IN ONZE HARTEN

Ds. J. Veldhuijzen uit Putten is emeritus predikant.

Op unieke wijze woont de heerlijkheid, woont heel de volheid van de godheid in Jezus Christus als Hij Zijn tent opslaat onder ons mensen. (Joh.1:14; 2:19; Kol.1:19; 2:9). Dat beeld van Jezus als tempel breidt in het Nieuwe Testament uit naar alle gelovigen. Verenigd met Christus vormen zij een nieuwe tempel, gebouwd op het fundament van apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de Hoeksteen is. Op Hem verrijst het hele gebouw, goed samengevoegd, tot een heilige tempel in de Heere (Ef.2:20,21).

Dit wonen van God heeft soms betrekking op de individuele gelovige, meestal op de plaatselijke gemeente als deel van Gods wereldwijde kerk.

PINKSTERFEEST

Pinksterfeest in Jeruzalem: de Heilige Geest komt wonen in de gemeente van God, die uit Israël en de volken voortkomt (Hand.2). Paulus spreekt de gemeente hier op aan: ‘Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?’ (1 Kor.3:16). ‘Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toekomen en bij hem intrek nemen’, zegt Jezus in Johannes 14:23. Dit woord staat ingeklemd tussen beloften van de komst van de andere Trooster, de Heilige Geest (vs.14-17 en 25,26). Hij zal bij Zijn komst de Vader en de Zoon present stellen in het hart van de gelovigen.

VOLLER VERTROUWEN

In Efeze 3 bidt Paulus tot de Vader van onze Heere Jezus Christus of de gemeente ‘met kracht gesterkt wordt door Zijn Geest in de innerlijke mens. Dat (namelijk) Christus door het geloof in uw harten woont’.

In uw harten, staat er. Dat is dus heel persoonlijk. Door het geloof, dan leven we in een voller liefhebbend vertrouwen op Christus, en worden we meer en dieper gelijkvormig aan Hem. ‘Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.’ (Gal.2:20)

Deze inwoning van Christus sterkt het leven van het geloof en houdt de gelovige vast op het fundament, vooral in tijden van beproeving.

VERANTWOORDELIJKHEID

In zijn brieven aan de gemeente van Korinthe herinnert de apostel de afzonderlijke gelovigen én de gemeente telkens aan dit wonderlijke voorrecht: u bent de tempel van de levende God (1 Kor.3:16; 1 Kor.6:19; 2 Kor.6:16). Dat staat steeds in het kader van opwekking en vermaning. Dat kostbare geheim blijkt niet vrijblijvend, maar is verbonden aan een hoge roeping. Adeldom verplicht. Zo keert de apostel zich in Korinthe tegen partijzucht op grond van persoonlijke voorkeuren: verniel de gemeente als tempel van God niet door verdeeldheid. Bedenk ook, zegt hij, dat uw lichaam tempel is van de Heilige Geest, verontreinig die niet door losbandig te leven. Sluit ook geen compromis met enige vorm van afgodendienst. Leef liever heilig voor God, Die in uw midden woont en wandelt.

Ook in Johannes 14 verbindt Jezus het intrek nemen van de Vader en Zichzelf door de Heilige Geest in het hart van de gelovigen direct met het in acht nemen van Zijn Woord.

VERWACHTING

Efeze 2:21 en 22 toont de kerk als een gebouw in wording. Niettemin woont God er als in een tempel. God verwaardigt Zich te wonen in een nog onvoltooide (en onvolkomen) kerk. De eeuwige God woont immers niet alleen in het hoge en heilige, maar ook bij de verbrijzelde en nederige van geest (Jes.57:15).

Tegen wie in verlegenheid vraagt of dat ook bij hem of haar kan, zegt Petrus: ‘Blijf vooral komen tot Jezus, als tot een levende steen. Dan wordt u ook zelf gebouwd, als levende stenen tot een geestelijk huis. Een tempel van God’ (1 Petr.2:4vv.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen