Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STRIJD EN LOFPRIJZING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STRIJD EN LOFPRIJZING

Simon Zelotes en Judas van Jakobus stierven 1950 jaar geleden

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De apostelen Simon Kananites en Judas Jakobi (ofwel Thaddeüs/Lebbeüs) stierven in 65 na Christus de marteldood. Dat is nu 1950 jaar geleden. Wie waren zij eigenlijk?

Ds. H.J. de Bie uit Huizen is emeritus Predikant

Simon Zelotes en Judas, (de broer) van Jakobus zijn de laatste twee apostelen van de lijst in Handelingen 1. Is die rij zomaar een opsomming van namen of zit er een bepaalde gedachte achter?

DE TWAALF

Met de twaalf (Hand.6:2) zijn de discipelen bedoeld die getuigen zijn geweest van de Heere Jezus toen Hij onder hen verkeerde, vanaf Zijn doop door Johannes tot de dag van Zijn hemelvaart (Hand.1:21v.).

Voorop staat Petrus. In de lijst bij Mattheüs wordt hij zelfs ‘eerste’ genoemd (10:2). Dat valt op. Petrus is namelijk niet de eerste die door de Heiland werd geroepen als discipel. Dat is Andreas. Hij vond zijn broer Simon en leidde hem tot Jezus (Joh.1:43). Daarmee is van meet aan het doel van het apostolaat, vooral ook van de apostolische prediking, gesteld: mensen leiden tot Jezus (Matt. 10:7v.).

Dat Petrus toch vooropgaat, wordt ook direct duidelijk in Johannes 1. Want Jezus kijkt hem aan en zegt dan tegen hem: ‘U bent Simon, de zoon van Jona: u zult Kefas genoemd worden, wat vertaald wordt met Petrus’ (vs.43).

BELIJDENIS

Simon wordt Petrus om zijn petra. Dat is de belijdenis die hij aflegt op het keerpunt van het Evangelie, als namelijk het kruis in zicht komt: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’ Simon is niet uit zichzelf op die gedachte gekomen. De Heiland zegt: ‘Mijn Vader, Die in de hemelen is, heeft u dat geopenbaard.’

Dat is de rotsvaste belijdenis waarop Christus Zijn gemeente zal bouwen. Alles draait daarin om het ‘U bent het!’ (Matt.16:16- 18). Het apostolaat is Messiaans. Dat heeft zijn wortels al in het Oude Testament. In de zegening van Juda door vader Jakob klinkt ook het ‘U bent het!’: ‘Juda, jij bent het, jou zullen je broers lo ven!’ (Gen.49:8). Christus is het enige fundament (1 Kor.3:11). Het is op het pinksterfeest dan ook Petrus die daar met de elf andere apostelen staat en getuigt: ‘Jezus, de Zoon van David, Hij is het, door God gemaakt tot een Heere en Christus, Hij Die u gekruisigd hebt’ (Hand.2:36).

ORDENING

In de apostellijst van Mattheüs 10 is een zekere ordening te zien. De apostelen worden verdeeld in drie groepen van vier. De eerste groep begint met Petrus, de tweede met Filippus en de derde met Jakobus, de zoon van Alfeüs. Datzelfde stramien vinden we ook terug in Handelingen 1, al worden hier en daar de namen verwisseld. Is deze ordening een signaal? De ordening in het apostolaat vraagt om een goede opzet of organisatie van de zending en – in het verlengde daarvan – ook om zoiets als een kerkorde voor het kerkelijk leven. Laat alle dingen op gepaste wijze en in (goede) orde gebeuren (1 Kor.14:40).

In Mattheüs 10 zendt de Heere Jezus de apostelen twee aan twee uit. Simon Kananites en Judas Iskariot vormen het zesde tweetal. Maar Judas heeft de Meester verraden. Hij keert niet terug in de apostellijst van Handelingen 1. Zijn plaats wordt ingenomen door een andere Judas. De Statenvertaling (SV) en de Herziene Statenvertaling (HSV) noemen hem de broer van Jakobus. Het woord broer staat niet in de grondtekst, maar de HSV heeft het in navolging van de SV tussengevoegd.

