Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET GOEDE SPREKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET GOEDE SPREKEN

De praktijk van het zegenen [1]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie mag er zegenen? Van tijd tot tijd komt deze vraag aan de orde. In het verlengde hiervan liggen de vragen wie en wat gezegend mogen worden.

In 1983 schreef prof.dr. H. Jonker in de feestbundel ter gelegenheid van de 65e verjaardag van ds. L. Kievit een artikel over de ambtelijke handoplegging (met name bij de bevestiging van een proponent tot predikant). In 2007 verscheen in de Artiosreeks een boekje over zegenen van de hand van drs. J. Westland, met als titel Een hand boven je hoofd. Eens in de zoveel jaren blijken vragen rond de zegen opnieuw actueel. In een tweetal artikelen zoeken we naar de portee van het zegenen en wat dit anno 2016 betekent.

IN GODS NAAM

In het Oude Testament hebben zegen- en vloekwoorden een bijna magische kracht. Althans, zo beleven gelovigen en hun tijdgenoten dit. Wat hierbij opvalt, is dat de Bijbel dit magische denken relativeert.

Niet mensen beschikken over de zegen, God zegent. Hij zegent mens en dier (Gen.1:22,28; 2:3). Hij kan Zijn zegen geven, Hij kan ook Zijn zegen inhouden. De keerzijde van de zegen betekent Zijn vloek (Deut.28). Bij het uitspreken van de zegen zijn mensen enkel het middel. Ze spreken in Gods Naam de zegen uit.

PROFETISCH

In het Oude Testament vinden we nogal eens een zegen in familieverband. We dienen hierbij wel in acht te nemen dat aartsvaders, Job en Mozes een andere plaats hebben dan vaders vandaag de dag. In de tijd van de aartsvaders ligt zegen en profetie dicht bij elkaar (Gen. 27-28 en 48-49). We komen dit ook tegen bij de persoon van Bileam, met name in zijn profetie over de ‘ster’ (Num.24:17). Verder valt op dat zegenen in het Oude Testament vaak een taak is van hen die een ambt bekleden. Mozes is leider van het volk Israël. Je zou hem een bemiddelaar kunnen noemen (vgl. Hebr.8:6; 9:15). Priesters spreken een zegen uit (Lev.9:22) en hebben daar van Godswege de opdracht toe (Num.6:23).

In het Oude Testament is weinig te vinden over het onderling zegenen in het dagelijks leven. Hierbij tekenen we aan dat het groeten van elkaar soms duidelijk een zegenspreuk is (Ruth 2:4). Men groet elkaar met het goede van God. Dat is iets wat we in onze taal nog hebben in de groet Adieu, wat ‘Gode bevolen’ betekent.

EEN WENS

Het woord zegenen betekent: het goede van God over anderen uitspreken. De zegen bestaat in een leven onder Gods hoede (Num.6:24-26). Zegenen is ook: prijzen en gelukwensen (bijv. in het boek 1 Samuël). Dit geldt in het bijzonder waar de HEERE de Persoon is die gezegend wordt. Hem zegenen is Hem loven. De zegen die Izak geeft, betreft ook het materiële (Gen.27:28). In Genesis 27:4 is het Izak zelf die zegent: ‘Mijn ziel (=ik) zal je zegenen.’ Hij zegent in de vorm van een wens. Bij de zegen vinden we soms het gebaar van het opleggen van handen (Gen.48:14,18) of van opgeheven handen (Ex.17:11).

EEN MIDDEL

Direct aan het begin van de geschiedenissen in het Nieuwe Testament vinden we de zegen. Zacharias is in de tempel en ont moet een engel die hem de geboorte van een zoon aankondigt. Wanneer Zacharias in zijn ongeloof kritische vragen stelt, krijgt hij als straf te maken met het niet meer kunnen spreken. Dit betekent, dat hij woordeloos de zegen oplegt (Luk.1:22) – iets wat zeer uitzonderlijk is.

In het Nieuwe Testament heet God de Gezegende (Mk.14:61). Hij is te prijzen om Zijn gaven. In Zijn gaven zegent Hij het goede. Dit goede noemen we Zijn zegen. Jezus zegent voedsel (Mk.6:41). Ook zegent Hij voor Zijn hemelvaart Zijn leerlingen met opgeheven handen (Luk.24:50). Ze mogen weten dat Hij in de hemel is, hun ten goede. Van de apostelen horen we niet met zoveel woorden dat ze anderen zegenen. De zegen die zij verbreiden, komt met name tot uitdrukking in wat zij voor anderen mogen betekenen. Ze zijn een middel in Gods hand. Niet meer, niet minder.

