Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE ROL VAN OUDERS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ROL VAN OUDERS

Totale geloofsopvoeding moet voldoende aandacht krijgen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het catecheseseizoen is weer begonnen. Predikanten, mentoren en tieners ontmoeten elkaar wekelijks voor kerkelijk onderwijs. Van ouders hoor je echter weinig. Moeten zij niet meer bij de catechese worden betrokken? En hoe dan?

Ds. A.L. Molenaar, predikant van de hervormde gemeente van bijzondere aard in Yerseke, vindt de vraag een beetje suggestief. Kan ik nu echt stellen dat ouders niet zo betrokken zijn? vraagt hij zich af. ‘In mijn gemeente is wel degelijk sprake van betrokkenheid van ouders en kerkenraad. Ze vinden het van groot belang dat er goede catechese wordt verzorgd. Tijdens het beroepingswerk is dit uitgebreid ter sprake gekomen als een belangrijk onderdeel. Het is een jonge gemeente. Van de 340 leden zijn er 180 onder de 25. Ouders hier sturen hun kinderen en die komen.’

VANZELFSPREKEND

Bij de familie Bal - vader (53), moeder (46), drie zonen (23, 21, 16) en een dochter (11) - werkt het ook zo: je gaat gewoon naar catechisatie. Daar wijkt het gezin niet snel van af, ook niet voor huiswerk. ‘Dat maak je dan zaterdag maar’, houdt mevrouw Bal haar kinderen voor. ‘Die drie kwartier op maandagavond kun je heus wel weg.’ Kan één van de kinderen bij hoge uitzondering een keer niet naar catechisatie, dan lost hun moeder dat niet voor hen op. ‘Bel zelf de dominee maar’, zegt ze dan. Dat werpt een drempel op.

De doopbelofte ‘je kind te doen en te helpen onderwijzen’ houdt voor vader en moeder Bal ook in dat ze hun kinderen naar catechisatie sturen. ‘Dat is er voor hen, het is een voorrecht en dat stimuleren we als ouders.’

Deze vanzelfsprekendheid ten opzichte van catechisatie komt voor mevrouw Bal wel onder druk te staan als de catechese niet goed zou lopen, als de kinderen er niets leren of de orde ver te zoeken is. ‘Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor de kerkenraad. Bij ons speelt dat nu niet. Onze dominee is leraar geweest en ze gebruiken een leuk boekje.’

PRIVÉ

Ds. Molenaar merkt dat een grote groep ouders biddend betrokken is bij de catechisatie. ‘Ook hoor ik soms dat ze aan de jongeren vragen hoe het was op catechisatie. Af en toe schieten ouders me aan en vragen: ‘Dominee, gedraagt-ie zich wel een beetje op catechisatie?’ Dat klinkt summier, maar er blijkt betrokkenheid uit. Of ouders signaleren een probleem bij hun zoon of dochter. Dan hebben we een gesprek, ook op het gebied van geloofsontwikkeling.’ Het is natuurlijk de vraag hoe ver je wilt gaan met die ouderbetrokkenheid, stelt de predikant vast. ‘Moeten ouders alles onder controle hebben? Van mij hoeft dat niet.’ Mevrouw Bal is het met hem eens: ‘Als de kinderen thuiskomen uit school of catechisatie vraag ik bijvoorbeeld: ‘Hoe was het? Was iedereen er? Nog wat leuks meegemaakt? Maar we overvragen ze niet. Ik hoef niet van minuut tot minuut te weten wat ze gedaan hebben. De ene keer praten ze wat meer dan de andere keer. Dat mag. Ze mogen ook een stukje privé hebben.’

De jeugdouderling in Yerseke voerde eens met elke tiener een gesprekje. ‘Wij vonden het mooi dat een kerkenraadslid hun echt persoonlijke aandacht gaf. Ouders moeten dan niet willen achterhalen wat er is gezegd.’ Dat is geen gebrek aan betrokkenheid, vindt ze. ‘Een kind moet bij iemand zijn verhaal kunnen vertellen. Vertrouwen naar een jeugdouderling of predikant is waardevol.’

AMBTELIJKE OPDRACHT

Tieners zelf stellen het meeleven van hun ouders bij wat er gebeurt op catechisatie zeker op prijs, schat ds. Molenaar in. ‘Maar met mate. Je moet je er niet te veel mee bemoeien. Het gaat om gepaste betrokkenheid. Vraag waar het over ging en probeer het persoonlijk te maken: Hoe vond je dat? Hoe ervaar je dat?’

De predikant signaleert dat ouders wel degelijk betrokken zijn op de catechese. ‘Niet alleen hier, ook elders. Maar men weet: het is de taak van de dominee of de catecheet.’ Zo staat hij daar zelf ook in. ‘Ambtelijk gezien is het de opdracht van de predikant.’