STRIJDER

Lukas zegt zowel in zijn evangelie als in het boek Handelingen dat Simon als bijnaam Zelotes heeft. In Mattheüs en Markus heeft hij als toevoeging Kananites. Dat wordt wel eens uitgelegd als afkomstig uit Kana. Maar dan zou je eerder als voorvoegsel ‘is’ verwachten zoals bij Judas Iskariot, de man uit Kariot.

Het woord zeloot kan in het algemeen ijveraar betekenen, maar zo willen veel Joden in die tijd zichzelf zien. We horen later Jakobus tegen Paulus zeggen: ‘U ziet, broeder, hoeveel duizenden Joden er zijn die geloven; en ze zijn allemaal ijveraars voor de wet’ (Hand.21:20; zie ook 22:3). Het ligt dan ook veel meer voor de hand in de zeloot een aanhanger te zien van de zeloten, de vierde stroming in het vroege Jodendom naast de sadduceeën, de farizeeën en de essenen.

ZELOTEN

Sporen van de beweging van de zeloten zijn ook elders in het Nieuwe Testament te vinden. Zo vertellen Markus en Lukas van Barabbas dat hij om een of ander oproer en een moord in de gevangenis was geworpen (Mark.15:7; Luk.23:19). Hij was blijkbaar niet zomaar een moordenaar, maar wat wij tegenwoordig een terrorist noemen.

Opvallend in dit verband is dan ook dat de Heere Jezus afstand neemt van alle geweld. Bij zijn gevangenneming horen wij Hem zeggen: ‘Doe uw zwaard terug op zijn plaats, want allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen’ (Matt.26:52). Simon is als zeloot een strijder gebleven. Want in de verkondiging van het Evangelie gaat het om strijden én overwinnen, zoals daarover in het klassieke doopformulier gesproken wordt. Meer weten we niet van hem, maar meer is ook niet nodig.

GODLOF

Het laatste drietal uit de apostellijst in Handelingen 1 bestaat uit Jakobus, (de zoon) van Alfeüs, en Simon Zelotes, en Judas, (de broer) van Jakobus. Merkwaardig is dat de SV en de HSV in deze ene regel twee verschillende tussenvoegsels hebben aangebracht:

‘(…) Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Simon Zelotes, en Judas, de broer van Jakobus’. Het tussenvoegen van ‘zoon’ werkt in dit verband alleen maar verduidelijkend. Dat laat de tekst ongerept. Maar door het invoegen van ‘broer’ wordt de tekst een bepaalde wending gegeven. De SV ziet in Judas een broer van Jakobus, de broer van Jezus die later de leider wordt van de gemeente van Jeruzalem, de moedergemeente van het vroege christendom. Calvijn doet dat ook.

Deze Jakobus is de schrijver van de brief van Jakobus. Judas als zijn broer zou dan de schrijver van de brief van Judas zijn. Maar dat laatste klopt niet. De schrijver van deze brief maakt namelijk onderscheid tussen zichzelf en de apostelen (Jud.17). Zowel Jakobus als Judas noemt zich in de aanhef van zijn brief niet apostel, maar dienstknecht van Jezus Christus. In de apostellijst van Mattheüs komt Judas van Jakobus niet met zoveel woorden voor. Daar heet hij Lebbeüs, die ook Thaddeüs genoemd werd. Achter Thaddeüs gaat de Aramese naam Taddaj schuil. Deze naam heeft dezelfde grondbetekenis als de Hebreeuwse naam Judas, namelijk (God)lof.

