Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Openbaring van God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Openbaring van God

Nooit kunnen we de Psalmen lezen zonder Christus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek van de Psalmen is een van de bekendere bijbelboeken. Meer dan uit vele andere delen van de Bijbel vormen ze stof voor de prediking. Maar, is het karakter van het Psalmboek altijd helder, voor ouder en voor jong? Dat is nog maar de vraag.

P.J. Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.

Omdat de Psalmen sterk verbonden zijn met onze eredienst, komen ze veel te vaak ter sprake in voor hun inhoud verkeerde discussies: over vlug zingen of iets langzamer, over hele of halve noten, over traditie en vernieuwing, over ‘enige gezangen’ of wat meer andere liederen, over de voorliefde of juist wat minder sympathie voor een bepaalde berijming, over het orgel of de fluit. In die context ga je begrijpen dat een kerkelijke jongere ooit opmerkte: ‘De Psalmen, die zijn voor mijn oma.’ Gelijk had hij overigens, maar... ze zijn niet exclusief voor zijn oma, ze zijn ook voor hemzelf.

Complete liedbundel

Zingen hoort bij het geloof, bij het leven met God. In die zin zijn we dankbaar voor het feit dat de Bijbel een complete liedbundel bevat, 150 liederen van David en andere dichters. De Psalmen vormen wel de enige bundel, wat betekent dat het Nieuwe Testament geen ‘eigen liedbundel’ kent. Afzonderlijke liederen vinden we daarin wel, zoals lofzangen van Zacharias en Maria, aanbiddingsliederen uit het boek Openbaring, de lofzang op Christus uit Filippenzen 2.

Tot de tekst van vele van de 150 liederen behoort de aanduiding ‘psalm’, zoals Psalm 3, die inzet met ‘Een psalm van David’. In het Grieks betekent ‘psalmos’ lied, de Hebreeuwse naam voor de psalmbundel verwijst naar ‘lofzangen’, een terechte aanduiding als deze liederen in de openbare eredienst klinken. In de tijd van het Nieuwe Testament begon men te spreken over het boek van de Psalmen, zoals Lukas doet in 20:42.

Israëls liederen

Als we de Psalmen typeren, mogen we dat allereerst doen als liederen van Israël, het volk van God, waarbij de gemeente van het nieuwe verbond ingelijfd is. In 2 Samuel 23 wordt de man die 75 psalmen op zijn naam heeft staan, David, als volgt getypeerd: ‘De gezalfde door de God van Jakob, en lieflijk in psalmen van Israël’. In 1 Kronieken 16 vinden we onder meer dat David persoonlijk stimuleerde dat de Psalmen een plaats in de eredienst ontvingen. Dat David naast dichter ook koning was, is een bijzondere omstandigheid, omdat het welzijn van het volk verbonden was aan de betrouwbaarheid en dienstbaarheid van de koning. De dichter had ook als koning gezag.

De lofzang met de Psalmen is een belangrijke lijn, van Zacharias (‘Geprezen zij de Heere, de God van Israël, Hij heeft omgezien naar zijn volk’) tot de brief aan de Romeinen, waarin Paulus schrijft: ‘Weest vrolijk, heidenen, met Zijn volk!’ In zijn boek De joodse wortels van de christelijke eredienst schreef dr. R. Boon dat ‘door de Psalmen de gemeente als geheel betrokken werd bij de vormgeving van de eredienst’, dat ‘het gebruik uit de synagoge om de Psalmen vooral hun plaats te geven tussen de schriftlezingen en gebeden in, door de kerk gehandhaafd werd’. Een motief om als kerk de Psalmen te blijven zingen was die verbondenheid met Israël.

Openbaring van God

Wat voor ons vandaag (zowel voor de oma als voor haar kleinzoon) van belang is, is de overtuiging dat de Psalmen behoren tot het geopenbaarde Woord van God, tot de canon van 66 bijbelboeken die gevormd en vastgesteld is onder leiding van de Heilige Geest. Daarmee zijn de Psalmen liederen die God Zelf door Zijn Geest ons op de lippen legt. Wie de Psalmen leest en zingt, die leest en zingt de Bijbel. Als er iets is wat een jongere generatie leren mag, dan is het dit. Terwijl Gods Woord door middel van andere bijbelboeken tot ons komt, helpen de Psalmen ons tegelijk om de omgekeerde weg te gaan, geven ze ons woorden in het hart om te naderen tot voor Zijn troon. Dat laatste is een sterk motief om ons te blijven inzetten voor een verstaanbare berijming. Hoe kun je de lof van God zingen, hoe kun je bidden om genade en vergeving in een taalkleed dat door de loop van de tijd vervreemding ging oproepen?

Tegelijk beseffen we dat vertrouwde woorden zich diep in je bestaan genesteld kunnen hebben, zodat geen hedendaagse dichter daaraan moet komen:

’t Hijgend hert, der jacht ontkomen,
schreeuwt niet sterker naar ’t genot
van de frisse waterstromen,
dan mijn ziel verlangt naar God.

