Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KORTGENE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KORTGENE

Pastorieën [3, K.H. Miskotte]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kornelis Heiko Miskotte (1894–1976) is één van de grote figuren van de Nederlandse kerk- en theologiegeschiedenis van de twintigste eeuw. Zijn oeuvre is groot en groots.

Dr. O.W. Dubois uit Berkenwoude is historicus.

Zijn werk bevat veel belangrijke theologische en literaire studies die op zijn tijdgenoten en latere generaties grote indruk hebben gemaakt. Van zijn theologische geschriften vermeld ik zijn dissertatie Het wezen der Joodsche religie. Bijdrage tot de kennis van het joodsche geestesleven in dezen tijd (1932) en Edda en Thora. Een vergelijking van germaansche en israëlitische religie (1939).

Dit laatste boek, dat tegen de achtergrond van het nationaalsocialisme in Duitsland een hoogst actuele betekenis had, is tijdens de bezetting voor vele Joden een bron van kracht in alle kommer geweest, zo vermeldt Abel Herzberg met dankbaarheid in zijn Kroniek der Jodenvervolging (1978). Van de vele fraaie literaire studies – Miskotte was een buitengewoon groot liefhebber van literatuur – mag genoemd worden Messiaansch verlangen. Het lyrisch werk van Henriëtte Roland Holst (1941). Dit is een prachtige studie die weidse perspectieven opent.

Een rijke wereld van geest en schoonheid en een gevoelsleven van grote diepte en innigheid vinden we ook in zijn Dagboeken. Hier is gevoel ziel geworden. Ziel, die in het gedicht ‘Mei’ van Herman Gorter de vlam is in het leven van dichters heet te zijn.

BOEKENKASTEN

Deze wereld is al in de kiem aanwezig als de 26-jarige Miskotte op 22 mei 1921 zijn intree doet in Kortgene, waar hij tot 1925 zal blijven. De tekst van zijn intreepreek is Lukas 22:27: ‘Ik ben in het midden van u als één die dient.’ Groot is het verlangen van Miskotte, die al als jongen van tien jaar zijn roeping tot het ambt heeft ervaren, de dienende liefde van Jezus te vertegenwoordigen en een afschijnsel te zijn van het priesterlijke.

De jonge predikant is ongehuwd, hij zal pas op 10 september 1923 in het huwelijk treden. Samen met zijn zuster Gerda, die de taak van het huishouden op zich neemt, betrekt hij de pastorie. Deze woning is weinig comfortabel. Het lekt en tocht, maar de inrichting is smaakvol. Aan de wanden hangen reproducties van Breughel, Holbein, Van Gogh en Toorop en de boekenkasten bevatten werken van negentiende- en twintigste-eeuwse schrijvers en dichters als Dostojewski, Thomas Mann, Van Eeden, Gezelle, Boutens en Henriëtte Roland Holst. Daarnaast is er natuurlijk de theologie, met name de werken van diepe en fijnzinnige J.H. Gunning (1829–1905). Aan hem dankt Miskotte de diepste aandoening van zijn jeugdjaren.

In deze Zeeuwse jaren werkt hij mee aan de uitgave van het vijfdelige Leven en Werken van Prof. Dr. J.H. Gunning (1923–1925).

TOEWIJDING

Miskotte is vervuld van een hoog roepingsbesef en met priesterlijke toewijding en profetische geladenheid doet de jonge prediker al het mogelijke een nieuw leven uit het Woord Gods te wekken, zo schrijft H.C. Touw in een bundel over Miskotte (1961). Dat blijft niet zonder vrucht, want vele jaren nadien zijn er nog Kortgeense gemeenteleden die zich scherp herinneren ‘hoe zij op een zeer bijzondere wijze onder het beslag kwamen van deze prediking, waardoor de Heilige Schrift geheel nieuw voor hen ging leven, waardoor ongekende diepten en hoogten van het Evangelie zichtbaar waren’.

Dit zijn echter slechts enkelen. Mogelijk zijn het dezelfde mensen als degenen die deelnemen aan een door hem opgezette literaire kring waarin de Nederlandse letterkunde sinds de Tachtigers wordt besproken en voorgedragen. We kunnen ons voorstellen hoe boeiend deze literaire avonden met een zo bezielde en begaafde gids als Miskotte, die zelf ook declameerde, moeten zijn geweest.

VREEMDE PREDIKING

De prediking van Miskotte ondervindt dus bij enkelen wel waardering, maar over het geheel genomen wordt zij toch als uiterst vreemd en nieuw ervaren. Een verklaring hiervoor, zo schrijft Touw, kan hierin worden gevonden dat het gemeentelijk leven van Kortgene, destijds nog een uiterst geïsoleerd Zeeuws dorp, zeer traditioneel en dor was, vol wantrouwen tegen alles wat nieuw was.

Miskotte zelf, zo lezen we in zijn dagboek van 1922, constateert eveneens weinig geestelijk leven in zijn gemeente. Hij betreurt het dat er weinig manslidmaten zijn, de kerkenraad uiterst passief is, de boeren zonder sociaal besef en de arbeiders vroom-berustend zijn. Naar zijn vermogen heeft hij zich echter niettemin volledig ingezet voor de geestelijke vorming en opbouw van zijn gemeente.

GEMEENTEBLAADJE

Een belangrijk middel hiertoe, naast het gewone pastoraat en de zondagse prediking, is het door hem opgezette en geschreven Gemeenteblaadje Cortgene, dat onder de titel … als een die dient. Volledige uitgave van het Gemeenteblaadje Cortgene 27 oktober 1923-4 april 1925 in 1976 in boekvorm is verschenen. Dit gemeenteblaadje is rijk van inhoud. De arbeid eraan is Miskotte bijzonder lief. Hij stelt dankbaar vast dat er een bijzondere zegen op rust. Tegelijk erkent hij zijn eigen minder edele motieven: is er naast echte liefde voor de mensen misschien ook sprake van een kleine vergoeding voor verloochende literaire neigingen en verlangen naar speelruimte voor de ziel?

GEZAGHEBBEND

Naast overdenkingen van brede omvang en bijzondere diepte, zoals over het lijden en over Gods geopenbaarde wil, vinden we in het Gemeenteblaadje overdenkingen die Miskotte laten zien als een gids die mensen gevoel voor schoonheid wil bijbrengen. Hoe breng ik, zo vroeg hij zich af, meer schoonheid, eenvoudige schoonheid in de huizen, laat ik zien dat schoonheid voor mij onlosmakelijk samenhangt met wat wij geestelijk leven noemen; het zou toch zo moeten zijn dat de wind van het eeuwige Evangelie de miezerigheid uit de levens zou wegbezemen.

Tevens schroomt hij niet kritiek op verkeerde dorpszeden uit te oefenen. Opvallend bij dit alles is de overtuigingskracht en het gezag waarmee deze nog jonge dorpsdominee sprak. Hij was een dorpsdominee die zou uitgroeien tot een gezaghebbend figuur in kerk en theologie.

Niettemin concludeert hij bij zijn afscheid van Kortgene openhartig dat de verhouding van de gemeente tot hem was geweest als die van een ongelukkig huwelijk, waarin beide partners niet kwaad zijn, maar niet bij elkaar passen. In de afscheidsdienst preekt hij over Markus 4:24: ‘Ziet wat gij hoort. Met wat mate gij meet, zal u gemeten worden, en u die hoort, zal meer toegelegd worden.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

KORTGENE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's