Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes in de kerker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes in de kerker

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen; En zeide tot Hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een ander?

En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en de armen wordt het evangelie verkondigd.

En zalig is hij, die aan Mij niet zal geërgerd worden.

Mattheüs 11 : 2-6

III.

Zie, zo heeft de Heere Jezus tot het ongelovig Israël gezegd, dat ze Hem behoorden te geloven om de werken, die Hij deed. Zo kwam Koning Jezus tot het Zijne, maar helaas, de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Zij waren ziende blind en horende doof. Maar de armen van geest en de verslagenen van hart hebben de werken, die Hij deed, gezien, geloofd en omhelsd, dat Hij was Degene, Die komen zou. O, Koning Jezus past in de heerlijkheid van Zijn werken juist voor armen en ellendigen, voor blinden, naakten en kreupelen.

En dat moest nu aan Johannes geantwoord. Aan Johannes, die de belofte van ouds toch leende, namelijk: te dien dage zullen de doven lioren de woorden des boeks, en de ogen der blinden, zijnde uit de donkerheid, zullen zien. En de zachtmoedigen zullen vreugde op vreugde 'hebben in de Heere, en de behoeftigen onder de mensen zullen zich in de Heihge Israels verheugen.

Zo wordt aan Johannes, zelf de bedienaar der Wet, het zalig Evangelie verkondigd.

Gaat heen, zegt tot Johannes: de blinden worden ziende en de kreupelen wandelen, de melaatsen worden gereinigd en de doven horen, de doden worden opgewekt en de armen wordt het Evangelie verkondigd.

O, kan ooit dierbaarder tijding aan een bedrukte en twijfelmoedige gegeven worden? Daarin openbaart Koning Jezus de heerlijkheid Zijner genade en vrije zondaarsmin jegens ellendigen; openbaart Hij Zich daarin, dat Hij het waarlijk is, van Wie aUe profeten hebben getuigd. Zeker, Hij zal komen met de wan in Zijn hand, maar aan het eind der eeuwen. Niet alsnu, in dé diepe staat' Zijner vernedering; niet nu, waar Hij is het zonde dragend en het voor de zonde betalend Offerlam. Nu is Hij een Diensknecht, om de Vader, maar ook Zijn ganse kerk te^ dienen. Om in de zalige werken, die Hij deed, dus zich te doen kennen in de harten Zijns volks. Hen op te richten uit hun diepe , ellendestaat en om hen te doen zitten bij de prinsen Zijns volks.

Maar hieraan is tevens verbonden het woord van vermaan, en tegelijk van vertroosting: En zalig is hij, die aan Mij niet geërgerd wordt.

O, dat wijst ons, dat er velen in Israël zich aan Hem stoten, of ook om Zijn werken Hem niet achten. De profetie van Simeon is wel vervuld: Deze wordt gezet tot een val voor velen. Maar zalig dan, die niet geërgerd wordt; die, hoe het ook moog' tegenlopen, gestadig op Zijn goedheid hopen.

Met dit woord wijst Koning Jezus als met de vinger op Zichzelf, als de Messias, Die enige Naam, door de Vader onder de hemel gegeven tot zaligheid. Troostvol getuigenis voor Johannes, daar in de kerker. O, wat is het dierbaar voor 's Heeren kinderen, als zij in druk en benauwdheid verkeren; wat is dan meer troostrijk dan te horen van de werken van Koning Jezus, en inzonderheid deze te ervaren in eigen ziel? Als die Christus ons geopenbaard mag worden, zoals Hij van de Vader is gezonden van de hemel, als waarlijk zijnde dat dierbare Lam Gods, Dat Zichzelf zo diep vernederd heeft, gekomen om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.

Wie der discipelen heeft zich niet geërgerd aan Christus, toen Hij hun betuigde: Mijn Ko­ ninkrijk is niet van deze wereld? O, wat leefde in hen, dat Hij een aards koninkrijk zoii oprichten. En ook Johannes was zelf daarvan niet geheel verlost. O, als Zijn heraut had hij Hem aangekondigd en verwachtte hij nu grote werken om de heerlijkheid van Israël te herstellen. Ook Johannes moest daarvan genezen, en verstaan, dat Christus' Koninkrijk niet is van deze wereld. De gevangenis moest daartoe dienstbaar zijn. Daar zou hij beproefd ^n, gelouterd worden, toch ook langs die weg dierbaar vertroost. O, hoe zalig is Johannes door dit antwoord opgebeurd. Nu kon hij de beul verwachten. Hoewel Christus niet ziende, nochtans in Hem gelovende, verheugde hij zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde. Hij verkreeg het einde zijns geloofs, namelijk de zaligheid der ziel.

O, gezegeiide omwending in het hart van Johannes. Leerrijk voor al de discipelen van Johannes. O, als een ziel pas tot de Heere bekeerd is, meent ze, dat dit haar pad zaL zijn: Het licht is voor de rechtvaardige gezaaid, en vrolijkheid voor de oprechte van hart. Maar hoe langer op de weg des levens, hoe meer leren, dat we blind zijn, de weg naar de stad niet weten. Wat al beproevingen en noden onderworpen.

Verwondert u daar niet over. Het is Gods weg in Zijn heiligdom, om de heerlijkheid Zijner genade te meer te openbaren.

Wie bad dat van Johannes gedacht? En toch, zijn gevangenis voert tot vrijheid. Hier leert de Heere Zijn volk verstaan, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet te waarderen is tegenover de heerlijkheid, die hun zal geopenbaard worden.

Hoe droevig is het dan, zonder God in de wereld te zijn, vreemdeling van de verbonden der belofte. Denkt ge daar wel eens aan, mijn lezer of lezeres? Straks slaat het uur van uw einde. Als ge dan in uw zonde, ongeloof en verharding zijt voortgegaan, gelijk de Joden, die zich ergerden en stootten aan Christus.

Want we liggen hier toch onder het oordeel Gods en derven de heerlijkheid Gods. En dan, wij, die de weg geweten en niet bewandeld hebben, zullen met vele slagen geslagen worden. Och, dat ge 't nog in mocht zien, waar ge nog leeft in de welaangename tijd. En ook is zo nodig om van alle gronden afgebracht te

worden, die de eeuwigheid niet kunnen verduren. • > • •

Zalig, die aan Christus niet zal geërgerd worden en met Johannes vragen doet: Zijt Gfj Degene, Die komen zou^ of verwachten wij een ander? . ':

Het kan er wel eens diep doorgaan. Dat zien we met de Doper. In de gevangenis terecht komen. O, zuchtende zielen, de Heere late Zijn hcht over u nog eens schijnen en doe u de kracht Zijner verdiensten nog smaken. Johannes is niet uit de kerker gekomen vóór hij was gestorven, en zo mocht u sterven aan de wet, opdat Christus het einde der wet voor u zij. In Hem glanst het leven. Uit een gegeven Jezus spruit de zaligheid voor een arm volk. Sion zal door recht verlost worden, en haar wederkerigen door gerechtigheid.

En eenmaal zal Christus wederkomen met dè wan in Zijn hand. Dan zal Hij Zijn dorsvloer doorzuiveren; het kaf van het koren scheiden. Het koren gaat in de hemelschuur, en het kaf zal met onuitblusselijk vuur verbrand worden.

Amen.

A.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1954

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Johannes in de kerker

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1954

De Wachter Sions | 4 Pagina's