Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MINDER VLEES OP JE BORD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MINDER VLEES OP JE BORD

Dr. J.J. Graafland pleit voor hogere waardering van dieren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ‘En God schiep’ doet dr. J.J. Graafland een oproep tot bezinning over onze omgang met dieren. Hoe dienen we ons te verhouden tot de dieren als medeschepselen? En hoeveel kilo vlees eten we per jaar?

Dr. H.F. Massink studeerde theologie en filosofie, promoveerde op het onderwerp duurzaamheid en werkt op het ministerie van buitenlandse zaken.

De Goudse econoom en ethicus schreef in de Artiosreeks een mooi boek over het dier in de Bijbel. Het vormt de weerslag van een ontdekkingstocht van de hoogleraar. Met zijn bezinning op de bijbelse positie van het dier schaart Graafland zich in een smal stroompje in de hervormd-gereformeerde traditie. Ds. J.H.C. Olie besteedde aandacht aan de dieren in een aantal prekenboekjes. Hij was verrast door de tekst: ‘Gij behoudt mensen en beesten.’ (Ps.36:7b) Die tekst werd de titel van een van zijn prekenbundels.

Het is die verbondenheid, lotsverbondenheid, die voor dr. Graafland een belangrijke vondst was bij het zoeken naar de verhouding van dier en mens in de Bijbel.

ONVERSCHILLIGHEID

Een andere reeds overleden hervormd- gereformeerde predikant verdient het in dit kader met bijzondere eer genoemd te worden: dr. I. Boot. Hij maakte deel uit van de werkgroep Kerk en dierenbescherming van de Nederlandse Vereniging tot bescherming van dieren. In 1975 schreef hij een artikelenserie in De Waarheidsvriend die hij het volgende jaar omwerkte tot een publicatie, Eerbied voor het leven.

Kritisch was ds. Boot vooral over de intensieve vormen van dierhouderij in de moderne landbouw. Het welzijn van dieren was ondergeschikt geraakt aan economische drijfveren.

In 1977 interviewde de redactie van Daniël, het jeugdblad van de Gereformeerde Gemeenten, hem over de werkgroep waarin hij participeerde. Hij zei daarover: ‘Zij wil bereiken dat men in de kerken eindelijk ernst maakt met de bijbelse verkondiging inzake het dier. Er zijn nog allerlei weerstanden, die verhinderen dat de kerken het dier ethisch en religieus het volle pond geven’.

Graafland neemt een positie in die qua uitgangspunten in veel opzichten lijkt op die van ds. Boot. Ook hij kritiseert de onverschilligheid van christenen als het gaat om dierenleed.

VOOR DE ZONDEVAL

Na een verhandeling over verschillende ethische theorieën in het eerste deel van het boek bespreekt Graafland in het tweede deel de bijbelse gegevens over dieren. Dit is het meest uitgebreide deel van het boek. Het biedt een compleet overzicht van de manier waarop dieren in de Bijbel ter sprake komen.

In dit deel komt aan de orde wat de betekenis is van schepping en zondeval voor de dieren. Een belangrijke vraag daarbij is of de dieren elkaar voor de zondeval ook al opaten en of zij net als de mens een eeuwig leven hadden. Graafland kiest voor de optie dat de dieren een natuurlijke dood stierven, maar dat de dieren elkaar geen kwaad deden.

LOTSVERBONDENHEID

Een belangrijke notie die Graafland naar voren brengt in dit deel van het boek, is de lotsverbondenheid tussen mens en dier. Hij attendeert daarbij onder andere op het gezamenlijk ondergaan van en het overleven tijdens de zondvloed en op de manier waarop de dieren de gevolgen van de door mensen veroorzaakte zondeval moeten ondergaan. Ook wijst hij erop dat dieren in Ninevé delen in berouw en behoud, en noemt hij de manier waarop de dieren delen in het uiteindelijke herstel van alle verhoudingen. En: in het hier en nu delen ze op de sabbat al in de rust.

BRON

Het dier was er in bijbelse tijden niet om geaaid en vertroeteld te worden en misschien gebeurde dat wel helemaal niet. In ieder geval vormden de dieren ook een bedreiging. In profetische oordeelsaankondigingen zijn het de wilde dieren die bezit van het land nemen. De dieren dienden de mens als bron van trekkracht, kleding en voedsel. En de Bijbel geeft er geen aanleiding toe om te denken dat het eten van vlees verkeerd zou zijn. Nee, een stukje vlees verhoogt de feestvreugde eerder (Deut.12:15).


Te veel vlees eten legt een te grote druk op het milieu


VLEES ETEN

De actuele vraag of we vlees mogen eten, pakt Graafland in het derde deel van zijn boek weer op. In dat deel concretiseert hij de bijbelse uitgangspunten voor het leven van vandaag. Het is een goede keuze om daarbij vooral te kijken naar de intensieve veehouderij en de vleesconsumptie. Terecht geeft Graafland, in lijn met de Bijbel, aan dat het eten van vlees als zodanig niet verboden is. Een kritische beoordeling van onze huidige vleesconsumptie is dan ook een meer indirecte. Te veel vlees eten legt een te grote druk op het milieu. Productie van dierlijk eiwit vereist veel plantaardig voedsel en daarom veel land en water.

HOGE WAARDERING

Graafland komt tot een hoge waardering van het dier op grond van hetgeen hij in de Bijbel leest. Daar heeft het dier waarde, omdat het geschapen is door God, tot lof van Hem. Tegelijkertijd is het zo dat de mens het beheer over het dierenleven in handen is gelegd. Deze bijbelse gegevens zijn voor Graafland uiteindelijk doorslaggevender dan ethische theorieën die toegepast kunnen worden op vraagstukken over de behandeling van dieren.

Het positieve bijbelse spreken over de waarde van het dier is voor Graafland zelfs reden om te spreken over ‘de rechten van het dier’. Het blijft wat onduidelijk wat de meerwaarde daarvan is. Het besluit om de hond niet meer als trekdier te gebruiken (in Nederland) doet recht aan het dier, ook zonder dat er sprake is van ‘de rechten van het dier’. Het heeft evenzo niet zoveel betekenis om te spreken over ‘de rechten van het water’ als we vinden dat de waterkwaliteit in acht genomen dient te worden.

IETSJE TE VER

Gaat Graafland in zijn positieve waardering soms net ietsje te ver? Bijvoorbeeld als hij vaststelt dat met Jezus' lijden en sterven de levens van veel dieren zijn gered. Dat kan een empirisch vaststelbaar feit zijn. Maar er ligt iets te veel de suggestie in dat het sparen van dierenlevens Jezus' intentie zou zijn.

Ook is de vraag of het gebruik van dieren in beeldspraak voor eigenschappen van God of mens een norm voor de beschermwaardigheid van de dieren in zich bergt. De dierenwereld maakte nu eenmaal een groot deel van het referentiekader van de bijbelschrijvers uit.


N.a.v. Johan Graafland, ‘En God schiep. Over dieren en rentmeesterschap’ (Artiosreeks), uitg. Groen, Heerenveen; 206 blz.; € 13,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

MINDER VLEES OP JE BORD

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's