Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERNIEUWDE TRADITIES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERNIEUWDE TRADITIES

Met eigen in beton gegoten zekerheden redt de kerk het niet

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Traditie is geen wegwerpartikel, maar ook geen conserveringsmiddel. Die conclusie kun je trekken na het lezen van twee heel verschillende boeken over het thema traditie.

In de twee boeiende uitgaven, het proefschrift van Peter Abspoel en de lustrumbundel van het Wageningse studentendispuut Dei Gratia (CSFR), gaat het hoofdzakelijk om traditie (kleine t) als ‘sociale erfenis’. Dit in tegenstelling tot Traditie (hoofdletter T), al lopen de begrippen soms ook door elkaar.

GEZAGHEBBEND

Het eerste boek is een nader uitgewerkte dissertatie van cultureel antropoloog Peter Abspoel, waarop hij promoveerde aan de Radboud Universiteit (Nijmegen). Hij raakte vertrouwd met de Afrikaanse culturen en kwam daardoor uit bij ‘een ongebruikelijke kijk’ op het christendom in het Westen, ‘in zijn verschillende historische gedaantes’. Het lijvige boek is te filosofisch en complex om het hier te behandelen, maar onder de algemene titel ‘Zingeving in het Westen’ komt in het derde en laatste deel ‘Christelijke zingeving’ uitvoerig aan de orde. Ik richt me slechts op één facet: traditie bij Rome en in de Reformatie. Abspoel zegt dat de protestantse hervormers het gezag van de traditie ‘integraal’ hebben verworpen en vervangen door het gezag van het Woord. Bij Rome was immers ook de kerkelijke traditie gezaghebbend?! Wat Rome betreft zegt hij, dat ‘het gewone volk, met name op het platteland’ vaak weinig idee had waarom het in het christendom ging, maar dat allerlei rituelen voor hen vooral ‘een magische functie’ hadden. Het uit de Schrift opkomende christelijk geloof geeft hij adequaat weer. De verering van relikwieën echter acht hij op zichzelf niet ‘onverzoenlijk met de kern van het christendom’, maar het werd geschraagd door ‘zulke absurde pretenties’ dat de christelijke betekenis ervan gemakkelijk op de achtergrond raakte.


Met de gereformeerde traditie heeft de kerk ‘goud in handen’


AFWIJZING

Aflaathandel om de zonden te vergeven acht hij ‘eerder puurtraditioneel’ dan christelijk. Dat geldt ook voor de praktijken van flagellanten die meenden zichzelf tot bloedens toe te moeten slaan om God welgevallig te kunnen worden. Maar protestanten beschouwen volgens Abspoel verering van heiligen en van Maria en de waardering van bedevaartsoorden ten onrechte als ‘traditioneel bijgeloof’.

Hij is uiteindelijk van oordeel dat er slechts dan sprake is van ‘ontaarding’ van het christelijk geloof als traditionele middelen mensen geen grotere innerlijke vrijheid schenken of hen niet in contact brengen ‘met een god die met hen begaan is’. Hij acht afwijzen van alle traditie daarom een grotere belemmering voor de doorwerking van het christelijk geloof dan gehechtheid aan traditie.

REFORMATORISCHE TRADITIE

Dat brengt me op het tweede boek, een geschakeerde bundel bij het negende lustrum van het Wageningse studentendispuut Dei Gratia (CSFR). ‘Geen traditie lijkt heilig in de huidige tijd’, zegt de redactie. Maar de christelijke gereformeerde hoogleraar G.C. den Hertog zegt in het ‘Woord vooraf’ al direct dat er bij Luther en Calvijn geen tegenstelling bestaat tussen de Schrift als ‘enige bron van openbaring’ en de traditie die ‘slechts’ een menselijk overleveringsproces zou zijn. ‘Ook zij leefden van het spoor dat de Heilige Geest door de tijden trekt.’ Dus ook traditie. ‘Ze weigerden alleen zich door een bepaalde omgang met de traditie van God en Zijn Woord te laten vervreemden.’ Dat komt dicht bij de stellingname van Abspoel, al valt de uitwerking naar de praktijk heel verschillend uit.

Het gaat in deze bundel vooral om traditie in ‘reformatorische’, nader toegespitst ‘bevindelijk gereformeerde’ kring. Die kring is, met een subjectivisme dat eigen ervaringen centraal stelt, ook historisch ofwel cultureel bepaald, zegt prof.dr.ir. Henk Jochemsen.

TWEE REACTIES

Hier ziet men naar zijn oordeel tweeërlei reactie op de eigen traditie. Enerzijds vervreemding en loslating, ‘omdat men er geen inspiratie meer aan ontleent’. De reformatorische ‘zede’ heeft daarom ook op veel jongeren steeds minder beslag. Anderzijds ‘het extra benadrukken van de traditie’, althans van bepáálde tradities, die soms nog met nieuwe regels worden aangevuld. ‘De reformatorische regels worden soms zo verzelfstandigd dat ze niet meer weerspiegelen het licht van Gods genade in Christus Jezus en daar zelfs een sluier voor hangen.’

Als een van de kenmerken van relevante tradities noemt Jochemsen dat ze zonder vernieuwing hun oorspronkelijke positieve betekenis kunnen verliezen en in de praktijk zelfs frustrerend kunnen gaan werken. Hier en daar ziet hij tekenen van die vernieuwing, helaas echter zonder dat hij die concreet aangeeft. Maar: ‘Het Levende Woord waarvan de Geest Zich altijd bedient, gaat uit boven welke traditie dan ook.’ De Geest vernieuwt tradities en schept nieuwe tradities.


