Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jochem Douma
Onderweg. Autobiografie.
Uitg. Brevier, Kampen; 460 blz.; € 29,99.

Al is Onderweg, de autobiografie van prof. Jochem Douma een mooi uitgevoerd boek, zet de achterflap me direct op achterstand. Ik lees dat Douma predikant in Brussum was (niet Brunssum) en dat hij promoveerde op de theoloog Kuiper (bedoeld is Abraham Kuyper). Waarom geen betere correctie?

De gereformeerd-vrijgemaakte predikant en hoogleraar Ethiek Douma biedt ons in zijn 87e levensjaar geen theologische biografie, maar zet heel zijn leven op papier. Het betekent dat we lezen over het ouderlijk huis, over de echtgenoot van zijn hospita, over de band met broers en zussen en zwagers enz. Toch kom je in de persoonlijke hoofdstukken over de studietijd al draadjes tegen die later een stevig theologisch koord zullen vormen: wanneer zijn leermeesters in Kampen aangeven zich ‘alleen met de Schrift te willen bezighouden’, proeft student Douma bij de latere Nederlands gereformeerde hoogleraren C. Veenhof en H.J. Jager al kritiek op de gereformeerde belijdenis.

Liefhebbers van theologie komen aan hun trekken in het hoofdstuk over Douma’s dissertatie, waarin hij betoogde dat Kuyper en Schilder zich in hun visie op de algemene genade ten onrechte beriepen op Calvijn, bij wie dit begrip theologisch gericht is – anders dan bij Kuyper, die voor een culturele invulling kiest. Het is mooi dat Douma erkent nu genuanceerder over het thema te denken, omdat je vreemdelingschap en cultuurmandaat niet tegenover elkaar hoeft te plaatsen. Het is een gave om op hoge leeftijd je eigen standpunten tegen het licht te kunnen houden. Die eerlijkheid betoont hij ook als hij opmerkt dat het hem toen teleurstelde voor zijn proefschrift geen cum laude te krijgen, ‘een bittere pil die mij van Godswege te slikken gegeven is. Mijn eerzucht is niet gering, en dan is het goed dat je zoiets te verwerken krijgt.’

Na lezing van dit boek voelde ik een sterke sympathie voor prof. Douma, iemand die ik nooit ontmoette. Trouw deed hij het werk waartoe de Heere hem riep, als dominee van Rijnsburg en Brunssum, als hoogleraar (1970-1997) in met name de ethiek, in de rustigste jaren uit de geschiedenis van de gereformeerd-vrijgemaakte theologische universiteit te Kampen. Ook in een bredere context heeft hij op een overdachte wijze zijn gereformeerde overtuiging ingebracht, waarbij hij zich steeds rekenschap van zijn standpunt gaf. In de kerkelijke strijd die voorafging aan het ontstaan van de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), wees hij een radicale positie van de hand, zowel naar degenen die een zogenoemd vrijmakingsgeloof uitdroegen als naar degenen die een gereformeerde overtuiging relativeerden. Waarom? Omdat (Ps. 25) bij God milde handen en vriendelijke ogen zijn, wat ons tot navolging moet brengen. Ook in zijn denken als ethicus doet de gebrokenheid van het leven voortdurend mee.

Tijdens het lezen van dit boek ontmoette ik geen hervormde mensen – uitgezonderd ds. D.J. Budding in zijn toenmalige functie van SGP-voorzitter. Ook al acteerde prof. Douma in een brede gereformeerde gezindte, tot hervormde theologen heeft hij zich niet of nauwelijks verhouden. Opvallend – en tekenend voor het vrijgemaakte speelveld in de tweede helft van de vorige eeuw – mag dit op z’n minst genoemd worden, ook omdat hij op een conferentie van het COGG ooit ‘de Gereformeerde Bond opriep de sleutel te gebruiken, die zij in handen had om samen met ons te komen tot afscheiding van de Ned. Hervormde Kerk’. Het is een zin die in deze autobiografie niet toegelicht of uitgewerkt wordt, ook dat is opvallend. In zijn (medisch-)ethische denken heeft prof. Douma – samen met zijn collega W.H. Velema – voor heel de gereformeerde gezindte en daarmee ook voor de hervormd-gereformeerden ondertussen veel betekend.

Als aangrijpend ervoer ik wat prof. Douma schrijft over ‘het verval’ van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt (GKv) én de consequentie die hij vijf jaar geleden nam door als tachtiger de kerk te verlaten die hij met overtuiging, inzet en liefde gediend had. Anderen typeerden zijn levensgang min of meer zo dat hij ‘als linksback met vooruitstrevende ideeën later wat terugkrabbelde en verstrikt raakte in conservatisme’. Dat doet Douma geen recht. Zijn consistente (en terechte) lijn is dat gehoorzaamheid aan de Schrift en binding aan de belijdenis nooit verward mogen worden met conservatisme.

Op een haast onderkoelde toon beschrijft hij het proces naar het verlaten van de GKv. Vrede heeft hij ermee dat het vrijgemaaktgereformeerde karakter van de kerk verdwijnt, als het gereformeerde maar blijft. Prof. Douma signaleert dat zowel GKv als NGK zich weinig druk maken over een loyale binding aan de drie Formulieren van enigheid, dat in de eredienst opwekkingsliederen de psalmen verdringen en dat de persoonlijke oproep tot bekering nauwelijks meer gehoord werd, dat in de eredienst ‘van alles een happening gemaakt wordt, tot de doop en het avondmaal toe’, dat een anders lezen van de Schrift leidde tot openheid voor de vrouw in het ambt en voor homoseksuele relaties enz. Het leidt bij elkaar tot ‘een afscheid op christelijke wijze’ van de gereformeerd-vrijgemaakte kerk van Hardenberg. Tja..., wat moet je vanuit katholiek perspectief daar nu van zeggen?

Prof. Douma houdt met deze terugblik op zijn leven de kerk in Nederland een spiegel voor. Het is een appèl om heilig voor God te leven, in ons gebroken kerkelijke leven bij Schrift en belijdenis te blijven, om de noties van zonde en genade te bewaren. Dit actieve leven – al was er een doctoraat én een eredoctoraat... – eindigt niet met een opgepoetst cv, maar met de heenwijzing naar Gods vaderhart, wanneer mijn zonde mij bezwaart.
Steeds vind ik daar opnieuw bereid
Oneindige barmhartigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's