GLOBAAL BEKEKEN
In Visie (EO) van begin februari werd veel aandacht besteed aan het orgel en orgelmuziek. Hier volgen enkele kort geformuleerde wetenswaardigheden:
• Welk doel dient dit gebulder?
‘Hoe komt het toch,’ schreef de Engelse monnik Aelred van Rievaulx in 1160, ‘dat de kerk zoveel orgels en muziekinstrumenten kent? Welk doel, zo vraag ik u, dient dit gebulder en geblaas, waarin eerder de slagen van de donder tot uitdrukking komen dan de zoetheid van de stem?’
Ook in de begintijd van de Reformatie waren sommige theologen fel gekant tegen kerkelijk orgelspel. Ze spraken van ‘duivels fluitenspel’, en afficheerden het orgel als ‘doedelzak van de duivel’. De grote reformator Calvijn, die mildere taalregisters opentrok, was eveneens wars van orgel- en andere instrumentale muziek in de eredienst: die zou alleen maar afleiden van Gods Woord. Overigens waardeerde hij muziek wel als een grote gave van God. Maar bij hem zong het kerkvolk (net als trouwens nog altijd in de Oosters-Orthodoxe Kerk gebeurt) steevast a capella.
• Groots en mechanisch
Om het grootste kerkorgel van Nederland te bewonderen, moet je de Grote of Sint Laurenskerk in Rotterdam binnenwandelen. Het hoofdorgel, gebouwd door de firma Marcussen & Søn, bevat 7600 pijpen, en is ook het grootste mechanische orgel van Europa: er komt geen elektriciteit aan te pas.
• Een kolos van 290.000 kilo
Het naar verluidt grootste orgel ter wereld staat in warenhuis Macy's in Philadelphia (VS). Dit gevaarte uit 1904 beschikt over 28.541 pijpen, verdeeld over 462 rijen, en heeft een speeltafel met zes manualen (klavieren). Deze orgelmammoet weegt 290.000 kilo en is zes dagen per week te beluisteren.
***
Het dagboek van Anne Frank is wereldbekend. Wereldwijd zijn er (in totaal) twintig miljoen exemplaren verkocht. Het Achterhuis in Amsterdam trekt jaarlijks meer dan een miljoen bezoekers. In 2012 verscheen een boek van David Barnouw, Het fenomeen Anne Frank (Bert Bakker, Amsterdam). Op 20 juni 1942 zette Anne in haar dagboek al de beperkende maatregelen tegen de Joden op een rij. Toen moest het ergste nog komen.
Ons leven verliep met de nodige opwinding, daar de overgebleven familie in Duitsland niet door Hitlers jodenwetten gespaard bleef. In 1938, na de pogrom, vluchtten m'n twee ooms, broers van moeder, en belandden veilig in Noord-Amerika, m'n oude grootmoeder kwam bij ons. Ze was toen 73 jaar. Na mei 1940 ging het bergafwaarts met de goede tijden: eerst de oorlog, dan de capitulatie en de inmars der Duitsers toen de ellende voor ons joden begon. Jodenwet volgde op jodenwet en onze vrijheid werd zeer beknot. Joden moeten een jodenster dragen; joden moeten hun fietsen afgeven; joden mogen niet in de tram; joden mogen niet in een auto, ook niet in een particuliere; joden mogen alleen van 15.00-17.00 uur boodschappen doen; joden mogen alleen maar naar een joodse kapper; joden mogen vanaf 20.00 uur 's avonds tot 6.00 uur 's ochtends niet op straat; joden mogen zich niet in schouwburgen, bioscopen en andere voor vermaak dienende plaatsen ophouden; joden mogen niet naar een zwembad, evenmin naar tennis-, hockey- of andere sportplaatsen; joden mogen niet roeien; joden mogen in het openbaar generlei sport doen; joden mogen na acht uur 's avonds niet meer in hun tuin zitten, evenmin bij hun kennissen; joden mogen niet bij christenen thuis komen; joden moeten naar joodse scholen gaan en al dergelijke meer. Zo ging ons leventje door en we mochten dit niet en dat niet.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 2016
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 2016
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's