Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ARMOEDE ANNO 2016

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ARMOEDE ANNO 2016

Direct contact met risicogroepen zet diakenen meer op scherp

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De meeste wetenschappers, journalisten en politici realiseren zich de problemen aan de onderkant van de samenleving. Ook in de kerken is het bewustzijn volop aanwezig. De tijd dat het bestaan van armoede door velen werd ontkend, ligt achter ons.

Met deze insteek begint het armoedeonderzoek 2016. Het rapport constateert: ‘Er is armoede in Nederland en de situatie is verslechterd sinds het begin van de economische crisis in 2008’. Uit cijfers blijkt dat een op de tien Nederlanders op of onder de armoedegrens leeft.
Meer dan drie procent leeft al langer dan vier jaar op dat lage inkomen. Bijna dertien procent van de kinderen groeit op in armoede. Het aantal huishoudens met problematische schulden groeit de laatste tijd explosief. Het aantal daklozen is tussen 2009 en 2016 met driekwart toegenomen. Er zijn nu naar schatting 31.000 daken thuislozen in ons land.

ONDERZOEKSVRAGEN

Armoede in Nederland is nooit weg geweest. Kerken kwamen het in verhevigde mate tegen, vanaf de economische crises in de jaren tachtig en recenter. Zij bieden individuele hulp, zijn betrokken bij allerlei initiatieven om mensen te ondersteunen en signaleren de problemen naar overheid en samenleving.
Maar om hoeveel hulpvragen gaat het eigenlijk? Hoe komen diaconie en caritas in contact met mensen die in de knel zijn geraakt? Wie zijn de mensen die zij tegenkomen en met welke problemen hebben zij te kampen? Hoe bieden kerken hulp en welke bedragen gaan daar in om? Met wie werken kerken samen in de hulpverlening?
Om deze en andere vragen te beantwoorden, is het armoedeonderzoek 2016 uitgevoerd onder de plaatselijke diaconale organisaties van een groot aantal kerkgenootschappen in Nederland.

GROEI HULPVRAGEN

Uit het onderzoek komen vijf conclusies naar voren. Ten eerste is er een groei van de hulpvragen en groei van de hulp vanuit kerken, ondanks krimp in de meeste kerken. Het onderzoek laat zien dat diaconale organisaties per jaar gemiddeld ruim zeventien aanvragen voor financiële hulp binnenkrijgen. Dit is een forse stijging ten opzichte van 2012. Meer dan 36 miljoen euro werd in 2015 besteed aan individuele hulpverlening, kerstpakkettenacties, inloophuizen en diverse projecten voor armoedebestrijding. Dat is € 7 miljoen meer dan in 2012. Er was ook meer inzet van vrijwilligers. Als je de vrijwilligersuren zou omzetten naar betaalde dienstverlening, dan zou het ‘sociaal kapitaal’ dat de kerken daarmee inzetten voor de onderkant van de samenleving, uitkomen op een bedrag van nog eens € 38.349.000.
Carla van der Vlist, teamleider van Kerk in Actie, zegt bij deze conclusie: ‘In de missie van de kerk gaat het om er zijn voor de naaste, in het bijzonder voor de meest kwetsbaren. Opdat niemand te kort komt, leert het Evangelie ons’. Over het geheim van de inzet van vrijwilligers zegt zij: ‘Het geheim zit waarschijnlijk in de ontmoeting die plaatsvindt van mens tot mens. Vrijwilligers, niet gehinderd door allerlei regels, begrijpen gewoon dat er geholpen moet worden en handelen hiernaar. Daar zou de overheid veel van kunnen leren.’ Diaconaat is helpen waar geen helper is, belangeloos en onbaatzuchtig. Het is de Heere God, Die liefde geeft tot dienstbetoon. Genade leert delen en ruimhartig geven. Het is nodig als kerkenraad of diaconie aandacht te geven aan de vele vrijwilligers (onder wie mantelzorgers) in de gemeente. Krijgen zij wel voldoende aandacht in de voorbeden, meeleven en waardering voor hun inzet?

MEER SAMENWERKING

Als tweede stelt het rapport vast dat armoede in kerken geen taboe meer is. De hulpverlening vindt vooral plaats in samenwerking met andere geloofsgemeenschappen en organisaties. Het rapport zegt dat de samenwerking met andere kerkelijke organisaties en diaconale platforms is vergroot, evenals met het WMO-loket en met sociale wijkteams. Ook is er een sterk gegroeide samenwerking met voedselbanken.

OPSPOREN

Er is een top vijf samengesteld van manieren om armoede op het spoor te komen. Op nummer één staat de reactie op signalen van een ouderling, diaken, predikant of een gemeentelid. Op de tweede plek volgt het contact via de voedselbank en de open maaltijd. Contacten met de burgerlijke gemeente staat op drie. In de vierde plaats wordt het kerkblad genoemd en op vijf staan diverse sociale en maatschappelijke instellingen.
Uit deze gegevens blijkt dat er binnen de kerkelijke gemeente meer gevoeligheid ontstaat bij ambtsdragers en gemeenteleden. Dat is een mooie ontwikkeling. Diakenen hebben vooral ‘ontmoeters’ nodig om aan de weet te komen wat er achter de voordeur speelt aan sociale problematiek. Investeren in persoonlijke, langdurige en vertrouwelijke relaties en goede netwerken is daarom belangrijk.
Het zal meer en meer nodig zijn dat de diaken op huisbezoek gaat. Met elkaar zou je binnen de kerkenraad kunnen afspreken welke doelgroepen specifiek voor het diaconale huisbezoek in aanmerking komen. We kunnen hierbij denken aan mensen zonder betaald werk, alleenstaande ouders, mensen met een chronische ziekte of beperking, asielzoekers, vluchtelingen en 65-plussers. Direct contact zet diakenen meer op scherp en in beweging.

