Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OVER DE BISSCHOP (1)

In twee afleveringen (De Waarheidsvriend 8 en 15 januari) zet dr. P. van den Heuvel stevige kanttekeningen bij de titel bisschop voor de beoogde voorzitter van de regionale classis zoals voorgesteld in het rapport ‘Kerk 2025’. Dr. Van den Heuvel ziet niets in deze titel. Zijn hoofdargument is dat hiermee hiërarchie wordt gesuggereerd, met alle machtsaanspraken die hiermee gepaard gaan. Verder wijst hij op de slechte pers die bisschoppen hebben, gezien de praktijken in met name de Rooms-Katholieke Kerk. Een tweede argument is dat in de voorstellen te veel elementen in het profiel van deze voorzitter ontbreken om de naam bisschop te rechtvaardigen, zoals ordinatie en apostolische successie. Waarom iemand bisschop noemen die het niet is?

Waar gaat het om? In ‘Kerk 2025’ is een regionale classicale vergadering voorzien. De taak van deze ambtelijke vergadering is die van het toezien (episkopè) op de kerk en de ambtelijke dienst in de regio. Deze taak van episkopè is een ambtelijke dienst. De voorzitter van deze regionale classis vervult hierin een belangrijke rol. Hij of zij belichaamt deze. Dat houdt in dat deze voorzitter gemeenten herinnert aan het katholieke van de kerk. In dit katholieke zit de eenheid van de kerk: we zijn, hoeveel leden en hoeveel gemeenten ook, één in Christus. Deze figuur herinnert ook aan het wezen van de kerk: het Evangelie, de geloofsgemeenschap en de roeping of zending. Bij deze taak hoort eveneens het signaleren wat in de weg kan staan om aan de roeping van de geloofsgemeenschap toe te komen. Daar komt zo nodig interveniëren en het nemen van tijdelijke maatregelen bij kijken. De visitatie zal deze voorzitter bijstaan als bijzondere visitatie nodig is. Uiteindelijke (majeure) beslissingen worden genomen door het moderamen van de regionale classis.

In april spreekt de synode over de naam van deze voorzitter. Zonder vooruit te lopen op deze discussie stel ik dat het goed te verdedigen om deze voorzitter de naam predikant- bisschop te geven. Het is immers iemand die in het kader van de episkopè zijn werk verricht. Het gaat dan om een predikant- bisschop die gekozen wordt door de regio en wiens zittingstijd is getermineerd. Het gaat natuurlijk niet om de naam zelf en zeker niet om extra waardigheid te verlenen aan deze figuur. Het bezwaar dat met de naam bisschop niet alle kwalificaties die in sommige andere kerken aan het bisschopsambt kleven, worden overgenomen, lijkt me niet principieel. De kern van de bisschop is immers de episkopè.

Dat de naam bisschop ongewenste associaties op kan roepen, verdient aandacht. Gaat het echter niet te ver om deze naam daarom voor besmet te verklaren? De beduchtheid voor machtsmisbruik is begrijpelijk. Tegelijk dient de vraag gesteld te worden of de allergie hiervoor altijd even bijbels is gegrond en of de tijdgeest (‘jij hebt niets over mij te vertellen’) hier ook niet in meeklinkt? Daar komt bij dat in een tijd waarin persoonlijke verantwoording en voorbeeldfunctie nodig is, we in onze kerk niet bang moeten zijn om ambtsdragers de speelruimte te geven wat te zeggen te hebben, en in die zin gezag te hebben. Dat dit gezag altijd ingebed is in een ambtelijke vergadering, is een protestants principe, dat niet ter discussie staat. Nogmaals, het gaat niet om de naam predikant-bisschop, als iemand een betere benaming weet, laat hij het melden, maar zo beducht als dr. Van den Heuvel er voor is, hoeven we mijns inziens niet te zijn.

