Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PETRUS ALS MODEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PETRUS ALS MODEL

Preken volgens Johannes Calvijn [2]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Calvijn vindt bekering, vergeving van zonden en de nadruk op de dagelijkse vernieuwing van het leven belangrijke thematische kernpunten in de prediking. Dat blijkt uit zijn eigen preken over Petrus toespraken in Handelingen 2 en 3.

In de eerste toespraak trekt Petrus uit het ontvangen van de Heilige Geest de conclusie dat Christus nu geopenbaard is. Het is zijn bedoeling om door deze preek het verzamelde volk te brengen tot de kennis van Jezus Christus. Met het oog daarop hadden de apostelen de gave van de talen ontvangen.

BEKNOPTE WEERGAVE

Calvijn gaat ervan uit dat we in Handelingen 2 te maken hebben met een samenvatting van Petrus’ toespraak tot het volk. Zo is Lukas niet alleen hier te werk gegaan, maar heeft dat verderop in zijn boek bij de weergave van andere ‘preken’ ook gedaan: ‘Bedenk dat Lukas de preek van Petrus niet in zijn geheel heeft willen citeren. Hij meldt alleen de kern van hetgeen gezegd is, net als iemand die een samenvatting zou willen geven van hetgeen in deze preek (Calvijn bedoelt de preek die hij op dat moment houdt, WM) aan de orde is gesteld. Zo heeft Lukas ook gehandeld. Als hij de preken en aansporingen van de apostelen volledig op schrift had willen stellen, zou hij dikke boeken moeten schrijven!’ In Handelingen 20:7 volstaat Lukas met de mededeling dat Paulus zijn toespraak liet voortduren tot middernacht en spreekt hij met geen woord over de inhoud van de redevoering. De beknopte weergave van de pinksterpreek blijkt onder andere in vers 38, waar Petrus op de vraag ‘Wat moeten wij doen?’ volstaat met ‘Bekeer u’.

INVULLEN

Calvijn vult vervolgens in wat Petrus ongetwijfeld verder heeft aangeroerd. Toen Petrus over bekering sprak, heeft hij ook de volgende zaken aan de orde gesteld: ‘Ten eerste moet een christen bedroefd zijn dat hij tegen God gezondigd heeft, vervolgens moet hij beseffen dat ons behoud is gelegen in de vergeving van onze zonden, ten derde moet hij zich realiseren dat wij deze weldaad door Jezus Christus ontvangen en ten slotte moet hij weten dat God de vergeving van onze zonden met een zichtbaar teken wil verzegelen en ons wil voorzien van een getuigenis van Zijn genade, wanneer wij gedoopt worden.’


Bedenk dat Lukas de preek van Petrus niet in zijn geheel heeft willen citeren


Wanneer Lukas Petrus’ preek uitvoeriger had weergegeven, zou zo over de bekering gesproken zijn en zou Petrus ook gezegd hebben dat wij niet langer voor onszelf mogen leven en dat wij dagelijks God moeten bidden dat ons leven vernieuwd wordt naar Zijn beeld, want het is niet genoeg dat wij beginnen; we moeten ook voortgaan. Calvijn heeft aandacht gevraagd voor de volgende thematische kernpunten: bekering, vergeving van zonden en de nadruk op de dagelijkse vernieuwing van het leven.

HOORDERS AANSPREKEN

De context van de toespraak van Petrus op het pinksterfeest brengt met zich mee dat een zwaar accent komt te liggen op het aanwijzen van de zonden. Op de vijftigste dag na de opstanding van Jezus zet de apostel uiteen dat God niet alleen de Geest heeft uitgestort, zoals voorspeld was door Joël de profeet, maar ook Zijn Zoon ‘tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt’ (v.36). Het leven van zijn hoorders betrekt hij direct op de gebeurtenissen in Jeruzalem: ‘Jullie hebben gezondigd door Jezus over te leveren aan het kruis.’

Het valt op hoe Calvijn heel direct de toon van Petrus overneemt en ook zijn eigen hoorders in Genève wijst op hun zonden en de noodzaak om zich te bekeren. ‘Het is waar dat wij het Evangelie hebben. Maar als iemand onze daden onderzoekt en erop let hoe wij zijn, zal hij dan enige verandering bij ons bespeuren? Volstrekt niet! Want wij houden ons niet aan de weg van het Evangelie.’ Hij vervolgt dan: ‘Wanneer we luisteren naar deze preek van Petrus, moet schaamte bij ons naar boven komen en een verafschuwen van onszelf. Want als ons leven er zo uit zou zien als het moet zijn (volgens het Evangelie), dan zouden wij niet op dezelfde manier aangesproken hoeven worden zoals Petrus tot de Joden gesproken heeft. Het Evangelie wordt ons al zo lang verkondigd en wij worden aangespoord tot boete, maar er is geen enkel teken van bekering. Daar moet je toch versteld van staan?’

Van Petrus leert Calvijn dat een prediker niet alleen zonden moet aanwijzen en dient op te roepen tot boete en bekering, maar dat hij ook royaal de vergeving moet verkondigen. Eenzijdig oproepen tot boete en bekering, waarbij de verkondiging van en de hoop op vergeving verzwegen wordt, kan alleen maar leiden tot verbijstering en wanhoop.

Calvijn gaat zover dat hij God Zelf sprekend invoert in zijn preek en God de Vader de hoorders laat aanspreken met: ‘Ik wil de scherpe pijn in jullie hart verzachten. Weliswaar verdienen jullie dat Ik jullie veroordeel, maar toch wil Ik Mijn barmhartigheid aan jullie bewijzen. Ik aanvaard jullie alsof jullie rechtvaardig zijn, zelfs net zo als Mijn Zoon Jezus Christus. Jullie zullen Mijn geliefde kinderen zijn en Ik zal laten zien dat Ik jullie Vader ben.’

VERDIENSTE

Deze rijke betuiging van Gods liefde is direct verbonden met de vrijwillige vernedering van Christus, waardoor Hij degenen die geloven vergeving kan schenken: ‘Twee zaken dienen we dus met elkaar te verbinden, namelijk dat wij vanbinnen verward zijn en dat wij daarna weten dat God ons onze fouten niet wil toerekenen, omdat Hij ons ontvangt in de naam van en door de verdienste van onze Heere Jezus Christus. Zijn gehoorzaamheid voorziet in alles wat ons ontbreekt. Indien wij goddeloos en ongelukkig zijn, Jezus Christus neemt dat allemaal weg, want Hij is de bron van alle kracht. Indien wij alleen maar zonde hebben, Hij is de gerechtigheid. Indien wij bezoedeld zijn, Hij is de bron van levend water om ons te reinigen. Indien wij zwak zijn, Hij is de kracht van God om ons te versterken. Indien wij arm zijn, Hij heeft zo’n overvloed en rijkdom, dat wij niet hoeven te vrezen dat ons iets zal ontbreken, wanneer wij bij Hem zijn gekomen. Boete en vergeving van zonden mogen we dus niet van elkaar scheiden.’

HANDELINGEN 3

In Handelingen 3 richt Petrus zich tot de mensen die samenstromen in de zuilengang van Salomo. Zij zijn getuigen van de genezing van de kreupele die zijn dagen al bedelend heeft doorgebracht bij de Schone Poort. Petrus grijpt de verbazing van de mensen aan om met hen te spreken over Christus.

Op dezelfde wijze als in de pink-sterpreek worden zij betrokken bij de gebeurtenissen tijdens de laatste dagen van Jezus op aarde: ‘De God van Abraham, Izak en Jakob, de God van onze vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Die u hebt overgeleverd. U hebt Hem verloochend vóór Pilatus, toen die oordeelde dat men Hem zou loslaten’ (Hand.3:13).

Opnieuw noemt Petrus de zonde bij de naam. Deze preek fungeert voor Calvijn als een model aan de hand waarvan hij zijn eigen hoorders kan laten zien hoe er gepreekt moet worden. Wanneer de mensen niet geheel verhard zijn, moeten predikers de werkwijze van Petrus volgen. Hij dient zijn hoorders te wijzen op hun zonden zonder hen naar de mond te praten en hun vervolgens te tonen dat God klaarstaat om hun overtredingen te vergeven, wanneer zij de toevlucht nemen tot Zijn soevereine goedheid.

‘Dat is ook de structuur die we moeten hanteren bij de prediking van het Evangelie, opdat degenen die ons horen, gered worden. We moeten hun laten zien hoezeer zij God vertoornd hebben door hun zonden en dan, wanneer zij daardoor getroffen zijn, de genade van God voor ogen stellen, die Hij bereid is aan ons allen te schenken door onze Heere Jezus Christus. Als wij alleen maar laten zien dat God in Jezus Christus onze Vader is, zal dat ongetwijfeld door sommigen worden aangenomen, maar het zal geen uitwerking hebben, wanneer wij de mensen niet eerst gebracht hebben tot de kennis van hun zonden, opdat zij daar berouw van hebben. We moeten dus innerlijk verslagen zijn, als we willen dat onze Heere ons opricht.’

PASTORALE MOTIEVEN

Voor Calvijn zijn het niet alleen theologische motieven die hem ertoe brengen de oproep tot bekering en de verkondiging van vergeving dicht bij elkaar te houden. Duidelijk spelen ook pastorale overwegingen een rol. Wanneer de hoorders de hoop op redding ontnomen wordt, tuimelen zij in een afgrond in plaats dat zij tot God gebracht worden.

Niemand – hoe zwaar hij of zij ook gezondigd heeft – mag tot wanhoop gebracht worden: ‘Indien er alleen gesproken zou worden over Gods bedreigingen en oordelen, zouden wij tot wanhoop gebracht worden. Maar wanneer men ons de goedheid van God voorhoudt, nadat men ons onze zonden heeft laten voelen, zijn wij des te meer aangespoord om tot Hem te gaan en Hem te bidden dat Hij ons in genade aanneemt.’


In de liturgie van Calvijn volgde de absolutie op de belijdenis van zonden


Ook in zijn Institutie zegt Calvijn dat men nooit zonder berouw tot de vergeving van zonden komt en dat alleen zij die door het besef van hun zonden getroffen en verwond zijn, God om Zijn barmhartigheid kunnen smeken.

BOETE DOEN

Hij heeft daar meteen aan toegevoegd ‘dat de boetvaardigheid niet de oorzaak van de vergeving van de zonden is. Wij hebben evenwel de folterende last van de zielen weggenomen dat ze een verschuldigde maat van boetvaardigheid aan de dag zouden moeten leggen. Wij hebben aangegeven dat de zondaar niet moet zien op zijn verbrokenheid noch op zijn tranen, maar beide ogen alleen gevestigd moet houden op de barmhartigheid van de Heere’ (Inst.III.4.3).

Het doen van boete mag niet beperkt worden tot een door de kerk vastgestelde periode. Calvijn onderstreept de gelijktijdigheid van boete en vergeving die beide bewerkt worden door de verkondiging van het Evangelie.

BELOFTE

In de preken van Petrus zien we geïllustreerd dat de hoorders nooit terug mogen keren naar hun huizen, terwijl zij uitsluitend op hun zonden zijn aangesproken. In de prediking wordt opgeroepen tot bekering en de vergeving van zonden betuigd. Duidelijk blijkt dit in de liturgie die Calvijn in Straatsburg gebruikt heeft. Op de gemeenschappelijke belijdenis van zonden volgde de absolutie, uitgesproken door de predikant: ‘Een ieder van u belijde waarlijk zondaar te zijn, terwijl hij zich vernedert voor God, en gelove dat de hemelse Vader hem in Jezus Christus genadig wil zijn. Aan allen die aldus berouw hebben en Jezus Christus zoeken tot hun heil, verkondig ik dat de vergeving van de zonden is geschied in de Naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest. Amen.’

Calvijn heeft het betreurd dat naderhand te Genève dit element uit de eredienst is verdwenen. In 1561 schrijft hij: ‘Niemand van ons is er, die niet erkent dat het zeer nuttig is, aan de openbare belijdenis van zonden een bekende belofte toe te voegen, die zondaren opwekt tot hoop op vergeving en verzoening. En aanvankelijk heb ik dit gebruik ook willen invoeren; maar aangezien men vanwege de nieuwigheid aanstoot vreesde, heb ik al te gemakkelijk dit gebruik opgegeven. Dus is de zaak weggelaten.’

Dr. W.H.Th. Moehn is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het gereformeerd protestantisme vanwege de Gereformeerde Bond aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU - vestiging Amsterdam).

Volgende week het slot, over het christologische karakter van de prediking.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

PETRUS ALS MODEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's