Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TEGENSTAND EN HERSTEL

Bekijk het origineel

TEGENSTAND EN HERSTEL

Ezra en Nehemia als boodschap van God [1]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De boeken Ezra en Nehemia behoren niet tot de bekendste van het Oude Testament. Een nadere kennismaking is daarom niet overbodig. In een viertal artikelen komen de inhoud, opbouw, achtergrond en theologische betekenis van deze twee boeken aan de orde. In dit eerste artikel richten we ons op de inhoud en opbouw van Ezra-Nehemia.

De boeken Ezra en Nehemia (zoals ze in onze Bijbel genoemd worden) danken hun benaming aan de ‘hoofdpersonen’. Van beiden bezitten we uitvoerige en afzonderlijke memoires (meest geschreven in de ik-vorm). Toch vormen beide boeken zeker geen levensbeschrijvingen. De persoonlijke ontboezemingen beperken zich tot een deel ervan. Dit komt het meest tot uiting in het boek Ezra. De ‘hoofdpersoon’ treedt pas op in hoofdstuk 7, terwijl het boek met hoofdstuk 10 eindigt. De eerste zes hoofdstukken bestrijken een periode van maar liefst tachtig jaar (538-458 v. Chr.).

EZRA

De eerste zes hoofdstukken beschrijven de terugkeer van de ballingen uit Babel en de daaropvolgende gebeurtenissen tot aan de komst van Ezra. De Perzische koning Cyrus, die Babel overwonnen heeft, vaardigt een edict uit, waarin hij alle gedeporteerde Joden toestemming geeft om naar hun thuisland te gaan (538 v. Chr.; hoofdstuk 1). De bedoeling is dat zij daar de tempel gaan herbouwen. Ze krijgen daartoe ook allerlei voorwerpen mee die Nebukadnezar destijds uit de tempel roofde. Sesbassar, de ‘vorst van Juda’, speelt een belangrijke rol in deze terugkeer. Ezra 2 geeft een lijst van families die in 537 terugkeerden. Bij elkaar gaat het om bijna vijftigduizend mensen. Deze lijst vinden we (met diverse aanpassingen) ook in Nehemia 7. De teruggekeerde Joden herstellen al snel het altaar om te offeren (536; hoofdstuk 3). Onder leiding van de hogepriester Jozua (ook Jesua genoemd) en Zerubbabel (een nakomeling van David) begint men met de herbouw van de tempel. Het fundament van de tempel wordt met gejuich gelegd (535 v.Chr.), hoewel ouderen huilen als ze zien hoe gering dit nieuwe huis van God is vergeleken met de verwoeste tempel van Salomo.

SAMARITANEN

Weldra komt de bouw echter stil te liggen. De Samaritanen zijn gefrustreerd, omdat ze niet mee mogen bouwen en doen er daarom alles aan om het project tegen te werken. Zo proberen ze de Joden zwart te maken bij de Perzische overheid (4:1-5). In de rest van dit hoofdstuk geeft de schrijver een samenvattend overzicht van soortgelijke verzoeken die in de loop van tientallen jaren aan de Perzische overheid gedaan zijn. Hoewel de Samaritanen aanvankelijk gehoor vinden bij de Perzen, gaat de bouw na vijftien jaar (520) uiteindelijk toch door (zie Ezra 5-6). Zacharia en Haggaï sporen het volk tot herbouw aan (5:1, zie ook de betreffende bijbelboeken). Het huis van God wordt in 515 feestelijk ingewijd. Hoofdstuk 7 verplaatst ons naar 458 v.Chr, 57 jaar na de inwijding van de tempel. In dat jaar krijgt Ezra van koning Arthahsasta de opdracht met een grote groep ballingen naar Juda te gaan. Ezra komt uit de hogepriesterlijke familie (7:1-5) en is een Schriftgeleerde, bedreven in de wet van God (7:6). Hij krijgt van de koning veel offergaven en vergaande bevoegdheden om de eredienst in de tempel weer volledig te laten functioneren. De begeleidende brief van de koning is in de tekst opgenomen.


Het fundament van de tempel wordt met gejuich gelegd, hoewel ouderen huilen


BUITENLANDSE VROUWEN

Hoofdstuk 8 vermeldt wie allemaal met Ezra meegingen. Ezra komt veilig in Jeruzalem aan. God zelf heeft hen onderweg beschermd tegen roofovervallen. Ezra stuit echter op een diepgaand probleem. De tempeldienaren (levieten en priesters) en het volk houden zich niet aan Gods inzettingen: velen zijn gehuwd met buitenlandse vrouwen (9:1-2). Als Ezra dit hoort, vernedert hij zich voor God en doet een hartstochtelijk pleidooi op Zijn ontferming (9:3-15). Het volk ziet de ernst van de situatie in en stuurt de vreemde vrouwen en de kinderen die ze bij hen verwekt hebben weg. We vinden in hoofdstuk 10 een lijst van mensen die gehoor gaven aan Ezra’s woorden, maar horen ook van enkelen die dat niet deden (10:15).

