zorg van Gods Geest. Het gezag van de Heilige Schrift dient daarom te worden erkend, wat heel belangrijk is in een tijd van toenemende bijbelkritiek en groeiende afkeer van gezag.
Spreken over ‘godsbeelden’ en ‘God ervaren’ is echt iets van onze tijd met haar ervaringscultuur. De godsleer in de NGB (art.1,8-9) heeft hier al aandacht voor. Deze wijst op de ‘werkingen’ van de drie Personen ‘die wij in ons gevoelen’.
De toegang tot het paradijs werd door de zondeval gesloten. Mens en wereld zijn van God vervreemd geraakt. Maar God zocht zondaren op, beloofde Jezus Christus als Middelaar. Als ‘werkelijk onze Immanuël’ besteedt de NGB (art.10,17-19) ruime aandacht aan de christologie. Sterk accent valt op Christus naar Zijn mensheid. Zo wordt Christus dicht bij ons gebracht.

SAMENLEVING
De kerk volgt haar Heere, die ook Heer is van de wereld. Hij staat boven koningen, presidenten en boven alle machthebbers. De NGB verbindt Gods wil met wetten en staatsregelingen, zodat op aarde alles in goede orde toegaat. Nu lijkt door de scheiding van kerk en staat artikel 36 irrelevant in de hedendaagse context. Het artikel over de overheid nodigt uit tot intensief gesprek over de actuele plaats van de kerk in de samenleving.
Zo’n doordenking kan hernieuwde inzichten bieden voor de christelijke sociale en politieke ethiek. De kerk ontvangt van God vandaag een plaats in een samenleving waar wereldreligies worden aangehangen en ongeloof heerst. Die plurale samenleving leeft van Gods geduld; de buurt, het dorp of de stad waarin we wonen, net als heel de grote wereld. Zo kan de NGB stimuleren om verder te komen om God ter sprake te brengen in deze complexe werkelijkheid.
Ondertussen zijn we realistisch genoeg om te bedenken dat gereformeerde christenen niet allemaal gelijke politieke en maatschappelijke consequenties trekken uit het evangelie en uit de geloofsbelijdenis van Nederland.

VOEDINGSBRON
Gereformeerde kerkdiensten zijn nog steeds mogelijk. De Heere toont zich geduldig. Zijn liefde en onverdiende gunst zijn groot. Hij werkt in de wereld van de 21e eeuw wonderen, net zo goed als in de zestiende eeuw.
Als het belijden uit de reformatietijd één ding duidelijk maakt, dan is het dit: het draait om geloof in de levende Heere. Hij is de Heere van de Schriften. Zonder die voedingsbron valt de vitaliteit van het gereformeerde belijden weg. Wat dan rest, is dode orthodoxie.
De oude belijdenis van Nederland wordt door tien en meer keer gereformeerd erkend, maar de kerken die echt plek geven aan deze confessie, leven door cultuurverschillen, geloofsbeleving, manier van kerkzijn, inrichting van de kerkdienst, vormgeving van de liturgie soms heel ver uit elkaar.

GELOOFSGETUIGENIS
Deze situatie van verwardheid maakt het buitengewoon moeilijk om tot een gezamenlijk eigentijds geloofsgetuigenis te komen. Ondanks dat moeten we met elkaar en met de kerk van vroeger in gesprek blijven.
Van De Bres kunnen we leren dat christelijk geloof verteld en voorgeleefd wil worden. Het exemplaar dat hij over de muur van het kasteel van Doornik gooide, onderstreept dat we zowel met elkaar hebben te belijden, als naar onze omgeving.


LEVEN EN WERK
Guido de Bres (1522-1567) woont en werkt in de zuidelijke Nederlanden, het tegenwoordige België. Vanwege de geloofsvervolging vlucht hij naar Engeland, waarna hij gaat studeren bij Calvijn in het Zwitserse Genève. Vervolgens wordt hij hulppredikant in de gereformeerde kerken in Noord-Frankrijk. Hij en zijn broer Christophe smokkelen geschriften van Calvijn de Nederlanden binnen en verspreiden die.
De Bres is opsteller van de Confession de foy, in het Nederlands de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Behalve die schrijft hij onder meer het pamflet Gebed tot de Heer. Daarmee wil hij mensen ondersteunen die zich in gereformeerde kerken ondergronds moeten organiseren.
Vanaf 1559 geeft hij als predikant vanuit Doornik, de belangrijkste Franstalige ondergrondse kern, leiding aan ondergrondse kerken in Rijsel en Valenciennes. Kerk en geloof staan in die tijd zwaar onder druk van de overheid. Met zijn boekje De staf van het christelijk geloof wil hij protestantse medegelovigen een christelijk weerwoord aanreiken bij geloofsonderzoek door inquisiteurs.
De Bres wordt veroordeeld tot de galg en sterft als martelaar.


In deze reeks komende opvallende figuren uit de kerkgeschiedenis naar voren, telkens aan de hand van een gebeurtenis of publicatie. Volgende week zoomt dr. W. van ’t Spijker in op Johannes Bogerman en de synode van Dordrecht.


Dr. F. van der Pol is hoogleraar Nederlandse Kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit Kampen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Guido de Bres

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 mei 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's