OVER DE BISSCHOP (2)

In zijn artikel Op weg naar een bisschop? wekt dr. P. van den Heuvel ten onrechte de indruk dat ik zou pleiten voor een hiërarchisch bisschopsmodel. Mijn model is geënt op dat van de kerk van Zuid-India, een zendingskerk gesticht in 1947, waarin Anglicaans-episcopale, Schots-presbyteriale en Amerikaans-congregationalistische tradities zijn samengekomen. Al in 1927 sprak de Lausanne Conferentie van de Wereldraad van Kerken uit dat in de kerk van Christus aan alle drie deze kerkmodellen recht dient te worden gedaan, want alle drie bevatten ze onopgeefbare waarheidselementen. Alleen zo houden het persoonlijke, het collegiale en het gemeentelijke aspect van het ambt elkaar in evenwicht. Alleen zo kunnen bisschoppelijk machtsmisbruik, presbyteriale stroperigheid en congregationalistische volksdictatuur voorkomen worden.

In mijn visie bekleedt de bisschop dan ook geen apart ambt, maar is hij een door de gemeente gekozen predikant, met een aantal hem door de synode opgedragen bevoegdheden. Dat hij tot zijn dienst wordt geordineerd (bevestigd), is vanzelfsprekend: het geeft aan dat hij niet een functionaris is, maar een door de gemeente en ‘mitsdien door God zelf geroepen’ ambtsdrager. Daarmee staat deze bisschop vlak bij de predikant zoals Calvijn die zag. En de ouderling? Voor hem is volop ruimte in deze episco-presby-gationele kerk: als representant van de gemeente, inderdaad als een ‘leviet die de priester een handje mag helpen’, zoals Van den Heuvel het oude bevestigingsformulier interpreteert.

Hiërarchie? Een bepaalde vorm van hiërarchie, opgevat als gezagvolle herinnering aan de ‘heilige oorsprong’ (het evangelie) heeft onze kerk hard nodig!

OVER DE BISSCHOP (3, SLOT)

Mijn eerste zorg lag in de woorden van het synoderapport ‘Werkplan – Kerk 2025’: ‘De doorzettingsmacht ligt bij het moderamen van de regionale classicale vergadering, en in persona bij de voorzitter’ (curs. PvdH). Daarmee zou aan een individuele ambtsdrager (‘in persona’) macht worden toebedeeld over anderen. Naar mijn inzicht verdraagt zich dat niet met de presbyteriale structuur van onze kerk.

Ik ben blij dat daarvan blijkbaar is afgezien: dr. Plaisier spreekt alleen over tijdelijke maatregelen en geeft aan dat uiteindelijke beslissingen in overleg door (het moderamen van) een ambtelijke vergadering worden genomen.

Mijn tweede zorg werd veroorzaakt door de argeloze wijze waarop sommige synodeleden het bisschopsambt wilden binnenhalen. Ze verwezen naar het LIMA-rapport. De rol die de bisschop daarin speelt, verdraagt zich niet zomaar met onze kerkordelijke uitgangspunten. Daartegen wilde ik opkomen: het gaat niet om een naam of een woord, er zijn hier wezenlijke vragen aan de orde.

Ik juich het toe als aan de beoogde regiovoorzitter een opdracht wordt verleend in de episkopè (het toezien) op de kerk en de ambtelijke dienst: hij geeft er een gezicht aan, geeft mede leiding aan deze taak.

Maar het opzicht blijft de opdracht van het consistorie en van de meerdere vergaderingen. Met name de visitatie heeft daarin een bijzondere roeping. De titel predikant-bisschop wekt ten onrechte de suggestie dat de episkopè exclusief een taak van deze ambtsdrager is.

Waarom heeft hij een aparte titel nodig? Hij is gewoon ‘ambtsdrager in algemene dienst’ die voor een aantal jaren een bepaalde opdracht vervult. Net zo goed als de scriba van de synode. Wat is er mis met de aanduiding ‘voorzitter (of preses) van de classis’?

Dr. Kronenburg pleit voor een door de gemeente gekozen predikant, met een aantal door de synode opgedragen bevoegdheden, en daarin ga ik graag met hem mee. Dan is echter een speciale bevestiging of ordening tot bisschop niet meer nodig: deze predikant is al een ‘door de gemeente en mitsdien door God zelf geroepen’ ambtsdrager.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

INGEZONDEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's