Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KINDEREN HOREN ERBIJ

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KINDEREN HOREN ERBIJ

Van harte gereformeerd [4, het verbond]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Van harte gereformeerd.' Dat willen we zijn, absoluut. Maar wie voelt dan ook niet meteen een stukje pijn? Want de Reformatie betekende wel een nieuwe scheur in de ene 'heilige, katholieke christelijke kerk'.

Deze breuk zou zich later vele malen herhalen. Wat een wonder is het dan dat de Heere vanuit Zijn verbond nog steeds doorgaat met mensen als wij en met Zijn hopeloos verdeelde kerk hier op aarde. Onverdiend.

Dankzij de Reformatie, en dan denk ik vooral aan iemand als Heinrich Bullinger, kreeg het verbond een belangrijke plek op de kerkelijke kaart. Feit is wel dat de doorsnee jongere van vijfhonderd jaar later zich er niet meer zo door aangesproken voelt. Het verbond als iets wat van geslacht tot geslacht wordt doorgegeven? Nee, de jeugd wil veelal liever zelf nadenken en zelf keuzes maken...

KROONJUWEEL

Dat dit consequenties heeft voor de dooppraktijk, is onontkoombaar. Velen zien de kinderdoop, een van de kroonjuwelen van de Reformatie, niet meer zo zitten. Misschien wel juist omdat deze alles met het verbond te maken heeft. Antwoord 74 van de Heidelbergse Catechismus zegt dat de kinderen, evengoed als de volwassenen, tot het verbond van God en tot Zijn gemeente behoren. En dat de doop het teken van het verbond is. En dat deze in het nieuwe verbond dezelfde onderscheiden functie heeft als de besnijdenis ten tijde van het oude verbond had. En dat de doop in het nieuwe verbond in de plaats van de besnijdenis is ingesteld.

Maar, zo redeneert men vanuit Markus 16, de doop kan toch slechts bediend worden aan hen die tot geloof zijn gekomen? ‘Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn...’ En een kind gelooft toch nog niet?

GELOOFSDOOP

Als we alleen het Nieuwe Testament zouden hebben, zou deze opmerking voor de hand liggen. We kunnen hierbij denken aan de geschiedenis van Filippus en de kamerheer: ‘Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd.’ Ook in Handelingen 16 worden de cipier en zijn huisgenoten pas gedoopt nadat duidelijk gezegd wordt: ‘Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten.’ En dan lezen we dat hij zich verheugde dat hij met al zijn huisgenoten tot geloof in God was gekomen. Eerst geloof, dan de doop. In Handelingen 18 lezen we iets dergelijks bij de doop van Crispus en zijn huisgenoten, namelijk dat hij met heel zijn huis in de Heere geloofde. De prachtige symboliek uit Romeinen 6 is eveneens duidelijk die van de geloofsdoop. De lezers zijn met Christus gestorven aan hun oude bestaan. Heel dat oude bestaan is met Hem begraven, in het watergraf van de doop. En ze zijn met Hem weer opgestaan, in een nieuw, godzalig leven. De dood achter de rug, om in een nieuw leven te wandelen. Ze zijn één plant met Christus, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood en in Zijn opstanding. ‘U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt...’ (Kol.2:12). Toen prinses Juliana in 1909 werd gedoopt, zei ds. J.H. Gerretsen, de hofpredikant die haar doopte, tot grote ontsteltenis van de hoorders: ‘Nu gaan we Juliana begraven.’

In de Vroege Kerk, waar de doop helemaal in het teken stond van de vergeving van zonden, kregen de dopelingen, zodra ze boven kwamen uit het ‘watergraf’, een wit kleed. Dan kwamen ze zingend terug in de kerk om daar het avondmaal te vieren. Als we deze dingen op ons laten inwerken, komt de kinderdoop, als afgeleide van de geloofsdoop, nogal afwijkend over.

KINDERDOOP

Het is dan ook niet zomaar dat de catechismus bij de kinderdoop lijnen trekt naar het verbond, om uit te komen bij Abram, ‘de vader der gelovigen’. Vanuit Zijn goddelijke goedheid ontfermde God Zich over de gevallen mensheid en sloot Hij met Abram het genade-verbond. Dit verbond ging helemaal van God uit. De Heilige, door Abram in Genesis 15 gezien als een rokende oven en een brandende fakkel, ging alléén tussen de stukken vlees door.

Als teken van dat verbond moesten Abraham en al zijn mannelijke huisgenoten, inclusief de kinderen en degene ‘die van enige vreemdeling voor geld gekocht is’, besneden worden. Ook moesten alle jongetjes uit zijn nageslacht worden besneden. Abram zelf kreeg dit teken pas nadat hij tot geloof was gekomen, ‘als een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog onbesneden was’. (Rom.4:11) In Genesis 15 lezen we: ‘En hij geloofde in de Heere, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.’ Abram geloofde en ontving daarna het teken van de besnijdenis. Vanuit het verbond van God met hem werden daarna ook steeds de mannelijke nakomelingen besneden, op de achtste dag na de geboorte. Dat is dus al voordat er van geloof kon worden gesproken.

