BOEKBESPREKING

Ds. C. den Boer
Om ’t eeuwig welbehagen. De Dordtse Leerregels.
Uitg. de Banier, Apeldoorn; zevende (herziene) druk; 284 blz.; € 19,95.

Vierhonderd jaar na de Nationale Synode van Dordrecht (1618/1619) verschijnt een zevende (herziene) druk van Om ’t eeuwig welbehagen, geschreven door ds. C. den Boer. Terecht spreekt dr. M. van Campen in het voorwoord over een ‘klassieker’. Het is verheugend dat dit werk over de beslissende betekenis en blijvende actualiteit van de Dordtse Leerregels op deze manier opnieuw onder de aandacht wordt gebracht, in een mooie en toegankelijke uitgave. Op een voor hem kenmerkende manier weet de auteur de bijbelse verworteling, de historische context en de blijvende actualiteit van dit loflied uit Dordt te vertolken.

Het is verrassend hoe ds. Den Boer met voorbeelden de indringende thematiek van deze geloofsbelijdenis onder de aandacht brengt. Daarbij wordt hij niet moe te benadrukken hoezeer het in de Dordtse Leerregels gaat om een geloofslied, gericht op de eer en verheerlijking van de drie-enige God. Hoewel er veel zou kunnen worden genoemd, wijs ik in deze korte bespreking slechts op de manier waarop de auteur in het vijfde hoofdstuk (n.a.v. D.L. II, art. 1-5) uitwerkt hoezeer Christus geen Vredesonderhandelaar is, maar Borg. Een vredesonderhandelaar ‘probeert twee partijen naar elkaar toe te praten en met elkaar te verzoenen, buiten het frontgebied waar kogels vliegen en doden vallen’. Hiertegenover benadrukt de auteur hoezeer Jezus Zich als Borg ‘plaatsvervangend in de vlammen van Gods toorn heeft geworpen, opdat Hij verloren mensen die den moeten brandhout uit ken’. Naar ging een uiontmaskering menig kerkeeuw, alsof wij daarin eeuwig hadomkomen als een het vuur zou rukmijn diepe overtuitermate wezenlijke van het denken van mens in de 21e slechts van gezindheid ten opzichte van de Heere hoeven te veranderen, uit aandrang van Gods grote liefde, zonder dat er sprake is van verzoening en dus ook genoegdoening voor onze schuld bij God.

De neiging is groot om meer aspecten te onderstrepen. Er is alle reden om het loflied uit Dordt mee te blijven zingen. Voor mij werd dat des te meer bevestigd, toen ik met veel vreugde en naar ik geloof met zegen dit belijdenisgeschrift in een dertiental leerdiensten (volgens de indeling van het onderhavige boek) in Stolwijk bepreekte. Met dankbaarheid heb ik daarbij gebruik gemaakt van wat de auteur in Om ’t eeuwig welbehagen aanreikt. Van harte ter lezing en overdenking aanbevolen.

J.J. TEN BRINKE, OUD-BEIJERLAND

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen