Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bram Maljaars

Heel Israël zal behouden worden. Een kritisch onderzoek van de gangbare exegese van Romeinen 11, speciaal vs. 26.

Uitg. Aspect, Soesterberg; 299 blz.; € 19,95.

Dr. Maljaars, meelevend lid van de hervormde gemeente Waddinxveen en neerlandicus, begeeft zich met dit boek op theologisch en met name exegetisch terrein. Hij heeft zich grondig verdiept in de uitleg van Romeinen 11 en de resultaten van zijn onderzoek in een lijvige studie neergelegd. Op deze wijze levert hij een bijdrage op niveau aan de voortgaande discussie rond christelijke verwachtingen aangaande de toekomst van het Joodse volk. Dat is een niet geringe prestatie.

De auteur neemt afstand van wat hij betitelt als ‘de gangbare exegese’, namelijk dat de woorden ‘geheel Israël’ in Romeinen 11:26 betrekking hebben op het etnische Israël, dus letterlijk de afstammelingen van Abraham, Izaäk en Jakob. Daartegenover plaatst hij de wat hij noemt ‘traditionele exegese’, waarin ‘geheel Israël’ wordt gezien als aanduiding voor het geestelijke Israël, samengesteld uit Joden en heidenen die door het geloof in Christus één zijn geworden. Ik heb moeite met deze aanduidingen. In de kanttekening van de Statenvertaling bij vers 26 lezen we: ‘Dat is, niet enige weinigen, maar een zeer grote menigte, en gelijk als de gehele Joodse natie.’ Deze uitleg kan net zo goed aanspraak maken op de aanduiding ‘traditionele exegese’. Zij wordt immers niet alleen door veel hedendaagse commentatoren, maar ook door velen uit de gereformeerde traditie gedeeld. Het is dan ook zuiverder om te stellen dat door heel de kerkgeschiedenis heen (minimaal) tweeërlei uitleg van dit bijbelgedeelte te traceren valt.

De argumentatie van Maljaars om ‘Israël’ in vers 26 niet op te vatten als aanduiding van het etnische Israël (zoals in vers 25 en in de gehele context), overtuigt allerminst. Hetzelfde geldt voor de opvatting dat ‘geheel Israël’ zou zien op de twaalf stammen, waarvan dan tien stammen (Efraïm) vanwege de diaspora nu uit de volkerenwereld zouden voortkomen (christenen uit de heidenen). Het grootste bezwaar tegen deze exegese is dat geen recht wordt gedaan aan de context. Paulus spreekt over Israël in letterlijke zin, ook wanneer hij in Romeinen 9:6 onderscheid maakt binnen dat ene volk tussen het volksgeheel en de geestelijke kern ervan. ‘Geheel Israël’ staat tegenover de gedeeltelijke verharding van dit volk die Paulus met zoveel droefheid constateert (vers 25). Dat ‘geheel Israël’ in het Oude Testament vaak ziet op de twaalf stammen, is een gegeven dat de exegese van de spanningsvolle relatie tussen ‘voor een deel’ en ‘geheel’ in de context van Romeinen 11 niet kan bepalen. Doorslaggevend is dat het woord ‘Israël’ in het Nieuwe Testament altijd verwijst naar het volk Israël of een deel ervan en nooit voor de gelovigen uit de volken wordt gebruikt.

Behalve exegetische bezwaren kunnen er ook bijbels-theologische en dogmatische bezwaren worden ingebracht tegen dit boek. De doordenking van de samenhang tussen het oudtestamentische spreken over Gods verkiezing en verbond met de worsteling van Paulus ontbreekt. Bovenal ontbreekt die worsteling zelf. De apostel kon er nachten van wakker liggen dat zijn eigen volk in meerderheid Jezus als Messias verwierp. Hij vond vanuit zijn gebedsworsteling licht en uitzicht doordat de Heere hem het geheimenis openbaarde van een heilrijke toekomst voor zijn volk. Maljaars kan dit niet meemaken. Ik respecteer zijn exegetische afwegingen, ook al deel ik ze niet. Wat ik in dit boek te weinig herken, is de grondtoon van Paulus’ bewogenheid in hartelijke verbondenheid met het volk waaruit onze Heiland is voortgekomen, de ‘beminden om der vaderen wil’. Die grondtoon zou er ook moeten zijn bij hen die menen dat Israël na Christus geen bijzondere positie meer heeft in God heilshandelen.

Bart Gijsbertsen

Een heidense uitdaging. Leven met de God van Israël.

Uitg. Royal Jongbloed, Heerenveen; 248 blz.; € 12,95.

Ds. B. Gijsbertsen uit Kampen gaat binnenkort met emeritaat en wil met deze vijftig sympathieke meditaties opkomen voor ‘een nieuwe theologie die geen geweld teweegbrengt’. Of je nu moslim, christen of Jood bent, een ieder heeft de ander op waarde te schatten. Deze insteek bij de onderlinge relatie heeft de irenische Gijsbertsen ook voorgeleefd, gezien zijn jarenlange inzet voor de interreligieuze dialoog en voor een betere relatie tussen kerk en Israël. Israël vindt hij belangrijk. Het blijkt al in de titel, waarbij taalkunstenaar Gijsbertsen het een heidense uitdaging noemt om te leven met de God van Israël. De kerk heeft dit moeilijk gevonden. Zij heeft de Jood gaandeweg de kerkgeschiedenis buitengezet en zong zelfs gewoon haar psalmen toen de Jood in de Tweede Wereldoorlog werd gedeporteerd. Hoe heeft de kerk dit verwerkt? Even was er na oorlog een herontdekking van de Joodse wortels van het christendom, maar de auteur signaleert dat momenteel het antisemitisme opnieuw oplaait. Deze bezorgdheid beweegt de auteur ertoe om al mediterende de universele waarde van het Joodse geloof te laten zien. Betekenisvolle aspecten zijn: het verlangen naar gemeenschap van de synagoge, het hartstochtelijke element bij de profeten, de huiveringwekkende diepte van God in de Torah, de ruimte voor de noodkreet tot God, de vreugde van het Loofhuttenfeest en het gunnende leven vanuit de Grote Verzoendag.

Wat stijl betreft heeft de auteur een creatief taalgebruik en fascinerende voorbeelden. Daarnaast weet hij diepe bijbels-theologische lijnen eenvoudig te verwoorden. Herhaaldelijk kruipt hij daarbij in een Hebreeuws woord en dat woord opent hij dan tot op haar actuele boodschap.

Dit is ook een eerlijk boek. Zo durft de auteur zich onder andere verlegen af te vragen of hij niet zelf als dominee iemand is die enthousiast als een Samuel begint, maar nogal gesetteld als een Eli eindigt.

Toch is het karwei dat de auteur met dit boek volbrengt nog niet zo heel heidens. Zo blijven gedachten over het Joodse ‘nee’ tegen Christus, de landbelofte, de positie van Palestijnse christenen en het eindtijdkarakter van Israel achterwege. Hij richt zich louter op meer ontmoeting met het Joodse gedachtegoed. En daar worden we zeker ‘een bijbelser christen’ (S. Gerssen) van, maar is de heidense uitdaging niet groter? Ik bedoel: Belijdt de auteur in zijn meditaties voldoende de ernst dat het antisemitisme niet een tijdelijk cultuurprobleem is, maar altijd weer ontstaat uit de tijdoverstijgende ‘oerzonde van ongeloof tegen de God van Israël’? (K.H. Miskotte) In ds. Gijsbertsens meditaties beluister ik nog te veel de vanzelfsprekendheid van het kunnen leven met Israëls God.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's