Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WILLEM FAREL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WILLEM FAREL

Notariszoon is direct betrokken bij begin van Franse reformatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ouders van Willem Farel hebben voor hun zoon een militaire carrière in gedachten. Het loopt anders. Zoonlief gaat studeren in Parijs en wordt pionier van de Franse reformatie. Het is 450 jaar geleden dat hij overleed.

Dr. W.H.Th. Moehn is predikant van de hervormde gemeente te Hilversum.

Wie Genève bezoekt en langs het grote reformatiemonument in het Parc des Bastions wandelt, realiseert zich ineens dat iemand gemist wordt te midden van die metershoge mannen: Maarten Luther. Hij moet het doen met een vierkant stuk steen waar alleen zijn naam op staat. Een beeldengroep van vier mannen vormt het centrum van het monument. Het zijn Willem Farel, Johannes Calvijn, Théodore de Bèze en John Knox. De namen van Calvijn en zijn opvolger De Bèze klinken bekend in de oren. Maar wie is Willem Farel en waarom heeft hij zo’n centrale plaats naast Calvijn gekregen?

STUDIE

In 1489 wordt Guillaume (Willem) geboren in het Franse stadje Gap. Zijn vader is notaris. ‘Mijn vader en moeder geloofden alles’, schrijft Willem als hij later in zijn boek over het ware gebruik van het kruis van Christus terugkijkt op de godsdienstige opvoeding van zijn ouders. Zo brengen zij hem tijdens een bedevaart naar een berg in de omgeving, waar een kruis staat van ruw hout, dat afkomstig zou zijn van het kruis waaraan Jezus Zelf heeft gehangen.

In het geboortejaar van Calvijn (1509) begint Willem in Parijs als student. Hier ontmoet hij de grote geleerde Jacques Lefèvre d’Étaples, die hem samen met andere studenten de Bijbel in de oorspronkelijke talen leert lezen. Gaandeweg wordt hij zich bewust van de afstand die er is tussen de leer van de kerk in zijn dagen en het Woord van God. Farel breekt niet van de ene op de andere dag met de dwalingen van de kerk van Rome. Bij hem is sprake van een groeiend inzicht. Lefèvre d’Éta-ples leert hem dat genade het centrum is van de relatie met God. In deze periode komt Farel ook in aanraking met geschriften van de jonge Luther, die een beslissende invloed op hem hebben.

PREDIKER

Farel verlaat Parijs omstreeks 1521 en vestigt zich in het iets zuidelijker gelegen Meaux. Bisschop Guillaume Briçonnet van Meaux, eveneens een leerling van Lefèvre d’Étaples, streeft hervormingen in zijn bisdom na. De bisschop benoemt Farel tot prediker. Lang zal hij hier echter niet blijven. Omdat de hervormingen naar zijn mening niet radicaal genoeg zijn, wijkt hij uit naar Basel. In deze stad woont en werkt niemand minder dan Desiderius Erasmus. Ook hier keert Farel zich in felle bewoordingen tegen de dwalingen in de kerk en hij verwijt Erasmus dat hij halfslachtig zou zijn. De raad van Basel bepaalt dat Farel de stad moet verlaten. Nu begint een leven als rondtrekkend prediker. Farel zet zich in voor de verbreiding van het Evangelie in de Franstalige delen van Zwitserland. Hij werkt onder andere in Lausanne, Orbe, Bern en Neuchâ-tel. In 1530 overtuigt hij de inwoners van Neuchâtel om de reformatie te aanvaarden.

GENÈVE

Vanaf 1532 bezoekt Farel verschillende keren Genève. De inwoners van de stad willen zich bevrijden van het gezag van de hertog van Savoye en van de bisschop. Farel krijgt de ruimte om te preken in de kathedraal. Hij werkt hier samen met Pierre Viret en Antoine Froment. De roomse liturgie wordt afgeschaft, beelden worden uit de kerken verwijderd en ten slotte betuigt de bevolking van Genève op zondag 21 mei 1536 zijn instemming met de reformatie. De vurige en strijdvaardige prediker Willem Farel heeft hierin een groot aandeel gehad. Hij realiseert zich wel dat hierdoor de samenleving nog niet veranderd is.

Twee maanden later ziet Johannes Calvijn, die op doorreis vanuit Italië naar Straatsburg is, zich genoodzaakt via Genève te reizen, omdat troepenverplaatsingen een rechtstreekse reis onmogelijk maken. Farel komt ter ore in welke herberg Calvijn logeert en hij bezweert hem in Genève te blijven om mee te helpen bij de reformatie van de stad. Farel is op dat moment 47 jaar oud; Calvijn nog maar 26.


ONZE VADER

‘Wij noemen God ‘onze Vader’ en niet slechts ‘mijn Vader’, opdat wij zullen begrijpen dat wij niets voor onszelf moeten hebben. Aan de weldadigheid en mildheid van U alleen heeft iedereen alles te danken wat hij bezit. Wil dan, o aller genadigste Vader van ons, Uw ogen vol ontferming wenden naar ons, die Uw arme kinderen zijn. Wij hebben hier op aarde te kampen met moeiten en verdriet en wijzelf zijn altijd vol zonden. Toch bidden wij U dat U onze ongelovigheid te hulp komt en ons zwakke vertrouwen wilt versterken’, aldus Farel inLe Pater et le Credo en françoys(1524).


SAMENWERKING

Jaren later haalt Calvijn deze gebeurtenis nog een keer op in het voorwoord van zijn commentaar op de Psalmen: ‘Farel stelde (brandend van een vurige ijver om het Evangelie te bevorderen) terstond alle pogingen in het werk om mij vast te houden. En nadat hij gehoord had dat ik enige bijzondere studies had waarvoor ik mij vrij wilde houden, kwam hij, toen hij zag dat hij niets won met verzoeken, tot een vervloeking dat het God mocht behagen mijn rust te vervloeken, en de studievrijheid die ik zocht, als ik in zulke grote nood mij terugtrok en weigerde hulp en bijstand te verlenen.’

Calvijn kan zich hieraan niet onttrekken. Enkele jaren van hartelijke samenwerking volgen. Kort voor Pasen 1538 moeten Farel en Calvijn de stad echter verlaten vanwege een confict met het stadsbestuur. Farel wijkt uit naar Neuchâtel en zal tot zijn dood als predikant aan deze stad verbonden blijven. Wanneer Farel al de leeftijd van 69 jaar heeft bereikt, treedt hij nog in het huwelijk met de meer dan een halve eeuw jongere Marie Torel. Dit tot groot ongenoegen van zijn vriend Calvijn.

VRIENDEN

Met Pierre Viret hoort Farel bij de intieme kring van vrienden van Calvijn. Martin Bucer spreekt in een van zijn brieven over een triumviraat, een driemanschap: ‘Ik word zeer verkwikt wanneer ik denk aan het heilige driemanschap van u.’ Hij heeft daarmee Calvijn op het oog die in 1541 is teruggeroepen naar Genève, Farel in Neuchâtel en Viret in Lausanne.

Zijn commentaar op Paulus’ brief aan Titus draagt Calvijn in november 1549 op aan Farel en Viret. ‘Ik denk niet dat er ooit zulke twee vrienden geweest zijn, die met elkaar in zo grote vriendschap en liefdevolle omgang op deze wereld hebben geleefd, als wij in onze dienst.’ Calvijn vergelijkt zichzelf met Titus, die kon voortbouwen op het werk van Paulus, met wie hij Farel bedoelde.

PIONIER

Overzien we het leven van Farel, dan is zijn prominente plaats in het reformatiemonument niet zonder reden. Hij is de pionier van de Franse reformatie. Niet alleen in Genève, maar ook in Meaux, Neuchâtel, Lausanne en Metz is hij direct betrokken bij het begin van de Reformatie. Hoewel er geen afschriften van zijn preken bewaard zijn gebleven, weten we van ooggetuigen dat hij een zeer bevlogen prediker was, die het hart van de gewone man en vrouw weet te raken. Farel schrijft als eerste een reformatorisch geschriftje in de Franse taal: een verklaring van het Onze Vader en de Twaalf Artikelen. Het Onze Vader wordt uitgelegd in de vorm van een gebed.

Enkele jaren voordat Calvijn in 1536 zijnInstitutieuitgeeft, verschijnt van Farel al een uiteenzetting van het reformatorische geloof (Sommaire, omstreeks 1529). In het voorwoord van de heruitgave van 1542 verwijst Farel gaarne naar het werk van zijn ‘goede en toegewijde broeder Calvijn’, waar de lezer een grondiger uiteenzetting van de leer kan vinden.

JUISTE MOMENT

Farel heeft de gave om op het juiste moment geschikte mensen te rekruteren. Hij haalt boekdrukker Pierre de Wingle naar Neuchâtel en Jean Girard naar Genève, waar zij zich toeleggen op de uitgave van reformatorische geschriften. Hij overtuigt Pierre Viret en Johannes Calvijn om predikant te worden in Genève.

In zijn jonge jaren getrokken in de lichtkring van het Evangelie, zet hij zich levenslang in voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Zijn levensmotto luidt dan ook: ‘Wat wil ik anders, dan dat het zal branden.’ Hij overlijdt op 13 september 1565.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

WILLEM FAREL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's