NEHEMIA

Nehemia behoort ook tot de families die niet direct met Sesbassar in 537 zijn teruggekeerd uit Babel. Hij heeft een hoge positie aan het hof van koning Arthahsasta (Neh.1). Als schenker is hij de vertrouweling van de koning. Op een dag hoort hij van zijn broer Hanani die hem in Susa(n) (Perzië) bezoekt, dat de muren van Jeruzalem nog steeds in puin liggen. Dat raakt Nehemia diep en brengt hem tot boetedoening en gebed om hulp voor Jeruzalem. Als hij zijn werk bij de koning doet (hoofdstuk 2), merkt deze dat Nehemia droevig is. Nehemia doet een schietgebed en vertelt daarna de koning over zijn zorgen om Jeruzalem. Hij vraagt daarbij of hij persoonlijk naar Jeruzalem mag gaan om de muren te herbouwen. De koning willigt dat verzoek in. Nehemia krijgt alle materialen en bevoegdheden om zijn plan uit te voeren en vertrekt vervolgens naar Jeruzalem (445, Neh.2:1)

HERBOUW

Tijdens een nachtelijke verkenningstocht ziet hij met eigen ogen de zorgelijke toestand van Jeruzalems muren. De leiders van de omwonende volken – Sanballat uit Beth-Horon, Tobia de Ammonitische bestuurder (‘dienaar’) en Gesem de Arabier (2:10,19) – zijn zeer ontstemd en organiseren het verzet tegen de plannen (hoofdstuk 4). Veel Joodse families doen evenwel mee met de herbouw van de muren (hoofdstuk 3 vermeldt hun namen). Omdat de Samaritanen zelfs gewapende aanvallen uitvoeren, hebben de bouwers naast hun gereedschap (troffel) ook een wapen (zwaard) bij zich. Nehemia heeft ook oog voor goede sociale verhoudingen. De rijke Joden maken hun arme volksgenoten bij een achterstallige betaling al heel snel tot schuldslaaf. Nehemia roept op tot bekering van deze zonde en zo worden de slaven vrijgelaten (hoofdstuk 5). Na 52 dagen is de muur gereed en kunnen de poorten weer gesloten worden (25e van de zesde maand; 6:15). In 7:1-4 wordt geregeld wie de poorten zullen bewaken.

LOOFHUTTENFEEST

In hoofdstuk 8 treedt Ezra weer op. Hij leest het volk de wet voor. Het volk schaamt zich als ze horen aan welke geboden ze zich allemaal niet hielden. Ezra roept het volk op om ondanks hun schaamte toch vreugde te bedrijven vanwege Gods goedheid en het Loofhuttenfeest te vieren. De 24ste van de zevende maand is een dag van inkeer en boete, waarbij het volk een ootmoedig smeekgebed tot God richt en het verbond met Hem vernieuwt.


Nehemia doet een schietgebed en vertelt daarna de koning over zijn zorgen om Jeruzalem


De namen van hen die onder dit hernieuwde verbond hun ‘handtekening’ zetten, worden in hoofdstuk 10 genoemd. In hoofdstuk 11 en 12 vinden we opnieuw diverse namenlijsten. Allereerst van hen die naar Jeruzalem trekken om de stad te bevolken en vervolgens van de priesters en levieten. Ook wordt de bezoldiging van de geestelijkheid geregeld.

Het zuiver houden van de verhouding tussen de Joden en omliggende volken blijft een punt van zorg. Als Nehemia na twaalf jaar gouverneurschap (433) weer naar Susa vertrokken is, gaat het opnieuw fout. Bij zijn terugkeer naar Jeruzalem zet Nehemia de misstanden weer recht. Het boek eindigt met een persoonlijk gebed van Nehemia tot God.

CONCLUSIE

De boeken Ezra en Nehemia beschrijven de periode van de terugkeer uit de ballingschap 538 tot na 433, een tijd van meer dan 105 jaar. Ze werpen licht op een periode die nogal onbekend is. Het volk keert terug uit Babel en herstelt de tempel en de eredienst. Ze worden hierbij geconfronteerd met veel tegenstand. De komst van Ezra (458) en Nehemia (445) zorgen voor het herstel van de muren én de naleving van de wetten van God. Het geestelijk en maatschappelijk herstel gaat hierbij samen op.

Dr. A.J. van den Herik is hervormd predikant te Moerkapelle. In december 2016 promoveerde hij op een studie over Ezechiël 40-48. De voorbije maanden was hij gastdocent aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven.


Volgende week deel 2, over de historische achtergrond van de boeken Ezra en Nehemia.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

TEGENSTAND EN HERSTEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's