Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERREIKEND EN VERRIJKEND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERREIKEND EN VERRIJKEND

De Erasmusbijbel [2, slot, terug naar de bronnen]

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verdienste van Erasmus is vooral dat hij de Bijbel en het Evangelie weer tot de kernbron van geloven en van theologie heeft gemaakt.

Dr. A.L.H. Hage is als docent verbonden aan Driestar educatief en maakt deel uit van de Stichting Goudse St.-Jan en Studium Generale Driestar educatief.

Het herstel van de Bijbel als bron van het geloof zou volgens Erasmus een bijdrage leveren aan het herstel van de eenheid van het christendom wanneer de ‘filosofie van Christus’ daarvan de basis zou zijn.

MOTIEVEN

Erasmus’ concentratie op het evangelie bracht hem in zijn letterkundige bezigheden tot de uitgave van zijn Grieks Nieuw Testament. Op 1 februari 1516, een maand voordat zijn editie verscheen, schreef hij aan paus Leo X een brief ? die later ook als voorwoord in zijn Nieuwe Testament is opgenomen ? waarin hij zijn motieven en hoge verwachtingen duidelijk onder woorden bracht: ‘De voornaamste en heilige hoop om de christelijke godsdienst te herstellen ligt daarin dat al degenen over de hele wereld die de christelijke filosofie belijden vooral de decreten van zijn Stichter indrinken uit de evangeliën en de apostolische brieven waarin dat hemelse Woord, ooit tot ons gekomen uit het hart van de Vader, nog steeds voor ons leeft en ademt, werkt en spreekt’. Hier spreekt niet zozeer de humanist maar de gelovige. Vervolgens legt Erasmus in dit schrijven de verbinding met de beoogde vertaling, want ‘die heilzame leer kun je veel zuiverder en frisser uit de bronnen zelf schenken dan uit poelen en beekjes.’

TEKSTVERSCHILLEN

Dat laatste is wellicht een kritische noot in de richting van de laatmiddeleeuwse theologiebeoefening. Het is zeker ook een verwijzing naar de corrupte handschriften en eerste drukken waarin het Nieuwe Testament toen beschikbaar was: de Vulgaat. De Latijnse Vulgaat was sinds de vierde eeuw de meest verspreide versie van de Bijbel in het Westen. Deze vertaling is door de kerkvader Hieronymus gemaakt vanuit het Hebreeuws en het Grieks met de bedoeling de grote tekstverschillen die er bestonden, te vervangen door een Latijnse standaardtekst. Die kwam er echter niet.

In de loop van de eeuwen werden handschriften van de Bijbel talloze keren overgeschreven en waren er fouten in de tekst geslopen, waardoor deze soms onduidelijk en moeilijk te begrijpen was. Voor Erasmus komt daar nog bij dat het Latijn in deze Vulgaathandschriften zich verwijderd had van het zuivere en heldere Latijn dat hij bewonderde: het klassieke Latijn zoals Cicero en anderen uit die gouden tijd van klassieke beschaving, het schreven.

ONDERZOEK

Erasmus’ Novum Instrumentum is de eerste gepubliceerde bijbeluitgave van het Nieuwe Testament in het Grieks. Alleen al om die reden verdient hij de aandacht maar een Griekse tekst was echter niet het doel van het project waaraan hij heeft gewerkt vanaf 1504.

Erasmus’ doel was het bieden van een tekst van het Nieuwe Testament die de ‘oorspronkelijke tekst’ zo dicht mogelijk zou benaderen door de oudste handschriften kritisch met elkaar te vergelijken. De bedorven overlevering van een vertaling die geschreven was in een dubieus Latijn dat tot misverstanden zou kunnen leiden, zou daarmee overbodig zijn.

Daarvoor zette Erasmus zijn uitzonderlijke kwaliteiten als taalgeleerde, als ‘humanist’ in. Hij verantwoordde zijn manier van werken in de genoemde brief aan Leo X wanneer hij schrijft dat hij niet door ‘onbezonnen, gemakzuchtige arbeid, maar door vele handschriften te raadplegen in beide talen en niet zo maar wat handschriften, maar de oudste en de beste, het hele Nieuwe Testament verbeterd heeft’. Dit tekstkritisch vergelijkende onderzoek vormde de basis van zijn nieuwe vertaling in het Latijn die de Vulgaat zou vervangen. Maar omdat, zoals we uit ervaring weten, elke nieuwe vertaling, dus ook deze, op weerstand stuit, liet Erasmus naast de Latijnse ook de Griekse tekst afdrukken. Zo kon hij overtuigend aantonen dat zijn verbeteringen juist waren en zijn tekst superieur was aan de door de kerk min of meer gesanctioneerde Vulgaat. Overigens zijn de Griekse handschriften die Erasmus heeft gebruikt en die hij als ‘de oudste en beste’ kwalificeert, in werkelijkheid betrekkelijk jong. Ze zijn afkomstig uit de twaalfde eeuw en later, en kunnen zeker niet als de beste worden beschouwd. Dit is niet zonder betekenis voor de kwaliteit en de betrouwbaarheid van Erasmus’ vertaling en dus ook voor de latere daarop gebaseerde vertalingen in de volkstalen.

