Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ELIA STELT HET VOLK VOOR DE KEUS 47

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ELIA STELT HET VOLK VOOR DE KEUS 47

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen naderde Elia tot het ganse volk en zeide: Hoe lang hinkt gij op twee gedachten? Zo de Heere God is, volgt Hem na, en zo het Baal is, volgt hem na. Maar het volk antwoordde hem niet één woord.

1 Koningen 18:21

Zouden we dan niet stilstaan bij die gebroken gebouwen? gebroken sieraden? gebroken voorwerpen? Zouden we niet vragen: Hoe komen die gebroken? Wie heeft zulks gedaan? Is daar nu geen helen meer aan? enz. Maar staande op Karmel bij een gebroken altaar, daar is geen oog voor die breuk. Geen klacht over die breuk. Geen traan over die breuk. Geen behoefte tot herstelling van die breuk. Weineen, de Baaldienst heeft er wat anders voor in de plaats gegeven. Ook de Baal-dienaars weten de schone Karmel te gebruiken voor hun vlesehjke godsdienst en ijdelvermaak. Worden er in de Schrift genoemd: Thabors en Hermons die juichen in 's Heeren naam. Waarom zou dan de afgodendienst geen gebrujk weten te maken van de bergen? Dat is juist zo erg, dat op die plaatsen, waar voorheen de zuivere Godsdienst gehandhaafd werd, nu de werelddienst hoogtij viert. En op die plaats staat nu het ganse volk van Israël. Daar nadert nu Elia, hij alleen tot die menigte. Om wat te doen? Hen aanzeggen dat er weldra dauw en regen zal komen? Hen geruststellen dat ze spoedig eten en drinken zullen hebben? Dat ze spoedig uit de ellende verlost zullen zijn? Dat de tijd van vreugde en genot weer nabij is? Dat de Heere wel over het gebroken altaar heenkomt? Dat de Baaldienst toch ook nog wel zegen kan aanbrengen? enz. Neen, EÜa zal zijn mond wel opendoen en tot het volk spreken, maar hij zal niet over de broodvraag beginnen. Hij zal niet over stoffelijke belangen beginnen. Dat zijn bijzaken. Hij zal het volk de hoofdzaak voor ogen houden, n.1. het Godsdienstvraagstuk. Het vraagstuk aangaande de Enige, de Levende, de Bondsgod. Elia is op de Karmel aan het woord. Eüa heeft de leiding in deze grote en gewichtige vergadering. Kort en bondig zegt hij: Hoe lang hinkt gij op twee gedachten? In dit gezegde komt openbaar dat Elia de gedachten van het volk kent. Dat Eiia ook weet dat ze hinkende zijn op twee gedachten. Hoe scherp, persoonlijk en ontdekkend is die vraag. Hoe lang hinkt gij? Hinken is een moeilijke gang. Hinkende personen lopen in het oog. Die vallen op in de samenleving. Hinken is een kreupelgang. Israël hinkte op twee gedachten. Dus ging het volk aan twee kanten mank. Er, was dus een opvallend twijfelen, waggelen, nu eens naar links, dan weer naar rechts. Er was dus geen vaste gang in de gedachten. Er was grote, openbare tweeslachtigheid in hun Godsdienst, tweeslachtigheid wie of er God is: God of Baal. Israels volk had hun beginsel snood verlaten. Het volk ging door en hield er zich aan vast om tegen hun beginsel in te bHjven zondigen. Had de Heere niet uitdrukkelijk tot hen gezegd: Ik ben de Heere uw God, Die u ixit Egypteland geleid heb. Ze wisten het gebod: Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. De eis Gods was hun bekend: Gij zult de Heere uwe God liefhebben, met geheel uw hart en al uw vermogen. Zij toch waren het Bondsvolk. Zij droegen het bondsteken. En toch hinkten zij op twee gedachten. Dan eens hinkten ze over naar Jehovah, en dan weer naar Baal. Zij neigden zich cot twee Goden. Beiden, Jehovah en Baal wilden ze vasthouden. Ze wilden God en de Baals dienen. Ja ze wilden Jehovah en Baal verenigen. De ware Godsdienst met de afgodendienst doen samengaan. Een eenheid van Godsdienst dus. Zij trachtten beide religies aan elkander te verbinden. Ik vraag u mijn lezers: Zien we in onze tijd ook niet zulk een hinkend volk? Een vasthouden aan de Heere en een vastklemmen aan Baai. Helemaal onze Godsdienst verzaken durft men nog niet, doch men wil het vereenzelvigen met Baal. Denk eens aan de Baals der verzekeringen. Overal zijn de Baals opgericht ook op de Karmel, op kerkelijk terrein. Hoe weinigen zijn er nog die niet verzekerd zijn. Menigmaal kunt ge beluisteren: We mogen er God voor danken, die zulke middelen ons gegeven heeft en wij zo verzorgd mogen worden. Men durft het onverant woordelijk te noemen als men zich niet verzekert. Daarbij wordt het u bijna onmogelijk gemaakt om zaken te drijven, zonder te buigen voor de Baal. Wat zullen we nu doen? Moeten we onze broodwinning er aan geven? Moeten we onze betrekking opzeggen? Mogen we het geld aannemen? enz. énz. Alles is hinken op twee gedachten. Telkens worden ons zulke vragen voorgelegd ter beantwoording. Hier wil ik nogmaals in het openbaar zeggen, dat alle verzekeringen de Baals van onze tijd zijn. En als je daar nu maar niet mee gaat dan kan je een aangenaam en rustig leven hebben. Dan kan je nog ijdel vermaak op de koop toe krijgen. Want dat hoort bij de Baaldienst. Daar is vreugde en blijdschap, zingen en dansen, sport en vermaak, film en radio en televisie en wat al niet meer, alles wordt toegestaan en vereenzelvigd met de ware Godsdienst. Hinken op twee gedachten. Wat hinkt gij. Hoe lang hinkt gij op twee gedachten. Zal dat zo door moeten gaan? Ook onder de oordelen Gods? ook al is er geen brood voor de mensen en geen gras voor de beesten. Zult ge blijven hinken? Hoe lang? Hinken totdat ge neerstort in eeuwige ellende en er geen keuze meer overschiet. Achab hinkte niet. Izebel hinkte niet. Eüa hinkte ook niet. Doch Elia zeide tot het volk: Hoe lang hinkt gij. O, wat een aanklacht. Wat een scherp verwijt. Wat een doordringende vraag. Weet het tot wie deze vraag gericht is. Die be­ hoeft ge niet te richten tot de bond der Goddelozen. Die zullen niet hinken op twee gedachten. Die zullen niet samengaan en een eenheid trachten te maken met die Godsdienstige mensen. Maar het hedendaagse kerkvolk, het zogenaamde Christendom van onze tijd, de vrome mensen, tot die is de vraag: Hoe lang hinkt gij op twee gedachten. Des Zondags gaan we trouw ter keik. Dan offeren we onze God. Dan zingen wc, bidden we, luisteren we, dan gebruiken we de sacramenten. Onze kindertjes moeten gedoopt.

T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

ELIA STELT HET VOLK VOOR DE KEUS 47

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's