Voor de jeugd

Beste kinderen.

Zie hier nog weer eens een stukje voor jullie. Het was een godzalige moeder die het navolgende voor haar kinderen schreef, en hetwelk ik ook jullie ter overweging geef, daar er zoveel nuttige leringen in liggen. Ze zeide: Denkt altijd aan 't geen ik U geleerd heb, hoe gebrekkig het ook was. Mijne kinderen, gij weet zelf, hoe ik over U gewaakt heb en hoe God het genadig en onverdiend gezegend heeft tot op deze dag toe, en mijne bede tot in lengte van dagen en jaren is, naar dat mij God genade heeft gegeven om mijn vlees te pijnigen en op ordentelijke wijze de roede over U te gebruiken, Hever als uwe zielen de duivel en uwe hchamen der zonde te offeren. En ik weet, dat gij allen tot op heden mij voor dezelve dankt, zo als gij nu al betuigt, als ge rondom U ziet hoe de opvoeding der kinderen verwaarloosd wordt. Mocht de Heere het uit genade in uwe harten bewaren en daartoe doen, want o hoe gebrekkig, hoe onrein ben ik in deze geweest.

Doch treurende over het gebrekvolle, bid ik van de God aller genade, dat het goede waartoe Hij mij bekwaam gemaakt heeft, door U allen ook jaren na mij mag nagevolgd en opgemerkt worden, en, dat God daartoe mag doen ver boven hetgeen ik zou bidden of begeren. Want heve kinderen, om kinderen op te voeden is niet zo'n licht werk, ook geen vleselijk werk, ook geen werk dat in eigen kracht of wijsheid, naar eigen wil mag geschieden, maar naar Gods eeuwig onfeilbaar Woord. Want wij zijn daar volstrekt geen baas van of over en er ook niet bekwaam toe van of uit onszelven, maar onze bekwaamheid is uit God. Och, mijne kinderen, bedenkt dit, en zoek dit met al uw kracht, als God u verwaardigt om kinderen voort te brengen, denk dan nooit; het zijn mijn kinderen. Denkt altijd dat God gezegd heeft: Zij hébben Mijne kinderen genomen en hebben ze de duivel opgeofferd.

O gruwel, dat dit in deze dagen zo Hcht geacht Wordt en de stpel van onmacht tot een deksel voor ons zo hcht getroffen vlees wordt genomen. Als er gezegd wordt. God Zelf moet de kinderen bekeren, hetwelk een eeuwige waarheid 'S en een zahg voorrecht, want anders zou er niets van komen. Doch God zal de opvoeding Van onze hand eisen en wil ons ook Zelf daartoe bekwaam maken. Want o, mijne allerdiertiaarste kinderen, wij zijn zeer grote en snode alhedervers van onszelven, en van de panden ons 'oebetrouwd, Want, mijne dierbaren, als ik zeg 9') Weet hoe ik over U gewaakt heb, dan bedoel * dat de Heere door Zijne genade mijn conscien- ^s 20 benaauwd hield, dat ik U niet op plaatsen ^sr ijdelheid durfde laten gaan, omdat ik u Hef- .. ^'i vreesde dat gij zeer zoudt zondigen. Gij ^')t allen nog jong en o, wat is de ijdelheid der lonkheid groot en verleidelijk. Daarom heb ik '^t toegelaten om ulieden in het donker of op Vondtijden op wegen en dijken te laten gaan te reizen, want het is bekend genoeg, dat de duivel zijn netten en strikken der zonden vrije-

lijker uitspreid bij nacht dan bij dag. O hoeveel bittere gevolgen hebben die nactitzonden gebaard, en hoeveel verkeerde huweiijKen zijn daaruit gesproten! Daarom mijne kinderen, volgt deze mijne raad, want de Kerke Gods is diep gezonken en het zaad van Gods volk zeer venjdeid, zodat het in deze een zeer zwaar werk is om in getrouwheid op uw post te staan, teimiinste zonder waken en bidden kan het niet, want wij hebben niet alleen de duivel, en van buiten alles tegen, maar nog een sterkere vijand is ons eigen vlees en onzer kinderen bedorven bestaan van binnen, die de ijdelheidsbegeerten uitwerpen als een stroom die niet te stuiten is door onze menseüjke krachten.

Tot zover deze moeder. Wel een voorrecht is het, kinderen, zulk een opvoeding gehad te hebben. Neen, dit is niet het deel van een elk kind, maar wat is het een voorrecht, zo voor ouders als voor kinderen, dat er nog zulke geschriften in ons vaderland zijn, welke ons de vreze des Heeren leren. Wat tekent bij deze vermaningen zich toch sterk af de geest van de tijd, welke zich zo krachtig doet gelden . in onze dagen. Wat hebben vele kinderen zich uit de gebeden van hunne voorgangers en ouders gezondigd, door openlijk te kiezen voor de wereld en gelijk Ezau het recht hunner eerstgeboorte met voeten te treden, en zich aan de ijdelheden over te geven. Wat offeren ook in onze dagen vele meisjes hunne kostelijke haren die God hun tot versiering van hunne lichamen gegeven heeft op, aan de mode van deze tijd, tot verdriet van hun ouders en kerkeraad. Wat ik u raden wil kinderen, overweeg eens wat deze moeder haar kinderen voorhield. Hoe een nauwgezette opvoeding niet is tot verdriet der kinderen, maar wanneer deze opgevolgd wordt, welk een zegen dat dit medebrengt voor het verdere leven, ja indien de Heere het zegenen wil tot in alle eeuwigheid. Neemt het uw ouders toch niet kwalijk wanneer ze u vermanen en van de tijdgeest zoeken te bewaren, maar erkent God dat Hij u nog ouders gaf die uw wezenlijk welzijn op het oog hebben. Wie de wereld dient komt met de wereld om, o kiest toch de nauwe weg die ten leven leidt en de Heere zal met u zijn. Hartelijk gegroet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen