Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NIET IN DE VINGERS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NIET IN DE VINGERS

God, de Heilige in uw midden [2]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heiligheid van God doortrekt en stempelt werkelijk alles wat je over God kunt zeggen. Het is niet zo dat God soms ook even ‘niet heilig’ is. Een uitdrukking als ‘God is liefde, máár Hij is ook heilig...’ verraadt een onjuist zicht op de heiligheid van God.

Gods heiligheid is niet een, maar dé eigenschap van God. Het doortrekt alles. We kunnen hierbij denken aan het drievoudige ‘heilig, heilig, heilig’ dat Jesaja de engelen hoorde zingen, toen hij geroepen werd tot profeet (Jes.6). Het klinkt opnieuw in Openbaring 4, bij het hemelse troonvisioen.

BEELDVERBOD

Juist dit allesdoortrekkende van Gods heiligheid verklaart ook het exclusieve beeldverbod dat in de Schriften zo’n centrale plaats inneemt. Dat is niet eens allereerst omdat je de godheid niet concreet kunt afbeelden – dat was in de Umwelt van het Oude Testament meestal ook helemaal niet de bedoeling.

Eerder was het zo dat het beeld als drager van het goddelijke die godheid symboliseerde en representeerde. Het beeld werd gezien als iets waarin de godheid ‘tastbaar’ was, maar ook ‘hanteerbaar’. Ten diepste was het beeld een poging om de godheid ‘in de vingers’ te krijgen.

Juist dat was voor de God van Israël een absolute onmogelijkheid, omdat Hij de volstrekt Onvergelijkelijke is. Zo klinkt het in Jesaja 40: ‘Met wie zou u God willen vergelijken, of welke vergelijking zou u op Hem willen toepassen?’ In tegenstelling tot alle andere heiligdommen rondom kende het heiligdom van Israël een leeg allerheiligste.

Een beeld van God is een onmogelijkheid, niet zozeer omdat wij zo weinig over God weten, maar omdat we zo veel van Hem weten. Hij heeft Zich geopenbaard als de ‘Ik ben Die Ik ben’. Hij is Zélf als de Levende nabij. En juist daarom is een beeld, waarin Hij te vangen zou zijn, een volstrekte onmogelijkheid.

Niet het minst ook omdat je zou kunnen denken dat je God via dat beeld zou kunnen manipuleren. God is de Soevereine, volkomen vrij in alles wat Hij doet. Iets wat we benadrukken nu de Dordtse Leerregels vier eeuwen geleden zijn opgesteld. Echter juist in Zijn soevereiniteit is Hij ons vertrouwen meer dan waard. Heilig is Hij.

HUMANISERING

Dit betekent in onze dagen allereerst dat wij uiterst beducht moeten zijn voor een gestolde belijdenis aangaande God. Alsof we daarmee God ‘in onze vingers hebben’.

De kerk anno 2018 heeft te leven met de levende God. En als dat geen realiteit is, dan is er in het geheel geen God. Het gaat niet om de belijdenis van God, maar om de Gód Die wij belijden. Op dit punt is het nodig ook te onderkennen dat God in onze tijd (en niet alléén in onze tijd) wordt gedepersonaliseerd; Hij is eerder een ‘iets’ dan een Iemand en zeker niet Iemand Die ons ter verantwoording roept.

Daarnaast zien we vooral binnen de kerk een humanisering van ons beeld van God. Soms krijgt het zelfs een sterk therapeutisch gehalte. Laten wij echter waken voor de gedachte dat God een God is Die er is om ons mensen van dienst te zijn.

Dat de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen, vertolkt het diepste van het Evangelie, maar kan op geen enkele manier worden uitgelegd alsof God er nu is ten behoeve van de mens.

De mens is geschapen met het oog op Gods heerlijkheid en wordt ook herschapen om de heilige God te aanbidden, zowel in Zijn liefde als in Zijn toorn, zowel in Zijn recht als in Zijn barmhartigheid, ja in de volkomenheid van al Zijn goddelijke deugden, die doortrokken zijn van Zijn heiligheid.

PASSEND

Wanneer de God Die wij preken steeds humanere trekken krijgt, dan moeten we het niet vreemd vinden wanneer gemeenteleden steeds meer moeite krijgen met het bijbelse spreken over Gods toorn of Gods wraak. We moeten er niet van opkijken wanneer ze steeds meer moeite krijgen met de werkelijkheid van Gods gebod en van Gods klemmende hand op ons leven of met de absolute noodzaak van een heilig en verwachtingsvol leven voor de mens die God toebehoort. Terwijl het juist dát is, wat Gods heiligheid kenmerkt. Een volstrekt vanaf de andere kant inbreken in onze mensmiddelpuntige gerichtheid, waardoor de mens op God gericht wordt en op Zijn heiligheid. Wij leven in een klimaat waarin grote behoefte is om je eigen godsbeeld in te vullen. En als we dat tegen elkaar zeggen, dan stelt dat schuldig. Want de verdeeldheid in de christelijke kerken en de kakofonie van stemmen maakt dat jongeren én ouderen de neiging hebben om te zoeken naar een God Die past bij datgene waar je behoefte aan hebt of waar je je veilig bij voelt.

