Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IN GODS TEGENWOORDIGHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN GODS TEGENWOORDIGHEID

Dr. F.G. Immink schrijft doordacht boek over bidden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de hand van prof. dr. F.G. Immink verscheen Bidden in het besef van Gods tegenwoordigheid. De titel zet me al direct aan het denken. Het besef dat God er daadwerkelijk is, is allerminst vanzelfsprekend.

Toch is het uitgerekend dat wat het gebed gaande maakt: de tegenwoordigheid van God. Door ons bidden heen komt het tot een ontmoeting. Een ontmoeting tussen God en mens.

STEVIGE VLOER

Daarmee is in een paar zinnen al veel over dit boek gezegd. De ontmoeting tussen God en mensen, het besef van Gods tegenwoordigheid, staat centraal. De titel is raak gekozen. Terwijl je dit boek leest, komt een drievoudig perspectief aan de oppervlakte.

Dr. Immink kiest er (terecht) voor om in te zetten bij het moderne levensgevoel van de 21e eeuw. Vervolgens legt hij een stevige vloer onder zijn betoog, door te kiezen voor een bijbels fundament. Ten slotte is hij voortdurend in gesprek met filosofen als Kant en Schleiermacher. Tegelijkertijd vergeet Immink niet om ook dan lijnen naar vandaag te trekken.

Deze manier van werken maakt dat Bidden in het besef van Gods tegenwoordigheid het alledaagse en vluchtige van sommige boekjes over bidden overstijgt. De auteur gaat gedegen en doordacht te werk. Samengevat: hij schrijft zijn boek verbonden met het leven van alledag, met een stevig bijbels fundament en tegen een godsdienst-filosofische achtergrond. Deze drie draden zijn continu met zijn betoog verweven.

AANHEF

Dr. Immink zet in bij het gebed als geloofspraktijk, ook in een seculiere tijd. Miljoenen mensen bidden dagelijks en in alle wereldgodsdiensten speelt het gebed een cruciale rol.

Direct op de eerste bladzijde word je als lezer aan het denken gezet, als Immink schrijft over de aanhef van het gebed. De manier waarop we ons gebed beginnen, karakteriseert God op een bepaalde manier. Door op deze manier in te zetten, komt Immink direct dicht bij de lezer. Je staat als het ware zelf voor de spiegel en stelt jezelf de vraag: hoe doe ik dat?


Wie initieert de ontmoeting tussen God en mensen: de vragende mens of de roepende God?


In het inleidende deel van zijn boek neemt de auteur ons mee vanuit de negentiende eeuw naar de eenentwintigste. Zinvol, spiegelend, soms confronterend. Een belangrijke vraag die centraal staat, is de vraag naar degene die de ontmoeting tussen God en mensen initieert: is dat de vragende mens, of de roepende God? Het is deze vraag die in het hele boek mee blijft klinken. De ene keer wat meer op de achtergrond, de andere keer expliciet.

GRONDSTRUCTUUR

Na een leerzaam exposé over bidden in een seculiere tijd (hoofdstuk 2) neemt Immink zijn lezers mee naar de Bijbel. Hij zoekt naar bijbelse grondlijnen die een belangrijke rol spelen bij het gebed in het Oude Testament (hoofdstuk 3) en het Nieuwe Testament (hoofdstuk 4).

Daarbij kiest dr. Immink er expliciet (en wat mij betreft terecht) voor om te benadrukken dat de oudtestamentische grondpatronen van blijvende betekenis zijn voor de christelijke gebedspraktijk, tot op de dag van vandaag. In het Oude Testament ontdekken we immers de grondstructuur van de verhouding tussen God en mens. Daarbij laat het Oude Testament duidelijk zien dat Gods betrekking tot de mens fundamenteel dialogisch is. De biddende mens staat echter wel in een afhankelijkheidsrelatie. Deze relatie is ingebed in de scheppingsgedachte en in de verbondsgedachte. Daarmee is gezegd dat zowel asymmetrie als wederkerigheid een belangrijke plaats innemen bij het gebed.

Beide aspecten komen we nadrukkelijk tegen in de Psalmen. Daarbij doet de bidder een dringend appèl op Gods ontferming over de schepping en de trouw aan Zijn verbond. De bidder klampt zich, ook te midden van alle aanvechting, vast aan de God van Israël, Die steeds reddend verscheen. En in die omgang met God leeft de mens in het spanningsveld van breken en genezen, oordeel en heil, straf en ontferming (pag. 61). God ontfermt Zich, door het oordeel heen.

ABBA, VADER

Dr. Immink verbindt het Oude en het Nieuwe Testament met elkaar door opnieuw in te zetten bij de Psalmen. Het is Jezus Christus, Die op cruciale momenten in Zijn leven de psalmgebeden op de lippen neemt. Zijn leven wordt gedragen door het gebed. Daarbij springt het meest in het oog dat God door Jezus aangeroepen wordt als Vader. Pas laat in de oudtestamentische literatuur komen we dat tegen. Die lijn wordt door Jezus nadrukkelijk voortgezet, verrijkt en verdiept.

Daarnaast komt in het Nieuwe Testament het werk van de Heilige Geest nadrukkelijk ter sprake: Het is de Geest die ‘Abba, Vader!’ leert roepen (Rom.8).

SLAPERIG EN KOUD

In het derde deel van zijn boek schrijft Immink over het besef van Gods tegenwoordigheid aan de hand van enkele passages van William James (een Amerikaanse filosoof en psycholoog uit de negentiende eeuw) en Johannes Calvijn. Hoe is God present? Hoe werkt Hij dan? Moeten we God wel lastig vallen met zaken die Hij allang weet?

De laatste vraag beantwoordt Calvijn kernachtig en bevestigend: ‘Ja, want anders wordt het geloof slaperig en koud.’ Het gebed is blijkbaar een geloofsoefening.

Een oefening, waarbij we een beroep doen op God, de Schepper en de God van het verbond.

Concreet en actueel is Immink als hij inzoomt op de vraag of God nog steeds spreekt (hoofdstuk 6). Gaandeweg raakt hij in gesprek met evangelische christenen en het spanningsveld tussen enerzijds cognitie en confessie en anderzijds emotie. Hij komt tot een glasheldere consensus: aandacht voor het innerlijke leven en belijdende lofprijzing sluiten elkaar beslist niet uit.

KORT EN KRACHTIG

Het vierde deel van het boek handelt over de aard van Gods tegenwoordigheid. Tegen een godsdienstfilosofische achtergrond verheldert dr. Immink dat de drie-enige God Zich inlaat met Zijn schepping en blijvend op haar betrokken is. Uiteindelijk vindt de mens, ook in de eenentwintigste eeuw, biddend de weg, bij hand genomen door de Geest van vertroosting en vernieuwing.

Er zou veel, veel meer te zeggen zijn over dit boek. We mogen de auteur dankbaar zijn voor de vakbekwame, betrokken en bewogen manier waarop hij ons meeneemt in zijn boek. Kort en krachtig sluit hij uiteindelijk de epiloog af. Graag neem ik zijn woorden over: ‘Heeft bidden zin? Ja, want al biddend blijven we betrokken op de verlossing in Christus en worden we meegenomen in het zuchten van de Geest’.

Ds. H.I. Methorst is predikant van de hervormde gemeente te Nieuwerkerk aan den IJssel.


N.a.v.: Gerrit Immink, ‘Bidden in het besef van Gods tegenwoordigheid’, uitg. Boekencentrum, Utrecht; 224 blz.; € 19,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

IN GODS TEGENWOORDIGHEID

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's