Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ENDO EN LUTHER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ENDO EN LUTHER

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stilte is de indrukwekkende roman van de Japanse schrijver Shusaku Endo (1923-1996). De verfilming – na 28 jaar voorbereiding – door regisseur Martin Scorscese (74) trekt deze dagen de aandacht. In het ND schrijft Maurice Hoogendoorn er vol bewondering over. Hij noemt de film een meesterwerk. ‘Rijk, genuanceerd, subtiel en mystiek.’ Er zijn ook media die daar anders over denken en Silence een draak van een film vinden. Of die waardering – of het gebrek daaraan – te maken heeft met de christelijke thematiek, zou een onderzoekje waard zijn. Hoe dan ook, het verhaal dat Endo in zijn roman vertelt, is aangrijpend:

NEDERLANDS DAGBLAD

De Spaanse jezuïet Franciscus Xaverius gaat in 1549 aan land in Japan, het nieuwe missiegebied van de jezuïeten. In de periode van een mensenleven groeit het aantal Japanse christenen tot maar liefst driehonderdduizend. Xaverius noemt het land uitermate geschikt voor het christendom.

Maar nog aan het einde van de zestiende eeuw verandert de situatie. De shoguns verdrijven de priesters en eisen van alle christenen dat ze afstand doen van hun geloof en zich als boeddhist laten registreren. Zij die hun geloof niet afzweren, riskeren martelingen tot de dood. (...) Zo ziet de situatie eruit bij aanvang van de roman ‘Stilte’ (1966), en gebaseerd op historische personen en gebeurtenissen. De Portugese jezuïet Rodrigo vertrekt naar Japan om daar het evangelie te brengen en om zijn oude leermeester op te zoeken, die volgens geruchten het geloof heeft afgezworen. Eenmaal in Japan ziet Rodrigo christenen lijden vanwege hun geloof in God. Gaandeweg raakt de priester daardoor in een geloofscrisis. Want waar is God in dit lijden? Hoort Hij het geschreeuw van de martelaren? Waarom grijpt Hij niet in?

CHRISTELIJK WEEKBLAD

In het Christelijk Weekblad stond vorig jaar (30 sept) een interview met Sigrid Coenradi, die promoveerde op het onderwerp ‘Plaatsbekleding’ bij Endo. Nels Fahner vroeg haar:

Wat is er verrassend aan het beeld van Jezus dat Endo schetst in bijvoorbeeld Stilte?

‘In ‘Stilte’ draait het beeld dat de missionaris Rodrigues van Jezus heeft 180 graden om. Aan het begin van de roman, tijdens de lange overtocht naar Japan, peinst de missionaris Rodrigues over het prachtige gelaat van Christus. De Christus die de kerk Rodrigues voorgehouden heeft, is een majestueuze, onoverwinnelijke figuur, die in de voetsporen van God wonderen verricht. Voor die Jezus zou Rodrigues graag de marteldood sterven. (..) Aan het eind van de roman heeft de priester echter een totaal ander beeld van Jezus. Jezus heeft dan een gezicht dat getekend wordt door de lelijkheid van het lijden en grauw ziet van verdriet. Deze mee-lijdende Jezus, ervaart de hoofdpersoon dan als een trouwe metgezel, die naast de mensen staat in hun ellende.’

De hoofdpersoon moet op een gegeven moment zijn geloof verloochenen door op een fumie te trappen. Wat is een fumie?

‘Een fumie is letterlijk een trapprent. Een houten plank of plaat met de afbeelding van Christus. Eenmaal per jaar moesten mensen op last van de autoriteiten aantonen dat ze geen christen waren door op de fumie te gaan staan. Aan het einde van ‘Stilte’ staat de priester Rodrigues, die door de Japanse overheid gevangen genomen is, voor een moeilijke keuze: als hij op de fumie gaat staan, redt hij zijn eigen leven en dat van een aantal medegevangenen, maar tegelijkertijd verloochent hij zijn geloof en dat van de Japanse christenen. Juist op dat moment hoort hij een stem die zegt: “Trap maar, trap maar. Ik ben op de wereld gekomen om door jullie vertrapt te worden. Om in jullie pijn te delen heb Ik het kruis op mijn rug gedragen.”’

LITER

Over Endo en Stilte staat ook een mooie bijdrage te lezen van Jan Sonneveld in het literaire tijdschrift Liter (nr. 83). Sonneveld citeert Enny de Bruijn, die in het RD schreef:

Voor Endo zelf was het meest cruciaal de onuitputtelijke liefde van Jezus, zelfs voor mensen die Hem verraden hadden. Het echte wonder in dit boek is dan ook niet dat de omstandigheden veranderen, maar dat het gezicht van God – letterlijk – verandert op het moment dat de afvallige hoofdpersoon op het punt staat zijn voet op de plank met de afbeelding van Christus te zetten.’

Stilte is een verontrustend boek over een afwezige God, over afvallige gelovigen en over een lijdende Christus, Die medelijden heeft met onze immense zwakheid.