Die humanisering van het godsbeeld zal echter uiteindelijk leiden tot een onpersoonlijk godsbeeld, en daarmee tot een god die God niet is.

Dan kun je nog wel zingen: ‘Want deze God is onze God.’ Maar over welke God gaat dat dan? Gaat het dan over de God Die in diezelfde Psalm 48 bezongen wordt met deze woorden: ‘Zoals Uw Naam is, o God, zo is Uw roem! Tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol gerechtigheid.’

Deze God is onze God. Dan zal het wel de Heilige moeten zijn. De enige remedie tegen de humanisering en depersonalisering van het beeld van God is een glasheldere prediking en een helder vóórleven van ‘de God Die is, zoals Hij is’. ‘Want Ik ben God en geen mens, de Heilige.’ Dat is de gans Andere, voor Wie een sterveling alleen maar de diepste eerbied kan opbrengen.

GOD MET ONS

Maar die Heilige – en dat is het diepe wonder van Gods heiligheid – is tegelijk de ‘God met ons’. Om de betekenis te zien van ‘De Heilige is de Heere’ richt ik de aandacht nog een keer op Hosea 11. Het komt er daar op neer dat aanvankelijk de conclusie alleen maar kan zijn dat God Zijn volk gaat oordelen. Op eenzelfde wijze als Sodom en Gomorra zijn omgekeerd, zal God de zonde wreken die Zijn eigen volk Hem heeft aangedaan.

Maar dan, als alles in Hosea 11 alleen die conclusie overlaat, klinkt de stem van de heilige God: ‘Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm? U uitleveren, Israël? (...) Mijn hart keert zich in Mij om, al Mijn medelijden is opgewekt. Ik zal Mijn brandende toorn niet ten uitvoer brengen.’ En dan klinkt het: ‘Want Ik ben God, en geen mens, de Heilige, in uw midden’.

God brengt Zijn toorn niet ten uitvoer! En dat niet hoewel Hij heilig is. Zo van: God is wel heilig, maar vooruit dan... Nee, omdát Hij heilig is. De diepte van Gods heiligheid blinkt in de overmacht van Zijn liefde voor het volk van Zijn verbond. Er is sprake van een innerlijke worsteling in God. Wat bij de Heere Jezus ‘innerlijke ontferming’ heet, dat heet hier: ‘Mijn hart keert Zich in Mij om.’

En dat vanwége Gods heiligheid. De heiligheid van God, dat Hij God is en geen mens – dat is de garantie voor Zijn genadige toewending naar het van Hem afgedwaalde volk.

Gods heiligheid als diepste bron voor Gods barmhartigheid.

IN UW MIDDEN

Dat klinkt ook door als erbij staat: ‘in uw midden’. Het gaat over ‘de Heilige in uw midden’. Je zou zeggen: dat kan nooit. Als God de Heilige is, dan betekent dat juist een oneindige afstand tussen God en mens. En dat is ook zo. Maar laat nu het bijbelse getuigenis verkondigen dat deze unieke, onvergelijkelijke God, de God is Die woont ‘te midden van Zijn volk’. Dat is het getuigenis van de offerdienst in tabernakel en tempel onder het Oude Verbond.

Maar dat is ook het diepste getuigenis als de Zoon van God geopenbaard wordt in het menselijke vlees. Daar toont God Zich de Heilige, en wel als de drie-enige God. Als Hij ‘Immanuel’ wordt genoemd: God met ons.

En wat te denken van de Heilige Geest, Die woont te midden van Zijn gemeente. En sterker nog: de Geest Die in ons woont – in allen die de verschijning van Christus hebben lief gekregen.

‘De Heilige, in uw midden’ is het wonder van het samengaan van Gods verhevenheid en Zijn nabijheid.

Ds. J.J. ten Brinke is predikant van de hervormde gemeente te Stolwijk en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.


Volgende keer het slot, over de gevolgen van het belijden van de heilige God voor de praktijk van het christelijke leven.


‘Ik ben God, en geen mens, de Heilige in uw midden.’
Hosea 11:9m

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

NIET IN DE VINGERS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's