Geestelijke apotheek

De Psalmen leren ons ons vertrouwen te stellen op God, ook in de donkerte van het leven. Juist dan ontbreekt het ons veelal aan woorden en mag je gelovig de woorden van dichters van toen verinnerlijken laten. Ds. D.M. van de Linde hoorde ik in dit verband het woord ‘inzingen’ gebruiken. In die zin is het psalmboek een apotheek met medicijnen tegen elke aandoening, elke ziekte. Kohlbrugge sprak over ‘een geestelijke apotheek’ als het om de Psalmen ging. En in het voorwoord dat de statenvertalers bij de Psalmen schreven, staat: ‘Ben je op zoek naar een apotheek? Dan kun je in het bijbelboek Psalmen terecht.’

De reden hiervan is dat de Psalmen vol zijn van Christus. De Heiland Zelf leerde dit na Zijn opstanding de elf discipelen (Luk.24:44): ‘Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen.’ Bijzonder is ook dat toen Jezus sterven ging, toen het er echt op aankwam, uit de Psalmen in de mond nam. Twee van de zeven kruiswoorden zijn citaten uit het psalmboek: ‘Mijn God, Mijn God, waarom verlaat U Mij?’ gaat terug op Psalm 22 en ‘In Uw handen beveel Ik Mijn geest’ op Psalm 31.

Ten aanzien van het ontdekken van Christus in de psalm deelt prof. A. Huijgen in zijn recente boek Lezen en laten lezen een ervaring uit zijn studententijd. In het bijzijn van prof. W. van ’t Spijker mediteerde een van de andere studenten theologie over Psalm 124. Hun leermeester stelde de vraag: ‘Waar is Christus in deze psalm?’ ‘Toen er van onze kant niet zo veel kwam, maakte onze mentor ons duidelijk dat we de Psalmen nooit moesten lezen zonder Christus, over wie de Psalmen zongen en die de Psalmen zich had toegeëigend.’ In zijn conclusie is prof. Huijgen stellig: ‘De Psalmen gáán over Christus.’ Het neemt niet weg als studenten theologie er al bewust op gewezen moesten worden, het geheel van de gemeente dit onderwijs zeker nodig heeft. In dit opzicht verrast het ons niet dat veel citaten uit de Psalmen in het Nieuwe Testament te vinden zijn, zoals Paulus (een enkel voorbeeld) in Romeinen 4:7 Psalm 32 aanhaalt.

God loven

Veelzeggend is de titel van het boek dat dr. Herman Selderhuis over Calvijns theologie van de Psalmen schreef, God in het midden. De Psalmen stellen onze Schepper centraal, Zijn werk in deze wereld, Zijn eigenschappen, ook Zijn handelen in Christus. Ja, dat laatste gebeurt voortdurend, zoals in Psalm 2 (‘Ik heb Mijn Koning toch gezalfd over Sion’ en ‘Kus de Zoon’) of Psalm 89 (‘Ik heb een held van hulp voorzien, Ik heb een verkorene uit het volk verheven’).

In dit verband schreef oud-GB-voorzitter ds. W.L. Tukker ooit: ‘De psalmbundel geeft al het handelen van God in Christus te bezingen, Zijn geboorte, Zijn lijden, Zijn opstanding, Zijn hemelvaart, Zijn wederkomst ten gerichte. De Psalmen zijn vol van de drieeenheid.’ Dan verbaast het niet dat het loven van God een rode draad in de Psalmen is.

Onvermoede krachten

Vol van de Vader, de Zoon, de Geest – het maakt dat we de Psalmen willen blijven zingen, willen blijven léren zingen. Het is een verarming als de christelijke school deze goede traditie stopt. Het is een verarming als het zingen in de gezinnen stokt en zelfs de cd-speler minder opgezet wordt. Het is een verarming als de Psalmen in hun diepten en hoogten in de breedte van het gemeentewerk niet meer klinken. Dat vond ook de vandaag veelgelezen Duitse theoloog Bonhoeffer, die schreef dat ‘de christelijke gemeente met het Psalter een onvergelijkelijke schat verloren laat gaan, terwijl met herinvoering van de Psalmen onvermoede krachten haar binnen zullen dringen’.

De Psalmen richten ons hart omhoog. Met de laatste regel van de laatste psalm zingen we: ‘Laat alles wat adem heeft de Heere loven. Halleluja!’


Psalmen / psalmen

In dit themanummer worden psalmen met een hoofdletter geschreven wanneer het gaat om een specifieke psalm, zoals Psalm 25 en wanneer het bijbelboek Psalmen wordt aangeduid. In onze kerkdiensten zingen we psalmen (kleine letter). In algemene termen wordt psalmen met een kleine letter geschreven. Overigens is het onderscheid niet altijd duidelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Openbaring van God

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's