Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RUILEN VAN STANDPLAATS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RUILEN VAN STANDPLAATS

Visitatoren willen impasse in beroepingswerk doorbreken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanuit ambt en professie blijven predikanten voorbijgangers. Verfrissing door een nieuwe omgeving kan een bron voor vernieuwde inspiratie zijn. Ook als een predikant naar menselijke maatstaven prima functioneert, is het goed elkaar ruimte te geven voor voorbijgangerschap.

Het functioneren van een predikant is in de eerste plaats een ‘geestelijk werk’. Er is gezocht naar de beste predikant en er wordt geprobeerd de beste gemeente te zijn. Maar misschien heeft de Heere der kerk wel andere bedoelingen dan wat wij willen en denken.
Het komt niet altijd zoals het ons past. Een gemeente moet zich dan slijpen aan een als lastig ervaren voorganger. Of een predikant moet geduld leren hebben met hoge verwachtingen. Soms geeft de Heere je die lastige ander op je kerkenpad.

UIT BEELD

Predikanten stellen zich, na vier jaar verbonden te zijn geweest aan een gemeente, niet altijd meer zonder meer beroepbaar. De aangekochte woning is een blok aan het been geworden, in plaats van een mooie investering. Of een echtgenote heeft ook haar gerechtvaardigde baanwensen.
Kinderen voelen zich verbonden aan een nabijgelegen school. Het zijn allemaal zaken die al langer leefden, maar steeds duidelijker worden.
Na zeven of acht jaar zonder beroep raakt de predikant, zoals dat genoemd wordt, ‘uit beeld’ en komt hij niet meer voor op de lijstjes van kerkenraden van vacante gemeenten. Mogelijk kan een vermelding bij de aanbevelingen van het mobiliteitsbureau van de Protestantse Kerk hulp bieden. Of is er onnodige schroom voor een vermelding?
Een beroep blijft uit en de situatie kan uitmonden in een zekere berusting. Daarin kan zonder meer zegen worden ervaren. Maar er kan ook verbittering ontstaan. De van God gegeven ambtelijke dienst wordt ‘uitgediend’. Irritaties en gebrek aan het ervaren van zegen liggen op de loer.
Dat geldt niet alleen de betrokken predikanten, echtgenoten en gezinnen, maar ook gemeenten en kerkenraden. Te hoge verwachtingen zijn gefnuikt, de predikant is moeilijk bereikbaar en het overleg stokt meer en meer. Er is niet zozeer een conflict, daar is op zichzelf ook geen aanleiding voor, maar het vlot allemaal niet meer zo. En dan wordt het allemaal heel moeilijk. De situatie is weinig vruchtbaar voor een gemeente, weinig vreugdevol voor de predikant; hij ervaart geen zegen op de arbeid.

AANMELDEN

Vanuit onze ervaringen in de visitatie zijn we in gesprek gegaan met onder anderen ds. G. van Meijeren, hoofd van het mobiliteitsbureau predikanten en kerkelijk werkers van de Protestantse Kerk. Predikanten die geïnteresseerd zijn in een ‘ruiling van predikantsplaats’ kunnen zich hiervoor bij hem aanmelden.
Tegelijkertijd doet de visitatie aan kerkenraden en predikanten een oproep om met elkaar in gesprek te gaan over ruiling. Inmiddels zijn met een aantal predikanten gesprekken gevoerd over dit onderwerp.

VACANTE GEMEENTE

Een vacante gemeente kan ontvankelijker zijn voor een meer geestelijk werk, in die zin dat de kerkenraad minder sturend bezig is ten aanzien van een volgende herder en leraar die op het pad van de gemeente kan komen.
Vanuit de rol van de visitatie willen we hier graag aan meewerken en de nodige samenwerking met bijvoorbeeld de classis en het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken bevorderen.
Een gemeente mag best openstaan voor een ontmoeting-bijgeval met een onbekende predikant. Het betreft misschien een predikant die al heel lang aan een andere gemeente is verbonden en op het eerste oog niet (meer) beroepbaar is. We pleiten ervoor eens een gesprek met zo iemand aan te gaan.
Laten we hierbij dan ook bedenken dat een predikant ‘dienaar van het Woord’ is, herder en leraar, en geen werknemer van de gemeente. Niet dat een predikant zonder gebreken is, maar soms kan het goed zijn andere kwaliteiten eens te ervaren. Laten kerkenraden hun gemeente ook ongedachte ontwikkelingen gunnen.

ZAKELIJKE AANPAK

Op zichzelf is een zakelijke aanpak in het beroepingswerk niet onjuist. Het is goed om als kerkenraad en gemeente met elkaar te overleggen over de aard van de gemeente en het profiel van een predikant die daar bij zou kunnen passen. Die overwegingen hoeven niet per se te leiden tot overmatige bestuurlijke inzet en, soms, dito teleurstellingen.
Bij gemeente en betrokken predikanten zou ook en vooral een biddende houding tot zegen kunnen zijn.

Mr. drs. W. de Jong is scriba van het regionaal college voor de visitatie in Zuid-Holland.

Ds. E. Westrik is preses van het regionaal college voor de visitatie in Zuid-Holland.


TRAAG BEROEPINGSWERK

Het beroepingswerk verloopt traag. Daardoor blijven veel predikanten voor langere tijd aan hun gemeente verbonden, soms te lang. Omdat een dominee, ook als hij prima functioneert, zijn beperkingen en eenzijdigheden heeft, kan er na verloop van tijd een sleur ontstaan. Meer dan eens is er sprake van wrijving tussen predikant en kerkenraad of gemeenteleden.
De visitatie in Zuid-Holland wordt geconfronteerd met de gevolgen van de beperkte mobiliteit onder predikanten. ‘In concrete gevallen is er sprake van een impasse.’ Om deze te doorbreken vraagt het college aandacht voor de mogelijkheid om van predikantsplaats te wisselen. Zeker als een predikant wat ouder is, spreekt het niet vanzelf dat hij nog een beroep krijgt. Ruiling van standplaats is een andere mogelijkheid om een volgende gemeente te gaan dienen.
Deze optie verkennen brengt dominees en kerkenraden in een kwetsbare positie. Tegelijk geldt dat een wisseling beide predikanten nieuwe arbeidsvreugde kan geven en voor de betrokken gemeenten geestelijk verfrissend kan zijn.


HET BELANG VAN HET GESPREK

Ruiling van standplaats is een van de mogelijkheden voor predikanten om een nieuwe gemeente te dienen. In de twintigste eeuw zijn er enkele dominees en gemeenten geweest binnen de Hervormde Kerk die deze beweging hebben gemaakt en daar hoeft het natuurlijk niet bij te blijven. Randvoorwaarde is wel dat predikant, kerkenraad en gemeente alleen op basis van vrijwilligheid aan zo’n proces deelnemen. Maar zou dat onmogelijk zijn?
Graag onderstreep ik de bereidheid vanuit het Beroepingswerk om bij te dragen aan een passende ruiling van standplaats. Meer nog wil ik het belang benadrukken van het gesprek – van tijd tot tijd – tussen kerkenraad en predikant over het thema mobiliteit, zoals dat recent door onze synode is geagendeerd. Ten diepste gaat het daarin over de vraag hoe predikant en gemeente het Evangelie van Christus dienen vanuit een gemeenschappelijke roeping.

DS. G. VAN MEIJEREN

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

RUILEN VAN STANDPLAATS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 mei 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's