Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DWALENDE SCHAPEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DWALENDE SCHAPEN

MEDITATIE: PSALM 119:176 Ik heb gedwaald als een verloren schaap; zoek Uw dienaar, want Uw geboden heb ik niet vergeten.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het opschrift boven Psalm 119 vangt heel het lange lied in vier woorden: vreugde over de wet. Aan het eind verwacht je dan een machtig slotakkoord, als een overweldigende climax. Je verwacht haast uitzinnige vreugde, aan het einde van een hooggestemd lied.

Inderdaad lezen we in de laatste verzen van deze psalm over blijdschap. Lovende woorden over de wet van God klinken: mijn lippen vloeien over van een lofzang (vs.171) en Uw wet is mijn bron van blijdschap (vs.173). Wat wordt hier dankbaar gezongen. En tegelijkertijd: wat wordt er ook afhankelijk gebeden. Zingen en zoeken trekken hier samen op. Met Psalm 119 is het niet anders dan met andere psalmen: het is een meerstemmig lied, uit het leven gegrepen. Hoogten en diepten lopen dwars door elkaar heen en volgen elkaar op.

DAVID

Het einde van het lied kent uiteindelijk geen hoogdravende woorden. Integendeel. Ik heb gedwaald als een verloren schaap, hoor ik de dichter zeggen.

Niet iedereen is het erover eens wat de dichter hier bedoelt. Is het hier David die denkt aan dagen dat hij op de vlucht was voor Saul, voor vijanden of voor wie dan ook? Of mogen we denken aan iemand anders, in eenzelfde situatie? Wellicht moeten we hier eerder denken aan iemand die met zijn schuld en zonde voor de dag komt. Ik heb gedwaald als een verloren schaap...

Er is wat voor te zeggen om de eerste lijn te volgen. Wanneer het over David zou gaan (en dat kan), kost het niet zoveel moeite om de woorden hier in te kleuren. We kennen de geschiedenissen van zijn vlucht voor Saul. We weten van zijn strijd met de Filistijnen. David leeft als vreemdeling op aarde. En, vanuit Psalm 119 is ieder mens die God kent, dat evenzeer.

ZOEKEN NAAR RUST

Het dwalende schaap is trouwens geen verleden tijd. We mogen de woorden uit onze tekst evengoed in de tegenwoordige tijd vertalen: Ik dwaal als een verloren schaap. Ik zwerf, zoekend naar rust en ruimte, snakkend naar vrede en veiligheid over de wereld. Bij al mijn zoeken heb ik weet van één ding: de geboden van God. Ik heb ze niet vergeten, maar in mijn hart geborgen.

Waar ik ook ga of sta, U kent mij, Heere! Tegelijkertijd verlang ik naar Uw heil (vs.174). Ik zoek U en bid: zoek Uw dienaar. Zoek mij, want ik ben geen hond, maar een schaap. Een hond vindt de weg naar huis nog wel. Een schaap lukt dat meestal niet. Daarom geldt: wat is de Herder nodig. Zonder God kom ik nooit en te nimmer tot rust en vind ik nergens ontferming. Ik dwaal als een vreemdeling over de aarde. Zoek Uw dienaar. Uw geboden wijzen me de weg en brengen me Thuis. Dat is de eerste lijn die we in deze woorden ontdekken.

GEVONDEN

Als we te rade gaan bij het klankbord van heel de Schrift, is er echter meer te zeggen. Wie denkt bij de woorden uit onze tekst niet aan de gelijkenis die Jezus vertelt over het verloren schaap? Ik heb gedwaald als een verloren schaap, maar uiteindelijk ben ik gezocht en gevonden door de goede Herder. Zo lees ik de woorden uit Psalm 119 ook. Ik heb gedwaald als een verloren schaap. Uw geboden vergat ik niet, maar ik kon er niet meer bij. Daarom: zoek Uw dienaar.

Wie denkt trouwens niet aan de oude profetenwoorden van Jesaja? Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een ieder naar zijn eigen weg. Maar de Heere heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen.

Wij dwalen, gaan onze eigen weg en doen ons eigen ding terwijl één ding werkelijk nodig is: van ons dwaalspoor afkomen en op het spoor van onze Heere Jezus Christus terechtkomen. Wij zijn als verloren schapen aangewezen op het reddende Lam. Hij werd in mijn plaats een verloren schaap, een geslacht lam, het Lam Dat onze zonden op Zich nam, Wiens bloed ons heeft geheiligd.

BLIJDSCHAP

En onderweg, al zwervend door dit leven roepen we de Herder aan: zoek Uw dienaar, want Uw geboden heb ik niet vergeten. Ik vind er al mijn vreugde in. Uw wet is mijn bron van blijdschap. Laat mijn ziel leven, dan zal ik U loven, nu en eeuwig. Want als verloren schapen zijn terechtgebracht en thuisgehaald, zingen zij in koor. Dan klinkt een schapenlied ter ere van het Lam (Ps.79):

Zo zullen wij de schapen van Uw weiden,
in eeuwigheid Uw lof en eer verbreiden.

Ds. H.I. Methorst is predikant van de hervormde gemeente te Nieuwerkerk aan den IJssel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

DWALENDE SCHAPEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's