Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET KOOPZONDAGENDEBAT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET KOOPZONDAGENDEBAT

Aard van argumenten hangt vaak af van lokale situatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kwestie-koopzondagen heeft de afgelopen jaren op lokaal niveau voor veel politieke onrust gezorgd. Partijen stonden regelmatig lijnrecht tegenover elkaar. Welke argumenten voerden zij aan? En was er in het debat ruimte voor bijbelse beweegredenen?

De kwestie-koopzondagen heeft politiek Den Haag jarenlang beziggehouden. In 2009 vonden toenmalige regeringspartijen CDA en ChristenUnie dat er te veel gemeenten waren die zichzelf toeristisch genoeg vonden om een soepel koopzondagenbeleid te voeren. De winkeltijdenwet moest volgens die partijen daarom worden aangescherpt.

Volgens oppositiepartijen SP en SGP ging dat voorstel niet ver genoeg. Zij kwamen met een alternatief plan voor een nóg strenger beleid. Uiteindelijk haalde alleen het kabinetsplan een meerderheid.

SHOPPEN

Tijdens de regeerperiode van het kabinet-Rutte I verleende de SGP informele gedoogsteun. Daardoor bleef de winkeltijdenwet tussen 2010 en 2012 ongewijzigd. Geërgerde Kamerleden van D66 en GroenLinks hielden tijdens een debat in 2011 tasjes omhoog met de tekst: ‘Shoppen is ook zondagsrust’. Deze actie herinnerde regeringspartij VVD pijnlijk aan haar oneliner uit de campagne. Na de formatie van Rutte II werd de koopzondag snel ‘vrijgegeven’. Sindsdien mag iedere gemeente zelf weten hoeveel koopzondagen er binnen de eigen grenzen plaatsvinden. In Den Haag was men daardoor van de kwestie af en op lokaal niveau zou men er wel uitkomen. Tenminste, dat was de gedachte.

ONRUST

Toch heeft de kwestie-koopzondagen in de afgelopen jaren op lokaal niveau voor veel politieke onrust gezorgd. Om enkele voorbeelden te noemen: gevallen colleges van B en W in Rhenen, Nijkerk en Woerden, gesteggel in de raad in Veenendaal, een opgestapte wethouder in Waddinxveen en verhitte discussies over een referendumuitslag in Ede. Te midden van al deze ontwikkelingen maakte het Reformatorisch Dagblad in 2015 de balans op: in 65 procent van de gemeenten was de koopzondag inmiddels vrijgegeven. Een tweede groep gemeenten stelde een bepaald aantal koopzondagen per jaar vast en in slechts 16 procent van de gemeenten werd het aantal koopzondagen vastgesteld op zegge en schrijve ‘nul’.


Bijbelse argumenten werden alleen ingebracht om de standpuntbepaling te motiveren


VOOR ZONDAGSRUST

Als het goed is, komen politieke fracties op basis van argumenten tot een weloverwogen besluit. In de kwestie-koopzondagen is het interessant om te bezien of woordvoerders van christelijke partijen louter bijbelse argumenten of ook andersoortige argumenten gebruiken.

Uit mijn scriptieonderzoek, dat onder leiding van dr. H. van den Belt is uitgevoerd, blijkt dat laatste het geval te zijn. Daarvoor zijn raadsvergaderingen in de gemeenten Barendrecht, Ede en Nijkerk geanalyseerd en interviews gehouden met de betrokken lokale politici van CDA, CU en SGP (laatstgenoemde partijen hebben een combinatiefractie in Barendrecht en Nijkerk). Hieruit blijkt dat alle betrokken fracties van christelijke partijen tegen de invoering van koopzondagen zijn. De manieren van argumentatie verschillen wel van elkaar.

BIJBELSE ARGUMENTEN

Zo waren er meerdere raadsleden die de Bijbel aanhaalden of daarnaar verwezen, bijvoorbeeld door te wijzen op de Tien Geboden. Interessant is daarbij dat een dergelijke redenering twee kanten op kan gaan. Het vierde gebod in Exodus 20:8-11 wordt namelijk verbonden aan de rustdag na de zesdaagse schepping (Gen.2). In Deuteronomium 5:12-15 staat echter dat de rustdag moet worden geheiligd, omdat het volk Israël door de Heere uit de slavernij in Egypte is geleid.

Tegen de 24-uurseconomie kun je dus inbrengen dat die in strijd is met de scheppingsorde en ook dat die leidt tot een vorm van slavernij.

Enkele raadsleden worstelden in dit kader met de vraag naar de legitimatie van de zondag als rustdag in plaats van de zaterdag. Het voert te ver om daar nu op door te gaan. Wie hierover meer wil weten, kan de Institutie van Calvijn (Inst.II.8.33-34) en kanttekening 29 bij Openbaring 1:10 (SV) raadplegen.