De Geest vernieuwt tradities en schept nieuwe tradities


BEVINDELIJK

Van een geheel andere toon is de bijdrage van dr. C.S.L. Janse: louter sociologisch en beschrijvend. Hij vraagt zich af of de slag om de jeugd bij de ‘bevindelijk gereformeerden’, die hij evenals in zijn proefschrift als een subcultuur binnen slechts enkele kerkelijke denominaties lokaliseert, al niet is verloren. Maar bevinding als verborgen omgang met God en traditie als een levende uiting daarvan ontbreekt. Hij eindigt met de vraag of het ontbreken van de ‘geloofsoverdracht’, zoals die binnen de oudere generatie in de voormalige Gereformeerde Kerken zichtbaar werd, enkele decennia later ook de bevindelijk gereformeerden niet zal treffen. Maar wat mag hier ‘geloofsoverdracht’ heten? Is dat hetzelfde als een eenzijdige kerkelijke traditie, vastgelegd in leerstelligheden en uiterlijke kenmerken?

TRANSITIE

Ik richt mij nog even op een woord in de titel van de bundel, te weten transitie, ofwel overgang. Het gaat om de plaats van tradities in een veranderende wereld, in een overgangstijd als de onze. Jochemsen zegt dat we niet slechts leven in ‘een tijdperk van verandering’ maar in ‘een verandering van tijdperk’. Twee bijdragen licht ik er uit.

Dr. Ewald Mackay maakte een lange (door hem zelf existentieel beleefde) reis door het land van de traditie, van de Vroege Kerk, via de Middeleeuwen naar de Reformatie. Hij ontdekte dat er een glasplaat ligt tussen Woord en (elke) traditie. Het ontkennen daarvan is een vorm van naïviteit, hoogmoed of soms ook ‘versluierend machtsmisbruik’.

Hij ontdekte een drievoudige canon: Christus als het vleesgeworden Woord, het geschreven Woord en de geloofstraditie. Bij de Reformatie ontdekte hij dat daar die geloofstraditie volledig werd erkend maar dat ‘een rigide opvatting’ van traditie werd afgewezen. Hij ging beseffen dat rooms-katholieken, bij wie de altijd gezaghebbende (en vastgelegde) traditie ook aan verandering onderhevig is, tegen de praktijk van het sola scriptura-beginsel van de Reformatie oplopen. Dat gebeurt namelijk als ze zien dat iedere protestantse denominatie dit beginsel in zijn vaandel voert, maar er intussen wel tientallen kerken en kerkjes zijn. Zijn conclusie is: ‘We moeten ons niet vastklampen aan onze eigen in beton gegoten zekerheden, maar we moeten werkelijk afhankelijk leren leven.’ Hij besluit met ‘de ruimte van Gods Kerk’, van Justinus de Martelaar tot Johann Sebastiaan Bach, van Aurelius Augustinus tot Clive Staples Lewis.

DIEP EXISTENTIEEL

Ik sluit af met de fraaie, persoonlijk getinte bijdrage van mr. Herman Oevermans: ‘Ruimte voor de ziel’. Hij verbindt traditie met ‘ervaringen die mensen op een diepe existentiële manier openstellen voor de aanspraak van de levende God Die wedergeboren doet worden’. Hij leerde dat bij ds. R. Kok, ‘in dat kleine kerkje in dat dorpje aan de Lek’ (Ameide): ‘Er moest wel wat met een mens gebeuren. Dat werd geen systeem, geen voorgeschreven pad, God ging immers met ieder van Zijn kinderen Zijn eigen weg, maar het maakte wel dat het leven een existentieel gewicht kreeg.’

In de rechterflank van het gereformeerd protestantisme ziet Oevermans, meer dan in de zogenaamde neocalvinistische hoek, dat deze ‘existentiële beseffen’ van belang zijn voor het doorvertalen van de traditie van het gereformeerd protestantisme ‘in brede zin’. Hij refereert hier ook aan Het bevindelijke nest van dr. W. Verboom. Ze bieden ruimte voor verbinding met ‘de grote geestelijke traditie’. Oevermans pleit ook voor de lofzegging als ‘kern van de eredienst’ (A.A. van Ruler). Hier kan niet genoeg geleerd worden, zegt hij, van de lutherse, anglicaanse en rooms-katholieke traditie.

RUIMTE

Ik beaam met de hersteld hervormde hoogleraar dr. Wim van Vlastuin dat we met de gereformeerde traditie ‘goud in handen’ hebben. Tegelijk besef ik dat niet alles wat zich als gereformeerde traditie aandient op de Reformatie teruggaat of ‘geloofstraditie’ mag heten. En ook dat het Evangelie door de Geest levenwekkend is geland in andere tradities, in de ruimte van de wereldkerk van alle eeuwen.

Dr. ir. J. van der Graaf uit Huizen is oud-algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond.


N.a.v. Peter Abspoel, ‘Zingeving in het Westen. Traditie, strijdersethos en christendom’, uitg. Vantilt, Nijmegen; 528 blz.; € 27,50.

Jordi van Kleeff en Johanneke Methorst (red.), ‘Traditie in transitie. De plaats van tradities in een veranderende wereld’, uitg. Buijten en Schipperheijn Motief, Amsterdam; 189 blz.; € 19,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

VERNIEUWDE TRADITIES

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's