Daarmee komen we in de buurt van Luther, over wiens kruistheologie dr. Eelco van der Veer, predikant te Ferwert, schreef in het Luthernummer van Kontekstueel. Van der Veer laat zien dat Luther zich verzet tegen een theologie van de glorie ‘die God en mens op rustige wijze in elkaars verlengde plaatst en een harmonisch evenwicht tussen beide zoekt.’ Twee fragmenten:

KONTEKSTUEEL

In de paradoxale stellingen van de ‘Heidelberger Disputatie’ uit 1518 bereikt Luthers kruistheologie haar voorlopige kritische maximum en komt de tegenstelling met de theologie van de glorie voluit aan het licht. Terwijl de theoloog van de glorie bij de zichtbare wereld van de schepping begint om vandaar al speculerend en transcenderend bij de onzichtbare Schepper uit te komen, begint de theoloog van het kruis bij wat van God zichtbaar is geworden in kruis en lijden. Alleen in de gekruisigde Christus, het tegendeel van wat mensen ons van nature bij God voorstellen, is de ware theologie, zo stelt Luther. (...)

De theoloog van de glorie is een vijand van het kruis, hij wordt het liefst door werken gebouwd, of het nu gaat om werken van de ratio of van de moraal. De theoloog van het kruis daarentegen noemt de werkelijkheid bij haar naam – dat hijzelf niets is en dat zijn werken van God zijn. Van begin tot eind blijft hij volstrekt aangewezen op de scheppende liefde van God die uit het niets iets tevoorschijn roept. Deze liefde van boven ‘treft wat ze liefheeft niet aan, maar schept het’, geheel anders dan de liefde van de mens die juist ontbrandt aan wat ze beminnenswaard acht. ‘Zondaars zijn daarom mooi omdat ze bemind worden, ze worden niet bemind omdat ze mooi zijn,’ zo vat Luther de omwenteling kernachtig samen. Deze kritische lijn uit de beginperiode loopt door in het omvattende werk dat Luther ons heeft nagelaten. (..) Als kruistheoloog zet hij in bij God die zich in het kruis van Christus verborgen heeft onder het tegendeel, sub contrario, om alle verkeerde verwachtingen aan onze kant te doorkruisen.

Wat valt er van Luthers kruistheologie vandaag de dag te leren? Ze houdt ons een spiegel voor, zegt ds. Van der Veer. Hij signaleert aan de ene kant veel ‘bedrijvige opzettelijkheid’ in de kerk ‘waar je de kruisgestalte nauwelijks in terug kunt herkennen.’ En hij aarzelt dan niet om vraagtekens te zetten achter heel veel actiebereidheid onder christenen en de hedendaagse focus op bijzondere ervaringen en groei. ‘Een prachtkans voor de oude Adam die zichzelf en de gemeente wil bouwen door zijn werken.’

Naast opzettelijkheid in allerlei soorten en maten, springt ook de behoefte aan onmiddellijkheid in het oog. Het woord belevingscultuur (inmiddels al aardig versleten, maar nog altijd actueel) valt dan al gauw. Nu we vaak royaal in onze basisbehoeftes kunnen voorzien en we niet meer hoeven te óverleven, draait alles al gauw om béleven. Ook binnen de kerk. Zal zij dat op haar beurt kunnen overleven? Dat wordt de grote vraag in de komende tijd.

De dingen kunnen soms snel veranderen, maar vooralsnog blijft de belevingsdorst prominent aanwezig. Ze manifesteert zich op allerlei gebieden en brengt binnen de kerk een heel eigen taalveld met zich mee, van ‘het is mijn verlangen’, ‘het is mijn passie’ tot ‘God heeft mij op het hart gelegd’. Het evangelische lied vormt de muzikale vertolking ervan. De dialectiek van het ‘sub contrario’ gaat dan ontbreken, de dingen dragen niet meer de gestalte van hun tegendeel. Alles moet één op één worden gezegd en ervaren, zonder onderbreking of hapering. Alsof we mensen uit één stuk zijn geworden, gaaf en heel, zonder innerlijke tegenspraak, niet meer gehinderd door de stoorzender van het kwaad. Alsof het woord van het kruis niet steeds opnieuw als een zwaard door de ziel gaat en ons leven als een verdeeld huis aan het licht brengt. Alsof de rechtvaardige niet tot aan zijn dood ook de zondaar is en blijft.

Alleen wie met Paulus en Luther blijft uitroepen ‘Ik ellendig mens’, is ontvankelijk voor de verlossing door Jezus Christus. Een christen ontvangt religieuze beleving daarom niet anders dan in de kruisgestalte, in de gebroken vorm van kyrie en gloria, van verootmoediging en lofprijzing. Wie hier meer wil hebben en de bedelaarsgestalte van die ellendige mens achter zich wil laten, grijpt vooruit op de volkomenheid van Gods toekomst en grijpt mis. Tussen hemelvaart en de wederkomst van de Heer blijf het geloof een aangevochten ding, een ‘en toch’-geloof, of, om met Luthers eigen woorden te spreken, een ‘getrooste vertwijfeling’.

Woorden om te overwegen in deze tijd waarin we Jezus volgen op Zijn weg naar Golgotha.

Ds. G. van Meijeren is hoofd mobiliteitsbureau Predikanten & Kerkelijk Werkers van de Protestantse Kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

ENDO EN LUTHER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's