Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KRUITDAMP OF KERN?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRUITDAMP OF KERN?

De Dordtse Leerregels na 400 jaar [1]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor sommige mensen is de Dordtse Synode (1618-1619) een dieptepunt in de Nederlandse kerkgeschiedenis. De remonstranten werden er immers de kerk uitgezet. Voor anderen vormt de synode juist een hoogtepunt: de orthodoxe leer wordt gehandhaafd, en zelfs geboekstaafd in de Dordtse Leerregels.

De komende weken zoeken we naar de zeggingskracht van dit derde belijdenisgeschrift. Wat blijft er over, als de kruitdamp van het conflict is opgetrokken?

UITVERKIEZING

Kruitdamp was er destijds zeker. Als synodevoorzitter Johannes Bogerman de remonstranten de deur wijst, is er al heel wat voorgevallen. Aanvankelijk blijft het conflict beperkt tot twee Leidse hoogleraren: Jacobus Arminius en Franciscus Gomarus. Na zijn studie in Genève wordt Arminius predikant in Amsterdam. Daar komen zijn bezwaren tegen de calvinistische leer van de uitverkiezing voor het eerst aan het licht. Na stevige gesprekken in de kerkenraad lijkt de rust weergekeerd. Maar spoedig daarna zet Arminius’ uitleg van Romeinen 9 de zaak opnieuw op scherp. Hij kan niet uit de voeten met een predestinatieleer waarbij de wil van God allesbepalend is.

In het jaar 1603 ontvangt Arminius een benoeming tot hoogleraar in Leiden. Ook daar zijn de Amsterdamse perikelen echter bekend. Gomarus protesteert tegen de komst van Arminius naar Leiden. Opnieuw loopt het met een sisser af: na een goed gesprek laat Gomarus zijn bezwaren varen. Een jaar later is het echter opnieuw raak, als beide hoogleraren via studenten disputeren over verkiezing en verwerping. Zo’n disputatie was een academisch gesprek waarbij studenten stellingen moesten verdedigen die de hoogleraar had opgesteld.

Arminius spreekt zich nu duidelijk uit: God verkiest zondaren van wie Hij tevoren heeft gezien dat ze in Hem zullen geloven. Daarmee is het geloof de grond voor de uitverkiezing. Weliswaar zegt ook Arminius dat het geloof een gave van God is, maar het punt is duidelijk: de menselijke geloofsbeslissing geeft bij de uitverkiezing de doorslag. Als Gomarus enkele maanden later over de predestinatie laat disputeren, kiest hij een tegengesteld uitgangspunt. Gods verkiezing berust niet op een tevoren gezien menselijk geloof, maar op Gods soevereiniteit.


De vragen die in Dordt aan de orde waren, raken het bestaan van de mens van eeuwigheid tot eeuwigheid


ONRUST

Inmiddels neemt het conflict nationale vormen aan. Arminianen en gomaristen, rekkelijken en preciezen, remonstranten en contraremonstranten: de godsdienstige twist leidt tot onrust in de kerk. Arminius’ volgelingen publiceren een Remonstrantie (1610), met daarin nogmaals de bezwaren tegen de calvinistische predestinatieleer. Een jaar later verschijnt de Contra-Remonstrantie. Uitgerekend in de jaren van het Bestand, een adempauze in de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje, komt de interne verdeeldheid van de jonge Republiek aan het licht. Het gaat langs de rand van een burgeroorlog. In Den Haag staan Van Oldenbarnevelt en Maurits tegenover elkaar. De keuze van de prins, in het jaar 1617, voor de contraremonstranten, maakt de weg vrij voor een nationale synode die orde op zaken moet stellen.

Een jaar later komt de synode bijeen. Een reformatorisch concilie, met ambtsdragers van de Gereformeerde Kerk. Maar ook vanuit Engeland, Zwitserland en de Duitse Paltz en Hessen zijn afgevaardigden gestuurd, en uit Genève, Bremen en Emden. Na enige tijd escaleert het conflict. De remonstrantse afgevaardigden, onder leiding van Simon Episcopius, weigeren om zich duidelijk uit te spreken. Voor Bogerman is de maat vol: ite! Eruit!

DORDTSE LEERREGELS

Na het voortijdige vertrek van de remonstranten gaan de beraadslagingen door. Ze leiden tot een nieuw belijdenisgeschrift: de Dordtse Leerregels. Vijf artikelen tegen de remonstranten, een antwoord op de vijf artikelen van de Remonstrantie van 1610. Met dien verstande dat men in Dordt artikel III en IV samenvoegde. Aan het einde van de synode worden de Leerregels in de Grote Kerk voorgelezen.

Uit de voorrede en het besluit van de Leerregels blijkt dat het voor de synode bepaald geen kruitdamp was. Het ging om meer dan een theologisch verschil over de uitverkiezing. Niet voor niets spreekt de kerk in Dordt zich ook uit over het verzoeningswerk van Christus, over de vraag wie deel hebben aan Gods genade, over de menselijke verdorvenheid, over wedergeboorte en bekering, en over de vraag of ware gelovigen de genade van God kunnen verliezen. Goed beschouwd gaat het over het hele leven. De vragen die in Dordt aan de orde waren, raken het bestaan van de mens van de wieg tot het graf. Of liever: van eeuwigheid tot eeuwigheid.

NUANCERING

Daarmee zijn de Dordtse Leerregels een kernbelijdenis. Ze draaien om de vraag wie voor wíe kiest: of de gelovige mens eerst voor God kiest en daarna door God wordt uitgekozen, of dat God uit het gevallen menselijke geslacht zondaren uitkiest en anderen laat in hun verderf waarin ze zichzelf hebben gestort.