CLUB

Dat kinderen van hun ouders mogen kiezen tussen club en catechisatie vindt ds. Molenaar geen goede zaak. In zijn eigen gemeente gebeurt dit niet, maar op andere plaatsen komt het wel voor. ‘Jammer’, oordeelt mevrouw Bal. ‘Bij ons mogen ze niet kiezen. Het is allebei belangrijk, maar ik zou catechisatie boven de club zetten.’ Ze is in haar oordeel wel terughoudend als het over anderen gaat. ‘Bij rebellerende jongeren kun je er als ouders voor kiezen om een compromis te sluiten. We zijn dankbaar dat dit bij ons nog nooit nodig is geweest.’

GELOOFSOPVOEDING

Hoe kunnen ouders hun betrokkenheid het beste laten blijken?

Ds. Molenaar: ‘Ik zou graag willen dat ouders in gesprek gaan over wat er behandeld is. Maar wees wel realistisch. Jongeren in de leeftijdsgroep van twaalf tot zestien zitten op slot. Als het over de diepste zielenroerselen gaat, zijn ze vooral richting ouders niet zo open. Het contact met de dominee is anders. Ik heb prachtige gesprekken met jongeren van dertien, veertien jaar.’

Ouderbetrokkenheid start volgens ds. Molenaar niet bij kinderen van een jaar of elf. ‘Het moet beginnen in de wieg. Je neemt je kind in de armen en zingt en bidt met hem of haar. Als ze kunnen zitten, neem je een kleuterbijbel en je vertelt er iets bij. Begin je later, dan ben je te laat.’

Hij hoopt dat ouders hun kinderen van jongsaf leren wat het is om de Heere te dienen en Hem lief te hebben. Dat brengt de doopbelofte met zich mee, vindt de predikant, maar juist op dit punt heeft hij zijn vragen. ‘Hoe geven ouders de totale geloofsopvoeding handen en voeten? Daar schrik je soms van.’ Door middel van een opvoedingskring is veel winst te behalen, verwacht hij. ‘Als je de eerste twaalf jaar investeert in de godsdienstige opvoeding van je kind, dan betaalt zich dat terug in de puberteit.’ Betrokkenheid zit voor de predikant dus niet zozeer in de catechesebegeleiding, maar in de hele geloofsopvoeding.

IN DE PREEK

Om ouders te betrekken bij de catechese deelt ds. Molenaar in de wekelijkse nieuwsbrief van de gemeente wel eens iets wat hij mooi vond op catechisatie. ‘Dat zou structureler kunnen.’ Ook in preken komt het soms terug.

‘Deze week hadden we het over… Op die manier breng ik de catechese in het midden van de gemeente.’

Mevouw Bal: ‘Ik vind het mooi als de dominee er in de preek iets over zegt. Je weet dan wat er bij tieners leeft. Bij ons wordt er thuis dan ook over doorgesproken.’

Ze zou het prettig vinden als er wat vaker een stukje in de kerkbode zou staan, zoals ook de vrouwenvereniging en de clubs melden wat ze gaan behandelen of behandeld hebben. ‘Dat is niet alleen voor mij en mijn kinderen, maar voor de hele gemeente positief. Ook een ouder echtpaar dat geen tieners meer heeft, kan dan met jongeren een gesprek aangaan. Dat landt soms beter dan wanneer ouders dit zelf doen.’

RELATIE

Het allerbelangrijkste voor de catechese is volgens ds. Molenaar relatie. ‘Dat is het sleutelwoord. Voor predikanten - en ook voor ouders - is de grote vraag hoe ze een goede relatie met de kinderen opbouwen. Zonder relatie geen onderwijs. Deze les heb ik op het vmbo geleerd.

Relatie is wel wat anders dan maatjes worden. Ik ben docent. Ik wil jou iets leren. Daar word je wijzer van. Tegelijk wil ik dicht bij je staan.’ Daarom moeten zijn catechisanten een uitgebreide vragenlijst invullen. ‘Zo geef ik een signaal af: jij bent boeiend, ik geef om je, ik wil je leren kennen.’

MACHTELOOSHEID

Toch weigeren sommige jongeren naar catechisatie te gaan. ‘Ouders zeggen: ‘Het lukt niet.’ Dan probeer ik individueel wat tips te geven. Jongeren zeggen zelf tegen me: ‘Ik geloof niet meer en dus kom ik niet naar catechisatie.’

Dan ga ik het gesprek aan. Soms zitten er diepe vragen achter, over het lijden bijvoorbeeld. Zolang ik een gesprek en openheid heb, houd ik moed.

Maar ik kan ze niet dwingen. En ouders kunnen dat ook niet. Hieraan zie je de menselijke machteloosheid. Ik kan dan alleen nog bidden. De ouders kunnen dat ook doen. Ik bid en verwacht dat het woord niet ledig zal terugkeren. Het is uiteindelijk het wonder van Gods genade en van Gods Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

DE ROL VAN OUDERS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's