COLLECTIVITEIT

Bijzónder is het dat hier ook de kinderen bij het verbond mogen behoren. Al begrijpen ze er nog niets van, ze horen er toch bij. Het wordt niet beperkt tot de kring van het bewuste en persoonlijke geloof. Zou Gods hand in dit opzicht in het Nieuwe Testament verkort zijn?

In het Nieuwe Testament vinden we eveneens voorbeelden van personen die ‘geheiligd’ worden op grond van het geloof van anderen. De verlamde in Markus 2 wordt genezen op grond van het geloof van zijn vrienden. De knecht van de hoofdman in Mattheüs 8 op grond van het geloof van zijn meester. In 1 Korinthe 7 zien we dat kinderen geheiligd worden door het geloof van vader of moeder.

Wij denken in onze tijd erg individualistisch. Dat was in de tijd van de Bijbel anders. Toen was er meer de collectiviteit. God sloot Zijn verbond met een heel volk. Hij werkt door de geslachten heen.

BESNIJDENIS

De Nederlandse Geloofsbelijdenis trekt in artikel 34, net als de catechismus, ook de lijn van de kinderdoop naar het verbond. Daar lezen we dat men de kinderen der gelovigen behoort te dopen en met het merkteken van het verbond te verzegelen, ‘gelijk de kleine kinderen in Israël besneden werden, op grond van dezelfde beloften die aan onze kinderen gedaan zijn’. In het klassieke doopformulier lezen we onverkort dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Een zin die overigens behoorlijk onder vuur ligt, vooral ook in hervormdgereformeerde kring. Men serveert hem af als vervangingstheologie.

De verwijstekst die in het formulier wordt aangevoerd, is Kolossenzen 2:11-12. Paulus schrijft daar dat de gemeenteleden van Kolosse niet besneden zijn door mensenhanden, maar door Christus. Ze zijn dan wel niet besneden zoals de Joden, maar toch zijn ze wel degelijk besneden. Hun hart is namelijk besneden. Dat is niet gebeurd door mensenhanden, maar door Hem in Wie heel de volheid van de Godheid lichamelijk woont (v.9). Daardoor zijn ze een nieuwe schepping geworden. Hier zien we de vervulling van de belofte van het nieuwe verbond uit Jeremia 31: ‘Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.’

Evenals bij de besnijdenis uit het Oude Testament wordt er hier iets verwijderd: iets onreins, het oude zondebestaan. Vers 13 is daar helder over: ‘Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door al uw overtredingen te vergeven.’

BEWIJSSTUK

De Kolossenzen hadden hiermee echter nog geen zichtbaar lichamelijk teken, als bewijsstuk dat ze bij Gods volk behoorden. Paulus stelt hen gerust. Hij wijst dan in vers 12 op hun doop: ‘U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt.’ Dat alles betekent dat de gewraakte passage uit het formulier voor de kinderdoop niet zomaar afgedaan kan worden als vervangingstheologie. Wel zou beter toegevoegd kunnen worden: ‘voor gelovigen uit de volkerenwereld’.

TOT VANDAAG

In onze tijd geven vooral jongeren aan dat zij niet veel met het verbond hebben. Maar is het niet bijzonder dat met Christus’ komst en werk het nieuwe verbond, dat de profeten al aankondigden, gerealiseerd werd door de Heilige Geest? Nu is het niet meer beperkt tot één volk, maar universeel. En eeuwigdurend. Wat een zegen.

Dat alles betekent echter niet dat iedereen die op het erf van het verbond leeft, automatisch deelt in de verbondszegen. Er is ook de verbondswraak. Er zijn tweeërlei kinderen van het verbond. Helaas omhelst niet iedereen, in de weg van geloof en bekering, de belofte. Dat betekent dat ‘kinderen van het Koninkrijk’ buitengeworpen kunnen worden (Matt.8).

Aansprekend in dit verband zijn enkele zinnen uit Nu het ouderdomt. Scheerlicht over het leven van ds. A. Beens: ‘...het gaat om het verbond dat God met zondaren opgericht heeft en nog opricht, van geslacht tot geslacht. Want het stopt niet aan het einde van het Oude Testament, maar loopt door ook in de gemeente van het Nieuwe Testament. (...) Het is het wonder in de geschiedenis dat in alle verwarring en ontaarding de stroom van de Geest – met omleidingen en struikelblokken – toch is doorgegaan tot op de dag van vandaag.’

Ds. H. Liefting is predikant van de hervormde wijkgemeente ‘Maranatha’ te Delft en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.


Volgende keer deel 5 in deze serie: dr. J. Hoek over de verkiezing.


GESPREKSVRAGEN

1. ‘Als wij gedoopt worden in de Naam van de Vader, betuigt en verzegelt ons God de Vader dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht en ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt.’ Waarom zou de geloofsbelijdenis van Westminster dan in hoofdstuk 12 de ‘aanneming tot kinderen’ verbinden met de rechtvaardiging?

2. Is een verbondskind automatisch ‘erfgenaam van God en mede-erfgenaam van Christus’? (zie ook: 1 Kor.10:1-5).

3. Wat betekent het voor u/jou om verbondskind te zijn en het ‘merk- en veldteken’ van Christus (NGB, art.34) te dragen?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

KINDEREN HOREN ERBIJ

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's