Het eerste is het standpunt van Arminius en de remonstranten. In Dordt kiest men voor het laatste. Daarmee vindt er overigens wel een nuancering plaats ten opzichte van de predestinatieleer van Gomarus. Volgens de laatste verkiest en verwerpt God mensen, zonder dat God ziet op hun zondige staat. Daarmee zet Gomarus volledig in op Gods soevereiniteit. Dordt kiest voor een gematigder positie: God verkiest uit het gevallen menselijke geslacht. En omdat Hij God is, mag Hij anderen in hun val laten. Huiveringwekkend. Het komt in de Leerregels echter geen moment in mindering op de prediking van het Evangelie. Evenmin staat het welgemeend aanbod van genade ter discussie. Soevereiniteit, barmhartigheid en rechtvaardigheid gaan samen op. De leer van de uitverkiezing is geen donkere wolk. Ze brengt juist bij het hart van God. De Heere belooft om met Zijn kerk te zijn. Hij vergeet Zijn verbond niet en Hij veracht het zuchten van de Zijnen niet, aldus de voorrede bij de Leerregels.

VRIJHEID

Wat blijft er over, nu de kruitdampen van destijds zijn opgetrokken? Vanuit hedendaags perspectief is de Remonstrantie bepaald niet vrijzinnig. Ze gaan over verkiezing en verwerping, over Gods toorn en liefde. Je moet goed lezen om het verschil te zien. Was die kerkscheuring echt nodig? En heeft de politieke inmenging de discussie niet vertroebeld? Dat laatste is zeker het geval. Op de achtergrond speelde de vraag wie het in de Republiek voor het zeggen heeft. De regenten zijn de voorvechters van de vrijheid; ook van vrijheid in geloven. In 1618-1619 behaalt de kerkelijke orthodoxie een overwinning. Die is echter van korte duur geweest. Niet voor niets was Dordt de laatste nationale synode. De overheid had al spoedig geen belang meer bij een belijdende kerk.

Maar ook zonder die politieke kruitdamp blijft er het theologische punt: hoeveel speelruimte heeft de mens tegenover God? Kunnen mensen het goede kiezen, als God hen de mogelijkheid biedt en hen ertoe aanmoedigt?

Het conflict tussen Arminius en Gomarus, en tussen de remonstranten en Dordt, heeft zijn voorgangers: Erasmus en Luther en, nog eerder, Pelagius en Augustinus. Bij Pelagius ligt de ketterij er duimendik bovenop. De mens komt niet als een onbeschreven blad ter wereld. Een theologie op de leest van Arminius raakt echter een gevoelige snaar: die van de menselijke zelfbeschikking. Hetzelfde geldt voor Erasmus’ geschrift over de vrije wil. Maar beide keren staan menselijke autonomie tegenover Gods soevereiniteit. God moet ons niet te na komen. Als we naar God toe willen komen, dan komen we wel uit onszelf. Het behoud hangt dan aan de zijden draad van het geloof.

SPIEGEL

Tijdens een van de gesprekken tussen Arminius en Gomarus zei laatstgenoemde dat hij niet met het gevoelen van Arminius voor Gods rechterstoel durfde verschijnen. Die uitspraak is hem later zeer kwalijk genomen. Ze zegt echter meer over Gomarus dan over Arminius. Blijkbaar kende hij zichzelf, en was hij er diep van overtuigd dat zijn geloof nooit de grond voor zijn behoud kon zijn. Ons heil ligt vast bij God, en het ligt in goede handen bij Christus.

Geen kwade gedachten daarom over God! Daar stemt men in Dordt van harte mee in.

De Dordtse Leerregels houden ons de spiegel voor. Deze kernbelijdenis stelt voor de vraag wat voor ons de doorslag geeft: ons geloof en ons goede gedrag, of God Die in Zijn soevereine welbehagen verkiest en anderen in hun val laat. Vanuit menselijk perspectief bezien zijn bezwaren tegen de Leerregels begrijpelijk, evenals het feit dat de Protestantse Kerk ze heeft geneutraliseerd door de betekenis van de Leuenberger Konkordie te erkennen. (Al staan de DL in de belijdende artikelen en wordt de betekenis van deze Konkordie ‘slechts’ erkend, hier ligt voor gereformeerde belijders nog altijd een pijnpunt). Want als God het voor het zeggen heeft, dan raken mensen hun speelruimte kwijt.

De zaken liggen echter anders als we er achter komen dat we onze speelruimte al lang kwijt zijn. Dan is het een wonder dat God zondaren uitkiest. Ook als Hij anderen in hun val laat. Zo bezien zijn de Leerregels veel ruimdenkender dan de Leuenberger. Ze bieden ook veel meer ruimte dan een theologie en prediking waar het draait om de vrome, gelovende mens. Ze stellen ons in de ruimte van Gods verkiezende liefde: welzalig die U hebt verkoren! Toch een hoogtepunt, die Dordtse Leerregels.

Dr. A.J. Kunz is als docent Godsdienst verbonden aan Driestar hogeschool te Gouda. Hij studeerde in 1996 af op een doctoraalscriptie over de predestinatieleer van de jonge Gomarus (1599-1609).


Volgende week deel 2 van deze serie, over Gods vaste belofte.


2018 is het jaar van Dordt. Vierhonderd jaar geleden had de Synode van Dordrecht plaats, dus vieren we nu een jubileum. De Dordtse Leerregels, opgesteld tijdens deze synode, hebben intussen veel kritiek te verduren. Toch zijn ze ook in de 21e eeuw van betekenis. In een serie van vijf artikelen verwoorden verschillende (met name jongere) predikanten wat de kern van elk hoofdstuk is en wat de relevantie van dit belijdenisgeschrift is voor de kerk vandaag. Dr. A.J. Kunz start met een inleiding.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

KRUITDAMP OF KERN?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's