VERDENKING

Erasmus moest in zijn correcties soms concessies doen onder druk van de kerk. Een illustratief voorbeeld is de tekst uit 1 Johannes 5:7 over de drie-eenheid. Dit vers ontbreekt in de Griekse manuscripten (en eveneens in de oudste handschriften van de Vulgaat van Hieronymus). Het is een toevoeging die in de loop van de tijd in de Vulgaat is binnengeslopen. Erasmus liet dit vers dan ook weg in zijn eerste editie van het Nieuwe Testament. In een volgende uitgave nam hij het toch weer op vanwege de verdenking van onrechtzinnigheid. Zo is dit vers ook in de Statenvertaling terechtgekomen die gebaseerd is op een latere uitgave van Erasmus’ Nieuwe Testament. Ook de Herziene Statenvertaling heeft dit vers opgenomen maar in de Nieuwe Bijbelvertaling is het weggelaten, althans wordt het vers vermeld in een voetnoot. Tegelijkertijd had zijn tekst die de Vulgaat zou moeten vervangen, ook theologische implicaties. Bijvoorbeeld wanneer Erasmus in afwijking van de Vulgaatversie het huwelijk niet meer als ‘sacrament’ maar als ‘mysterie’ vertaalt of Maria niet ‘vol van genade’ maar ‘begenadigde’ wordt genoemd.

INVLOED

Erasmus’ bleef aan zijn tekst werken en uiteindelijk verschenen er achtereenvolgens vijf edities van het Griekse Nieuwe Testament die een enorme invloed hebben gehad. Tot in de achttiende eeuw is zijn tekst als de algemeen aanvaarde standaardtekst beschouwd. Zijn edities hebben aan de basis gestaan van vrijwel alle belangrijke bijbelvertalingen van het Nieuwe Testament in de volkstalen. In 1522 kwam de eerste druk van de Lutherbijbel van de pers waarvoor Luther de tweede editie van Erasmus’ Novum Instrumentum heeft gebruikt. Ook de King James version die in 1611 verscheen en de Statenvertaling van 1637 gaan terug op deze uitgave. Zo is Erasmus van grote betekenis geweest voor de bijbelverspreiding, de Reformatie en de discussie over de verhouding tussen Schrift en traditie.Erasmus was de geleerde die behalve de ‘klassieke geest’ ook de Schrift courant heeft gemaakt. Zijn betekenis is wat dit betreft niet hoog genoeg te waarderen. Door zijn werk is de Bijbel in een sterk verbeterde uitgave ter beschikking gekomen. Hij heeft daardoor een fundamentele bijdrage geleverd aan de vernieuwing van de kerk en aan de vroege Reformatie. En voor zover men een modern en ingekleurd beeld had van Erasmus zal het voorgaande mogelijk leiden tot bijstelling en waardering.

WERKTUIG

In het koor van de Goudse Sint- Jan is op een van de oudste gebrandschilderde ramen van de kerk de doop van Christus door Johannes afgebeeld. Het werd twintig jaar na Erasmus’ dood geplaatst. Daarop staat de tekst: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, hoort Hem’. Deze woorden zijn typerend voor de man die het als zijn levenstaak zag de filosofie van Christus en het Woord zelf present te stellen. Ze zijn Erasmus’ credo waarin op de achtergrond tegelijk het reformatorische sola scriptura meeklinkt. De lijn die ons scheidt van Erasmus blijkt wellicht minder scherp dan we vanuit onze traditie gewend zijn. Het is daarom goed om tot slot de stem van een tijdgenoot, die van de reformator Melanchthon, te citeren die schreef: ‘Ook Erasmus mogen we als een werktuig Gods voor de hervorming van de kerk beschouwen’. De aandacht voor Erasmus bij een herdenking van de hervorming is daarom terecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

VERREIKEND EN VERRIJKEND

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's