EEN GROET

Wanneer Paulus in Lystre mensen tegenkomt die hem goddelijke krachten toedichten, reduceert hij dit direct tot de proporties waarbinnen dit hoort. Hij is een gewoon mens. Hij beschikt niet over goddelijke krachten (Hand.14:15). Wel werkt God door Zijn apostelen grote krachten (Hand.14:10). God schenkt Zijn zegen in voedsel en vreugde (Hand.14:17b). Het zegenen in het Nieuwe Testament is veel met het groeten verbonden. Met name in de brieven vinden we aan het slot groeten in de vorm van een zegen. Wat bij deze zegeningen opvalt, is dat deze klinken als een wens.

GOED DOEN

Speciale aandacht trekken de gedeelten waarin de Heere Jezus en de apostelen oproepen om te zegenen. In de Bergrede draagt de Heere Jezus ons op om hen die ons vervloeken te zegenen (Mt.5: 44). Petrus draagt ons in zijn eerste algemene zendbrief op om te zegenen (1 Petr.3:9). Wat zowel in de Bergrede als in de eerste Petrusbrief opvalt, is dat het in deze gedeelten staat in een context van vijandschap en vervolging. Het gaat er in deze omstandigheden niet om mensen te zegenen volgens onze kerkelijke voorstelling. Het gaat er veeleer om dat we in dergelijke situaties goed doen en geen kwaad met kwaad vergelden. De Heere Jezus geeft daarin het voorbeeld.

Als je uitgescholden wordt, scheld je niet terug. Als je lijdt, spreek je geen dreigende woorden (1 Petr.2:21-23). Steeds ligt het accent op het doen van het goede (1 Petr.2:12,15). Ook bij de apostel Paulus vinden we deze lijn (1 Kor.4:12).

VRUCHT VAN DE GEEST

De betekenis van het zegenen in het Nieuwe Testament is gekleurd door het Oude Testament. We zien dat bij Zacharias’ werk in de tempel (Luk.1:22). Zegenen is loven (Ef.1:3). Wanneer je het woord zegenen in het Nieuwe Testament letterlijk vertaalt, betekent het: goed spreken. Je spreekt in Gods Naam het goede over het leven van een ander uit. Het zegenen is vooral tot een zegen zijn. Ds. J. Westland brengt het als volgt onder woorden: ‘Zegenend spreken en een zegen zijn, ligt veel meer op het niveau van de vrucht van de Heilige Geest: de liefde waarin iedere christen mag delen en welke hij mag en moet uitdelen aan anderen.’

HANDOPLEGGING

In het Nieuwe Testament blijft de vraag onbeantwoord of de zegen alleen door ambtsdragers uitgesproken mag worden. Dit vindt zijn oorzaak daarin dat het Nieuwe Testament ons niet een volledig uitgebalanceerde ambtsleer biedt. Hooguit vinden we enkele aanzetten voor een ambtsvisie. Zegenen hoeft niet gepaard te gaan met het opheffen of opleggen van de handen, al kan dat wel. We vinden dit bijvoorbeeld bij Jezus’ zegening van de kinderen (Mk.10:16). De Heere Jezus doet hierbij iets wat onder rabbijnen in die tijd gebruikelijk was: het zegenen met handoplegging. Waar in het Nieuwe Testament van handoplegging sprake is, gaat het vaak om het ontvangen van een taak of ambt (bijv. Hand.6:6 en 1Tim.4:14).

Ds. A.J. Sonneveld is predikant van de hervormde gemeente van Lopik.


SAMENVATTING

1. Aartsvaders zegenen en profeteren. Priesters zegenen als ambtsdragers (Ex.25 en Lev.8).

2. Zegenen gebeurt in eerste instantie met woorden. De woorden kunnen gepaard gaan met het opheffen of het opleggen van de handen. Het handgebaar verwijst naar God. De zegen heeft zijn oorsprong in God. Alleen God kan de zegen zich laten ontvouwen. Het zegenen is het doorgeven van krachten die in de hemelse heerlijkheid hun oorsprong hebben. Zegen is derhalve geen magie. Het zegenen vindt plaats in de vorm van een bede of wens.

3. Zegenen is duidelijk verbonden met de levensstijl van gelovigen. God zegent deze wereld door mensen die tot een zegen mogen zijn.

4. Er is een zekere polariteit tussen persoonlijk en ambtelijk zegenen. Deze polariteit komen we ook tegen tussen het een middel in Gods hand zijn en tegelijkertijd het afhankelijk van Gods zegen zijn.


Volgende keer het slot, over de verschillende aspecten van zegenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

HET GOEDE SPREKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's