ZONDER ONDERSCHEID

Verder helpen kerken ‘zonder onderscheid van personen en vooral op de terreinen van eerste levensbehoeften’. Uit het onderzoek blijkt dat bijna 90 procent van de kerken vindt dat de hulp zich primair moet richten op iedereen die het financieel moeilijk heeft, zonder onderscheid tussen kerkleden en anderen. Kijkend naar de redenen waarom financiële hulp wordt geboden, blijkt dat het meestal gaat om heel basale levensbehoeften. Voorkomen van afsluiting van gas, water en licht of zelfs van uithuiszetting zijn veel genoemde redenen. Daarnaast is hulp nodig bij het voorzien in de eerste levensbehoeften (broodnood, levensmiddelen, kleding en vervangen witgoed).
Opmerkelijk is dat de basale levensbehoeften hoog scoren. Dat zal onder andere te maken hebben met prijsstijgingen, te laag inkomen en hoge kosten voor onder meer energieverbruik, verzekeringen en zorgkosten. Klopte men vroeger nog weleens aan bij de diaconie voor een nieuwe was-machine, koelkast of ondersteuning bij schulden, nu komen dus vooral de primaire levensbehoeften in beeld. Deze ontwikkeling maakt de kloof tussen arm en rijk groter. Deze derde conclusie mag een signaal zijn naar de landelijke en plaatselijke overheid als het gaat om het vaststellen van sociaal beleid en het gesprek over de hoogte van uitkeringen.

VOEDSELBANK

De vierde conclusie spreekt over een toename van kerkelijke betrokkenheid bij projecten die directe aandacht en hulp bieden aan kwetsbare groepen. Genoemd worden belangenorganisaties van mensen en inloophuizen. De kerk werkt daarin laagdrempelig en mensgericht. Uit het onderzoek blijkt dat de voedselbank dé partner is waar de meeste steun naartoe gaat.
De opkomst van maatjesprojecten valt daarnaast op. Dit zijn projecten waarbij iemand gekoppeld wordt aan een naaste die aandacht en zorg nodig heeft. Het gaat bijvoorbeeld om hulp bij het invullen van vaak ingewikkelde formulieren. Ook kan iemand als belangenbehartiger optreden, bijvoorbeeld bij de zogenaamde ‘keukentafelgesprekken’. Dit zijn gesprekken die de plaatselijke overheid voert met mensen die een zorgbehoefte hebben. Het aantal schuldhulpmaatjes neemt eveneens toe. Zij helpen bij financiële problemen.
Een ‘maatje’ zijn voor de ander is een mooi voorbeeld van de bijbelse opdracht om naar de naaste om te zien (Luk.10:27). Het sluit ook prachtig aan bij de woorden van de Heere Jezus in Mattheüs 25:31-46. Voor het beërven van Gods Koninkrijk speelt naastenliefde een cruciale rol (‘diaconaal criterium’).

OVERHEID

De laatste en vijfde conclusie gaat over de overheid: ‘De overheid kan meer doen aan het voorkomen van armoede, door zeer kwetsbare groepen meer en gerichter te ondersteunen en minder bureaucratisch te werken’.
Als belangrijkste reden om hulp te vragen wordt in dit onderzoek de groeiende schuldenproblematiek genoemd. Aan armoede is moeilijk te ontsnappen als mensen langdurig moeten leven van een laag inkomen. Opvallend is tevens de stijging van onvoorziene hoge uitgaven. Verder staat de bureaucratie als armoedeveroorzaker nog steeds hoog in de ranglijst.

A. Peters uit Barneveld was voor zijn pensionering gemeenteadviseur binnen de Protestantse Kerk en heeft diverse boeken over diaconaat geschreven.


AANBEVELINGEN

Aan het slot van het onderzoek staan niet alleen aanbevelingen voor de landelijke en plaatselijke overheden, maar ook voor de plaatselijke kerken. Aanbevelingen voor de kerkelijke gemeente of diaconie zijn onder andere:
1. Maak armoede bespreekbaar in de gemeente en publiceer regelmatig hoe men hulp kan krijgen bij financiële en andere problemen.
2. Stel een armoedeprotocol op. Daarin is onder andere aandacht voor het waarborgen van de privacy, behandeling van aanvragen, vertrouwelijkheid (zie: www.kerkinactie.nl/armoede).
3. Zorg voor toerusting van het pastorale en diaconale netwerk, zodat men armoede tijdig kan signaleren.
4. Werk samen met andere kerken en diaconale en maatschappelijke organisaties.
5. Bespreek knelpunten met de plaatselijke overheid (bestuurders en lokale politici).
6. Zet samen met anderen een noodfonds en/of een maatjesproject op.

Diaconaat is roeping van de kerk. Meer informatie is te vinden op www.knooppuntkerkenenarmoede.nl.


ARMOEDEONDERZOEK 2016

Enkele weken geleden is het armoedeonderzoek 2016 gepresenteerd. Het is het zevende onderzoek in een reeks die in 2002 begon. Het rapport brengt hulpverlening door diaconieën, parochiële caritas-instellingen en andere kerkelijke organisaties in Nederland in kaart. Meer mensen kloppen uit nood op de deur van de kerk. De bijdrage van kerken aan armoedebestrijding blijkt fors toe te nemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2016

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

ARMOEDE ANNO 2016

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2016

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's