Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze vriend en broeder ds. C. den Boer beheerde tot het eind van zijn leven een website www.dsdenboer.nl, met een reeks vaste rubrieken, waaronder ‘sprokkelhout’. Daaruit een paar sprokkels:

Wie is God?

In het jaar 1646 was een aantal theologen in de Westminster Abdij te Londen bijeen om een geloofsbelijdenis op te stellen. Daarbij kwam als eerste de vraag naar voren: wie is God? Niemand achtte zich bekwaam om daarop het passende antwoord te geven. Tenslotte besloot men een van hen deze taak op te dragen. Deze verklaarde zich daarmee te willen belasten, zo de gehele vergadering zich eerst met hem in gebed wilde begeven om de leiding van de Heilige Geest. Allen knielden neer en daarop ving deze predikant zijn gebed aldus aan: ‘O God, Gij zijt een Geest, oneindig eeuwig en onveranderlijk in Uw wezen, wijsheid, macht, heiligheid, gerechtigheid, goedheid en waarheid’. Een sterke ontroering greep op dit moment de vergadering aan. Zij hadden reeds gevonden, wat zij zochten. De eerste volzin van dit gebed werd terstond aanvaard als de beste omschrijving van Gods Wezen. Zie A.D.R. Polman, De Nederlandsche Geloofsbelijdenis, deel I, p. 131.

De doden staan weer op (Newton)

De Engelse wis- en natuurkundige Is. Newton (ong.1700) kwam eens met zijn studenten langs een begraafplaats. ‘Wie is er zo dwaas’, zei een van hen, ‘dat hij nog gelooft, dat deze doden zullen opstaan?’ Newton, terug in de collegezaal, nam een pot en deed daarin zand en ijzervijlsel. Dat schudde hij goed door elkaar heen. Toen vroeg hij aan zijn studenten: ‘Wie is er zo wijs, dat hij het ijzervijlsel uit het zand kan halen?’ Daarna nam hij een grote en sterke magneet. Die hield hij boven de pot. En zie, de ijzerdeeltjes sprongen eruit. ‘Zou God de Almachtige dan niet uit het stof de dode mens kunnen ophalen?’ (...)

Wonderen in de Bijbel

Ergens in een park in Amsterdam zit een man in zijn Bijbel te lezen. Het verhaal van de doortocht van het volk Israël door de Rode Zee. ‘Wat een wonder!’ denkt hij. Dan komt daar een theoloog voorbij. ‘Zal ik je dat eens uitleggen’, zegt hij. ‘Weet je, de Israëlieten zijn door een drooggevallen zijarm van de Rode Zee getrokken; er stond op dat moment juist maar een klein beetje water in. Begrijp je het nu?’ Weg wonder! Even later kwam de theoloog opnieuw voorbij; hij zag, hoe de man nog steeds met grote ogen van verbazing in zijn Bijbel zat te lezen. ‘Wat leest u nu toch weer’, vroeg hij. ‘Wel’, antwoordde de man, ‘hebt u mij niet zojuist verteld dat er maar een klein beetje water op de bodem van de Rode Zee stond? Dan is dus het wonder des te groter. Want in dat kleine beetje water zijn de Farao en zijn ruiters dan toch maar verdronken!?’

•••

In Ecclesia (Vrienden van Kohlbrugge) schreef H. Boele over P. Hofstede de Groot, theoloog van de negentiende-eeuwse Groninger richting, niet bepaald een vriend van Kohlbrugge. En toch...:

In 1854 verscheen een boekje met als titel Vragen van een eenvoudig burgerman. (...) De schrijver is dr. H.F. Kohlbrugge.

De predikant heeft ten slotte nog een vraag: ‘Wouter, als Hofstede de Groot hier in de sloot lag, zou je hem er dan uithalen?’ ‘Wel zeker, dominee’, antwoordt Wouter.

‘Maar Wouter, zou je dan niet denken: daar heeft hij nu zijn straf van God, – want als hij er weer uit komt, dan gaat hij weer verder met zielen te bederven?’ ‘Nee’, antwoordt Wouter, ‘dat is voor zijn rekening; ik zou denken: het is een mens naar Gods beeld gemaakt’. Verheugd zegt de predikant daarop: ‘Adieu, Wouter! God zegene u, – gij zijt geen zogenaamde Liberaal. Houd aan met alle vromen, in het gebed voor Kerk, Oranje en Vaderland. En God verhore ons in de dag der benauwdheid’.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's