Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ELIA'S OPDRACHT AAN ACHAB 42

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ELIA'S OPDRACHT AAN ACHAB 42

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu dan, zend heen, verzamel tot mij het ganse Israël op de berg Karmel, en de vierhonderd en vijftig profeten Baals, en de vierhonderd profeten van het bos, die van de tafel Israels eten. Zo zond Achab onder alle kinderen Isr\aëls, en verzamelde de profeten op de berg Karmel. 1 Koningen 18 : 19~20

Deze opdraclit van Elia aan Achab begint met de woorden. Nu dan. Hoe diep beschamend voor Achab is deze opdracht. Elia heeft Achab eerst in de schuld gepreekt. Achab heeft de geboden des Heeren verlaten en is de Baals nagevolgd. Deze gruwelijke zonde is hem openlijk aangezegd en duidelijk voor ogen gesteld. Elia heeft de zonden bij name genoemd. Wie durft het nog aan om de zonden van de tijd openlijk bij name te noemen? We zouden wel mogen vragen: Kennen we de zonden nog wel, waaraan wij schuldig staan? Zien we de zonden nog wel van vorstenhuis en onderdanen? Zijn de ogen der hedendaagse profeten er nog wel voor open? Zien we. wel, dat Gods geboden verlaten zijn en de Baals van onze tijd nagevolgd worden? Durft ge het te zien? Zult gij het willen zien? Of zullen we alles maar bedekken en goedpraten? O, wat leven ook wij in een zeer droeve tijd van verlating van Gods geboden. Wat kunnen we er toch makkelijk overheen leven. Zo hier en daar wordt nog wel eens gepraat over de zonde van land en volk. En op verschillende preekstoelen wordt het woord zonde nog wel genoemd. Maar even zo goed durft men het aan om door te gaan in het verlaten van Gods geboden. Zowel bij de leraars als bij het volk wordt de afwijking en de Godsverzaking steeds groter. Onze ogen mochten wel met tranen verdeeld worden als we letten op de uitleving van het hedendaags genaamd Israël, 't Is op de meeste plaatsen maar een goedpraten en meegaan met de geest des tijds. De zonden worden verdoezeld. En ook nu de waarschuwende man voor beroerder uitgemaakt. Men wil niet meer gewaarschuwd. Men mag niet meer wijzen op het diep verval. Men wil niet inzien dat het gans verkeerd gaat in ons land en in ons kerkelijk leven. Men sluit moedwiüig de ogen en het verval wordt steeds dieper. Elia durfde te zeggen : Ik heb Israël niet beroerd, maar gij en uws vaders huis. Elia had niet meegedaan, was niet de oorzaak van de ellende. Hij had gewaarschuwd en zich vrijgemaakt van het bloed van gans Israël. Elia was een getrouwe wachter op Sions muren. Met volle vrijmoedigheid durft hij Achab onder de ogen te zien en hem aan te zeggen wie de schuldige is en waarin de schuld bestaat. Zou dat in onze dagen ook niet nodig zijn? Achab was Eha liever kwijt. De Heere heeft hem echter bewaard ten bate van Israels volk, bovenal tot verheerlijking van Zijn grote naam. De Heere wil Elia nog wel gebruiken. Daartoe zijn terugzending en vertoning aan Achab. Nog eens, hoe diep beschamend is het woord van Elia tot Achab gericht: Nu dan. Achab wordt niet alleen aangezegd wat hij gedaan heeft, maar ook wat hij nu dan doen moet. Elia's opdracht is ook een bevelende opdracht, 't Is maar niet een vraag, maar een bevel van Godswege. Nu dan, zend heen, verzamel tot mij. Wie moet Achab verzamelen? Het ganse Israël. Waar moet hij hen verzamelen? Op de berg Karmel! Heeft die naam Karmel ook nog betekenis? Er zijn immers zoveel bergen in het heilige land. God verkoos de berg Karmel voor vergaderplaats. De naam van die berg betekent: Vruchtbaar veld. Wijngaard. Hof van God. De Karmel is als een paradijs in het beloofde land. 't Is een reeks van bergen, die tezamen de Karmel uitmaken. De Karmel was zowel op de helUngen als op de bergvlakte met wijnstokken, olijven, vijgen en amandelbomen beladen. Terecht een vruchtenveld, een grote hof die zich in het midden des lands verhief. Naar de beschrijving die er van gegeven wordt, was het een bergketen van middelbare hoogte, ongeveer vijf uren in de lengte en ongeveer twaalf uren van omtrek. Die berg strekt zich uit van het midden des lands naar de Middellandse Zee. Reeds de gedaante van die berg moet in het oogvallend zijn geweest. Het is een berg van witte kalksteen maar bedekt als met een mantel van groen gewas. De grasvelden worden door verschillende kleine stromen bevochtigd, die van de hoogte des bergs zachtkens naar alle zijden nederdalen. Men vindt er ook de schoonste en heerlijkste bloemen van het Oosten. En dan de prachtige altijd groen blijvende bossen van verschillende boomgewassen. In die bomen treft men allerlei gevolgelte aan. Het gezang van deze vogels verhoogt de schoonheid der natuur op de Karmel. Het is inderdaad een schoon oord, een verkwikking om daar te toeven. En vanaf de Karmel had men een pracht gezicht op de zee en op de Libanon die altijd met sneeuw bedekt was, en ook op het dal Saron. Ook moest volgens de beschrijving die berg vele holen gehad hebben. En in een van die holen zou Eha een woonplaats gehad hebben. Welnu, wie in Israël wist niet waar en wat de Karmel was. Is het niet een kleine overeenkomst met het Paradijs waarin God de mens geschapen had. Welnu, Eha de profeet, handhaver en drager, der Wet, roept de mens om tot hem te komen, dus roept hij ons terug naar het Paradijs.

T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

ELIA'S OPDRACHT AAN ACHAB 42

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's