AANSTEKER

In dezelfde apostellijst van Mattheüs staat de bijnaam van Thaddeüs voorop. Hij wordt namelijk Lebbeüs genoemd. Daarachter zit volgens mij het Aramese woord labaj, dat teruggaat op een woord dat aansteken begint. Daarmee is het optreden van deze Judas getypeerd.

Van die andere Judas, Judas Iskariot, wordt gezegd ‘die Hem ook verraden zou’. Maar deze Judas is een aansteker. In de verkondiging van het Evangelie van het Koninkrijk van God zet hij de mensen in vuur en vlam.

JUDAS’ VRAAG

Het enthousiasme van Judas voor de zaak van Jezus blijkt ook uit zijn interruptie als de Heiland spreekt over de belofte van de Heilige Geest (Joh.14:15-31). Dat is de wondere innigheid van het geloof. ‘Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u’. Het is opgaan in de liefde van God en tot God. Het is je houden aan wat Jezus zegt: ‘Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.’

Maar Judas wil meer. Eigenlijk zou Jezus Zich moeten openbaren aan de hele wereld. Dat zal ook eens gebeuren. Maar daar gaat het nu niet om. Nu komt het erop aan dat je in acht neemt wat de Heere Jezus jou zegt. Dat is het bewijs dat je Hem lief hebt. ‘Hoe zal dan,’ zegt Jezus, ‘Mijn Vader hem liefhebben en Wij zullen naar hem toekomen en bij hem intrek nemen.’

NAMEN

Volgens overlevering zijn beide apostelen in het jaar 65 de marteldood gestorven, nu 1950 jaar geleden. Maar belangrijker nog is wat schuilgaat achter hun namen. Zij doen ons denken aan twee aspecten van de apostolische verkondiging van het Evangelie van het Koninkrijk van God. Dat zijn strijd en lofprijzing. Want het geloof in onze Heere Jezus Christus is strijden én overwinnen. Zo gaat de verkondiging over in lofprijzing. Dat werkt aanstekelijk. Daar word je vanbinnen warm van. God lof.


ACHTERGROND

Simon Petrus, eerste. Het bijvoeglijk naamwoord eerste zonder lidwoord betekent niet de eerste in rangorde (Matt.23:8-12) maar is te vergelijken met Genesis 1:1. Letterlijk staat er: ‘In begin’. Dat is in goed Nederlands: ‘om te beginnen’. Dat wil zeggen: zoals het uitgangspunt van de Thora de schepping is, zo is petra, de belijdenis ‘Jezus is de Christus’, het uitgangspunt voor het apostolaat. Paulus zegt van zichzelf: Als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen (1 Kor.15:8). Daarmee is de kring rond.

Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, worden door Jezus genoemd Boanerges, ‘zonen van de donder’ (Mark.3:17).

Filippus was evenals Petrus en Andreas afkomstig uit Bethsaïda (Joh.1:45).

Bartholomeüs is de Griekse vorm van Bar-Tlmai; waarschijnlijk de bijnaam van Nathanaël (Joh.1:46-52).

Jakobus, de zoon van Alfeüs, is waarschijnlijk Jakobus de kleine, broer van Joses, kinderen van Maria, de zuster van de moeder van de Heere, de vrouw van Kl(e)opas (Joh.19:25; het tussenvoegsel ‘en’ in de HSV staat niet in de grondtekst). Alfeüs is dan de bijnaam van Kleopas en zou kunnen teruggaan op het Aramese werkwoord alaf, ‘leren’, ‘disputeren’. Kleopas ‘disputeert’ met de opgestane Heiland op weg naar Emmaüs (Luk.24:18). Matthias werd met instemming van allen aan de elf apostelen toegevoegd (Hand.1:26).


In zijn ‘Laatste avondmaal’, dat voorbeeld voor dit raam was, plaatste Leonardo da Vinci de discipel Simon Zelotes uiterst rechts, met Judas van Jakobus naast hem.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

STRIJD EN LOFPRIJZING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 september 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's