Daarnaast waren er raadsleden die niet alleen naar het Oude, maar ook naar het Nieuwe Testament verwezen. De Heere Jezus waarschuwt namelijk Zelf voor de gevaren van een liefdeloos, wettisch houden van de rustdag. In Markus 2:27 staat immers dat de mens niet is geschapen omwille van de sabbat, maar de sabbat omwille van de mens.

Soms gaf iemand in een stemverklaring een statement over de waarde van de rustdag voor het persoonlijk (geloofs)leven. Dat had meer het karakter van een getuigenis dan van een argumentatie.

POLITIEKE OPPONENTEN

Niet alle raadsleden gebruikten rechtstreeks bijbelse argumenten, maar in alle gevallen maakten ze wel duidelijk dat de zondagsrust een principiële kwestie betrof. Opvallend was dat degenen die bijbelse argumenten gebruikten, die argumenten alleen inbrachten om de standpuntbepaling te motiveren.

Ieder raadslid maakte gebruik van ‘andersoortige’ argumenten wanneer het ging om het overtuigen van politieke opponenten. Welke argumenten dat waren, hing sterk af van de context. Zo was in Barendrecht de Groen-Linksfractie eveneens tegenstander van de koopzondag. Dat leidde ertoe dat de christelijke fracties ook de negatieve gevolgen van de koopzondag voor milieu en welzijn benadrukten. In Ede was de uitslag van een referendum een bijkomend argument om de koopzondag te ontraden.

De gespannen verhoudingen in het college van Nijkerk leidden tot een gevoel van wantrouwen, wat het debat overheerste.

Andere, meer algemeen gehoorde argumenten betroffen de nadelige positie van kleine ondernemers ten opzichte van grootwinkelbedrijven en uitslagen van onderzoeken onder ondernemers en winkelend publiek. Daaruit zou blijken dat er geen behoefte was aan koopzondagen.

MINDER BEGRIP

In interviews verklaarden de betrokken raadsleden deze werkwijze. Ze wezen op het verschil in waardering tussen bijbelse argumenten en ‘andersoortige’ argumenten. Voor henzelf wegen de bijbelse argumenten vaak zwaarder, terwijl dat bij politieke opponenten niet het geval is. Dat betekent echter niet dat de collega’s de bijbelse argumenten bij voorbaat niet respecteren.

Wel is er vaak onbegrip, omdat de algemene bijbelkennis afneemt en bovendien sommige argumenten een eigen leven gaan leiden. Een voorbeeld daarvan is het beroep op de scheiding van kerk en staat. Die zou volgens sommige interpretaties impliceren dat men geen religieuze argumenten mag gebruiken in het publieke en politieke debat. Daar is dat beginsel echter niet voor bedoeld. Het betekent namelijk alleen maar dat kerk en staat zich niet in elkaars zaken mengen.

Het is dus voor politici van christelijke partijen lastig om begrip te krijgen voor bijbelse argumenten. Natuurlijk zijn er gevallen waarin dat komt door onwil bij opponenten, maar vaak gaat het ook om onkunde.

GEBED

Toch is de mooiste ontdekking van het scriptieonderzoek voor mij persoonlijk geweest dat er plichtsgetrouwe raadsleden van christelijke signatuur zijn, die in biddend opzien hun werk doen, vanuit de gedachte van Jeremia 29:7: ‘Zoek de vrede voor de stad waarheen Ik u in ballingschap heb gevoerd. Bid ervoor tot de HEERE, want in haar vrede zult u vrede hebben.’

Een raadslid getuigde er tijdens een spannende vergadering van dat in zijn kerkelijke gemeente ook voor de gemeenteraad en het college werd gebeden. Daar ging iets van uit. Er werd naar geluisterd, te midden van alle politieke reuring van het moment.

Daar ligt voor predikanten en kerkenraadsleden, maar ook voor gemeenteleden persoonlijk, eveneens een verantwoordelijke taak (vgl. 1 Tim.2:1-2, waar Paulus oproept tot gebed voor allen die in hoogheid gezeten zijn). Politici die in biddend opzien hun werk doen, hebben ook voorbede nodig, juist wanneer de gemeenteraadsverkiezingen naderen. Alleen dan kan er een woord op zijn tijd gesproken worden (Spr.15:23).

René Heij uit Ermelo schreef voor de master Religie en het Publieke Domein de scriptie ‘Onrust over de rustdag’. Hij publiceerde ‘Politiek met de Bijbel. Over het Schriftberoep in het publieke debat’.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

HET KOOPZONDAGENDEBAT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's