Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WET DWINGT TOT NADENKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WET DWINGT TOT NADENKEN

Pastoraat - orgaandonatie [1]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn onderwerpen die je liever mijdt, zoals nadenken over eigen dood en begrafenis. We zijn doorgaans druk met het leven en niet met de dood bezig. Blijft om die reden het aantal orgaandonoren relatief laag?

Het initiatiefwetsvoorstel van D66 dat hierin verandering wil aanbrengen, dwingt tot nadenken en meningsvorming.

DILEMMA’S

Er zijn uitgesproken voorstanders en al even uitgesproken tegenstanders van Actieve Donorregistratie (ADR). Van ‘expliciet toestemming verlenen’ gaat het in het voorliggende wetsvoorstel naar ‘vooronderstelde instemming’. ‘Geen bericht is goed bericht’ en ‘wie zwijgt, stemt toe’, zullen ze in Den Haag gedacht hebben. Gaat ook de Eerste Kamer akkoord, dan zijn we in de toekomst allemaal automatisch donor, tenzij we aangeven dat niet te willen zijn. In feite is er sprake van een ‘omgekeerd codicil’.


De geneeskunde stelt ons in toenemende mate voor ethische dilemma’s


Omdat de weg van informatie en voorlichting niet bracht wat de overheid ervan hoopte, slaat zij nu een andere weg in, namelijk die van lichte dwang. Tegelijkertijd veroorzaakte het Kamerbesluit een opmerkelijk neveneffect. Tijdens de donorweek van 10 tot 17 oktober jl. meldden zich voor het eerst meer mensen die geen orgaandonor willen zijn dan personen die dat wel willen. Ook een aanzienlijk aantal reeds geregistreerde donoren trok zich terug. Is dit een signaal naar de overheid: u overschrijdt een grens?

SCHREEUWEND TEKORT

Al jaren is er een schreeuwend tekort aan organen. Nederland heeft het laagste of bijna laagste donorpotentieel in Europa. Een verklaring hiervoor is het relatief geringe aantal verkeersslachtoffers dat op een intensive care belandt. Ook zijn behandelmogelijkheden en -resultaten van mensen met hersenletsel verbeterd, waardoor het aantal donoren is afgenomen.
De groeiende vraag naar organen heeft verder te maken met de snelle ontwikkelingen op medisch-technisch gebied. Steeds meer zieke organen kunnen vervangen worden doordat de transplantatiegeneeskunde een hoge vlucht nam. Dat stelt ons echter ook vaker voor ethische dilemma’s. Is alles wat medisch-technisch mogelijk is, ook wenselijk en moreel goed? Het gaat in het wetsvoorstel van D66 niet over donatie tijdens het leven, of over implantatie van dierlijke organen (xeno- of heterotransplantatie), maar over postmortale donatie, over het afstaan van organen onmiddellijk na overlijden.

CHRISTENPLICHT

In de Bijbel vinden we geen rechtstreeks antwoord op de vraag ‘hoe te staan tegenover donatie van organen en weefsels’. Dat zal de reden zijn dat mensen met eenzelfde levensbeschouwing tot diverse standpunten komen. Is bereidheid tot doneren christenplicht? Je redt het leven van één of meer mensen met ernstig orgaanfalen. Is het liefdegebod hier niet normatief (Matt.22:37-40)? Spreekt de Schrift niet over het offeren van eigen leven als opperste bewijs van naastenliefde (Rom.5:7 en 1 Joh.3:16)? Het grote voorbeeld van belangeloze liefde is Christus. Laten we wel uiterst voorzichtig zijn met het gelijkschakelen van Zijn lijden en sterven en onze bereidheid tot het doneren van een of meer organen.
Een goede daad is trouwens niet altijd ook een liefdedaad. Goede daden kunnen zijn ingegeven door niet-goede motieven, zoals die van eigenbelang. Is beschikbaarheid als donor nu wel of niet christenplicht? Voor sommige onderwerpen hoeft daar niet lang over te worden nagedacht. Ouders hebben de plicht goed voor hun kinderen te zorgen. Christenouders hebben dat bovendien ook nog eens beloofd bij de doop van hun kind. En hebben kinderen niet de plicht te zorgen voor hun zorgbehoeftige ouders? Liefde moet de drijfveer zijn, maar het kan daar ook op uitlopen.

GALATEN

Bij orgaandonatie ligt dat mijns inziens wat gecompliceerder. Bij leven een nier schenken aan iemand met wie je een bijzondere band hebt, ligt toch anders dan doneren na je dood aan een onbekende. De motivatie tot doneren blijkt dan aanzienlijk geringer te zijn. Is hier sprake van egoïsme en onverschilligheid ten opzichte van andermans nood, zoals wel gesuggereerd wordt?
Voorstanders van postmortale donatie wijzen graag op de liefde van de Galaten voor Paulus. Deze jonge enthousiaste christenen waren zelfs bereid hun ogen voor de apostel te geven (Gal.4:15) als Paulus daarmee geholpen zou zijn. Dit is een mooi voorbeeld van vergaande zelfverloochening en offerbereidheid ten gunste van de naaste.
Of dit een sterk argument is met het oog op postmortale orgaandonatie, is de vraag. De mogelijkheid organen uit te nemen en in een ander lichaam te implanteren zou nog eeuwen op zich laten wachten. Het lijkt mij tamelijk speculatief te concluderen dat de liefde van de Galaten ook metterdaad tot een dergelijk offer zou leiden.

AFWIJZENDE HOUDING

Principiële tegenstanders van orgaantransplantatie vinden elkaar in artikel 11 van de grondwet, over de integriteit van het lichaam, ook na het intreden van de dood. Voor orthodoxe Joden en – ten dele – voor gereformeerde protestanten geldt dat het lichaam nadat de dood is vastgesteld, met rust gelaten dient te worden. De Rooms-Katholieke Kerk ziet orgaandonatie juist weer als een daad van liefde. Je kunt er iemands leven mee redden en verlengen. Onder orthodoxe protestanten zijn er die zich afvragen of daarmee niet wordt ingegaan tegen Gods voorzienigheid. Maar geldt dat zuiver beschouwd dan niet van iedere medische ingreep? Ook de complexiteit van de transplantatiegeneeskunde kan een motief zijn om afwijzend te staan tegenover orgaandonatie. Gewezen wordt op de enorme kosten die ermee gemoeid zijn. Sceptici van orgaandonatie noemen de soms sterke afstotingsreacties van het immuunsysteem op het ingebrachte orgaan. Ieder heeft zijn eigen DNA dat altijd op ander DNA reageert met antistoffen.

Orgaandonatie, vooral harttransplantatie, zou het unieke van de individuele mens aantasten. Bij postmortale donatie is de ontvanger onbekend. De anonimiteit van gever en ontvanger zijn juridisch vastgelegd. Dit kan een punt zijn: van wie ontvang ik een orgaan? Van een incestpleger, van iemand met een bedenkelijke levensstijl? Zo’n vraag is ter zake wanneer bij transplantatie ook iets van persoonskenmerken (van de donor) wordt overgedragen. Dat geldt bij hersenweefsel en geslachtsorganen. Volgens dr. Pim van Lommel zijn er aanwijzingen dat dit ook bij harttransplantaties het geval is.

RENTMEESTERSCHAP

Tot slot wijzen christenen nog op het ons toevertrouwde rentmeesterschap. Dat kan evenwel ook resulteren in beschikbaarheid voor orgaan- en weefseltransplantatie. Rentmeesterschap betekent dat ons leven niet onszelf maar God toebehoort. Daaruit kan ook geconcludeerd worden dat het lichaam zoveel mogelijk intact het graf in dient te gaan. Maar hoe staan we dan tegenover amputatie als levensreddende ingreep? Waar blijft het verwijderde lichaamsdeel? Wij begraven onze overledenen, omdat we geloven in de opstanding van de doden.
Maar of dat reden is postmortale donatie af te wijzen?
In Genesis 50 wordt Jakob na zijn sterven gebalsemd. Daarbij werden de (meest) bederfonderhevige organen verwijderd, die overigens niet achteloos werden weggeworpen, maar begraven. Allen die in hun Heere en Heiland gestorven zijn, worden opgewekt met een verheerlijkt lichaam, gelijkvormig aan het Zijne, volmaakt en zonder enig gebrek. Wie een been of arm, hand of voet, nier of nieren verloor, zal eenmaal weer compleet zijn.

VALIDE ARGUMENTEN

Zoals in iedere discussie lopen we ook hier het gevaar ons doof te houden voor argumenten die ons niet passen. Selectief horen en lezen is altijd een valkuil. Wie evenwel openstaat voor de mening van anderen, zal het niet moeilijk vallen eigen mening bij te stellen wanneer dat nodig blijkt. Gevoel en geweten hebben in de discussie over orgaandonatie geen onbelangrijke inbreng. Niemand moet over zijn geweten heen werken en gevoelsargumenten zijn ook argumenten.
Belangrijk is te weten waar ‘ja’ of ‘nee’ op wordt gezegd. Daarom is naast goede informatieverstrekking niet minder nodig goede informatieopname en -verwerking om tot een afgewogen persoonlijk standpunt te komen.

Ds.J. Belder uit Dordrecht is emeritus predikant (jbelder@kliksafe.nl).


Volgende week het slot, over de vraag wanneer iemand dood is en wat orgaandonatie betekent voor de nabestaanden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

WET DWINGT TOT NADENKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's