Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ab van Langevelde

In het klimaat van het absolute. C. Veenhof (1902-1983). Leven en werk.

Uitg. De Vuurbaak, Barneveld; 658 blz.; € 24,75.

Na jarenlange noeste arbeid heeft econoom-geograaf Van Langevelde zijn dissertatie over professor Kees Veenhof kunnen afronden. Het is een monumentaal werk geworden van ruim 650 bladzijden. In 2008 verscheen in dezelfde reeks al een bundel opstellen over Veenhof, waarin Van Langevelde een schets over diens kerkelijk leven publiceerde onder de titel Alle malen zal ik wenen. Ook de titel In het klimaat van het absolute doet al meteen vermoeden dat Veenhof zelden in vrijheid ademhaalde en dat het verhaal daarover weinig stichtelijk kan zijn. Inderdaad is dit geen opbouwende levensbeschrijving. Maar het is wel een goed leesbaar, leerzaam boek over de werking van het Evangelie in de kerkelijke modder van onze Lage Landen. Het geeft vanuit het leven van Veenhof, als betrokken kerklid en hoofdrolspeler in twee kerksplitsingen, een goed inzicht in de kerkelijke toestanden, verhoudingen en ontwikkelingen binnen de Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken. Veenhofs geloofsleven was een mengsel van verschillende stromingen en daarom is enige terughoudend gewenst om deze al te scherp van elkaar te onderscheiden. Via hem komen de spiritualiteit van Afscheiding en neocalvinisme, de beweging van de ‘jongeren’, de reformatorische beweging, Schilders Vrijmaking, de doorgaande reformatie en de spanningen in de vrijgemaakte kerken goed in beeld.

Een deel daarvan komt bepaald niet over als een springader van het geloofsleven. De kerk was bijna Veenhofs moordenaar. Toch was ze ook zijn moeder. Hij ontving er het geloof, werd er gevormd tot prediker en theoloog en onderhield er sterke banden van geloof, hoop en liefde. Binnen kerkelijke muren bouwde hij aan het Koninkrijk, zelfs wanneer die muren wankelden en scheurden. In dit stuk kerkgeschiedenis lijkt het Koninkrijk soms op de moeilijk vindbare speld in de hooiberg.

Het is mooi dat Veenhof zich tegen het einde van zijn leven weer verzoende met tegenstanders uit de tijd van de Vrijmaking. Op dit moment is er sprake van toenadering tussen de vrijgemaakt-gereformeerden en Nederlands- gereformeerden. Hun wegen scheidden zich in de jaren zestig. Er valt uit te leren dat kwesties soms levensoverstijgend zijn ? en dat niet elke kwestie van levensbelang is.

Van Langevelde rechtvaardigt de omvang van zijn biografie onder meer met een beroep op de mijne over Arie Noordtzij, zodat ik daarover niets zal zeggen. Dit boek past inhoudelijk uitstekend in het profiel van de serie van het Archief- en Documentatiecentrum te Kampen. Het kaft kan de hoeveelheid bladzijden slechts met moeite bij elkaar houden.

C.M. VAN DRIEL, BENNEKOM

Hieremias Bastingius

Verklaring van de Catechismus der christelijke religie. Exegemata over den catechismum onser kercken. Uitg. F.N. Snoek, Ermelo; 2 delen, 820 blz.; € 95.

Het is een goede gedachte geweest om na de uitgave van F.L. Rutgers in 1893 een nieuwe publicatie van de catechismusverklaring van Bastingius in een Nederlandse vertaling uit te geven. Deze nieuwe uitgave bestaat uit twee mooie gebonden delen, elk voorzien van een portret van de auteur op het omslag.

In deel 1 gaat aan de catechismusverklaring een korte levensschets van de auteur vooraf. Daarin is te lezen dat Bastingius (Jeremias of Hieremias Bastynck of Bastinck) leefde van 1551 tot 1595. Hij was predikant te Antwerpen (tot aan de val in 1585) en Dordrecht. Later werd hij regent van het Statencollege te Leiden en tevens hoogleraar aan de universiteit. De provinciale synode te Middelburg van 1581 droeg hem op Exegemata (schetsen) te maken ten behoeve van de catechismusprediking, zoals deze in de Gereformeerde Kerk was ingevoerd. Daarmee zouden de predikanten die de catechismusprediking ter hand moesten nemen, praktische hulp ontvangen. Bastingius schreef zijn Exegemata in het Latijn (1588). Zijn ambtgenoot H. van den Corput te Dordrecht zorgde in 1591 voor een Nederlandse vertaling. Bekend is de heruitgave door F.L. Rutgers in 1893, naar de tweede druk van 1594. (deze nieuwe uitgave noemt het jaartal 1891(?).

Aan de Exegemata gaat een Sendbrief van Van den Corput aan de Heren Staten van Holland en Zeeland en aan de overheid van de stad Dordrecht vooraf. Daarin geeft hij hoog op van de taak van de overheid ten aanzien van de kerk. Ook is een Sendbrief van Bastingius zelf aan de verstrooide gemeente van Antwerpen opgenomen. De Exegemata beginnen met een inleiding op de verklaring, waarin uiteengezet wordt wat het catechismusonderricht in de kerk betekent, ook als het gaat om de praktische uitvoering. Wat de Bijbelvertaling betreft, in deze uitgave wordt de Deux-Aes gebruikt om de originaliteit van de catechismusverklaring te handhaven.

Inhoudelijk volgt Bastingius een heldere, milde gereformeerde lijn. Het is nog vóór de twisten tussen Remonstranten en Contraremonstranten. In deze vroege catechismusverklaring gaat het er vooral om de identiteit van het gereformeerd belijden tegenover Rome, de Wederdopers en andere afwijkende stromingen uit te werken. We treffen hier hetzelfde spirituele klimaat aan als in de catechismuspreken van ds. Copius te Neustad (1585), in 1590 vertaald door onze landgenoot ds. Gerobulus. Ook de catechismusverklaring van ds. Corstens (1598) ademt deze sfeer. We putten hier uit de zuivere bronnen van de Reformatie, waarin nog geen invloed van de latere scholastiek is te vinden.

Over de tekstuele kant van de uitgave maak ik een enkele opmerking. Het boek zou aan waarde hebben gewonnen als in de marge de korte samenvattingen, die men in de verklaring zelf aantreft en die Rutgers overnam, gehandhaafd waren gebleven. Verder komen er nog al eens verschrijvingen in voor en de hedendaagse spelling had mijns inziens beter gekund. Er is ten opzichte van 1893 nauwelijks iets aangepast aan ons huidige taalgebruik. Deze opmerkingen nemen niet weg, dat ieder die de taak heeft de catechismus uit te leggen, voor de bestudering van de achtergronden van de 129 vragen en antwoorden van de HC, veel aan deze uitgave kan hebben. Onze eigen tijd vraagt uiteraard om een hermeneutiek, waarin de eigen context wordt verdisconteerd.

W. VERBOOM, HARDERWIJK

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's