Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

32 TOELICHTING op de DORDTSE KERKENORDENING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

32 TOELICHTING op de DORDTSE KERKENORDENING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo bleek dus, dat de Kerkeraad van Berkenwoude met de gemeente zich in ware gebondenheid aan de Heere en aan Zijn heihg Woord, en geheel overeenkomstig de Dordtse Kerkenordening, zich afgescheiden heeft in 1953 van het synodaal verband der gemeenten, zoals ook vele andere gemeenten dit deden. En daarmede ligt uitgedrukt, dat zuiver kerkrechtelijk beschouwd, aan Berkenwoude wederrechtelijk het kerkgebouw is ontnomen. Er bestond in het synodaal verband al lang leerverschil, zoals nog te meer Wijken kan uit het pas verschenen boekje „Om de oude waarheid, of Het leergeschil aangetoond" "ij Jac. Boeder, L. Tuinstraat 7, Enkhuizen. In direct verband met het al bestaande leergeschil 9ing de Gen. Synode zo vierkant tegen. Schrift, Belijdenis en Kerkorde in, besluiten nemen en doorvoeren, die slechts blijk gaven van een grof Wanbestuur. En als in een vergadering, en dus ook in een meerdere kerkelijke vergadering, tegen Q£ Schrift, de Belijdenis, en tegen de Kerkorde Wordt ingegaan en besluiten genomen, dan geldt 20 n besluit niet, heeft het geen bindende kracht, )a het mag zelfs niet eens in bespreking genomen worden of voorgesteld. Art. 31 van de jJ-K.O. waarschuwt er met alle kracht tegen, ^aar wordt uitdrukkelijk gezegd, dat geen besluit zal binden als het strijdt met Gods Woord, °' tegen de artikelen is van de Nat. Synode van LJordt, 1618/19, en dus ook tegen die van de |-'K, .0. zelf, zolang ze nog als akkoord van ker- ^elijk samenleven worden erkend. Het is nu al • herhaaldelijk gebleken, dat de Generale Synoden, ^1 andere meerdere vergaderingen, de laatste jaren voor de scheuring, tegen die kerkrechtelijke regelen in overtreding zijn geweest. Dat was al in 1949 zo, en in 1950. Denk onder andere, nog maar weer eens even terug, aan die heel verkeerde gang ten opzichte van Ds. v. d. Ketterij en de gemeente van Veenendaal. Zo was het nu ook, en dat in nog versterkte mate ter Synode van 1953. Het was maar van tevoren complotvormen, en samenscholen, en daarin al beslissen hoe men gaan zou, voor de eigenlijke vergadering, om eigen zin en wil door te drijven. En op de vergadering was het maar drijven en doordrijven, verdachtmaken en het woord ontnemen en onthouden, als men wat tegen de ongerechtige handelingen in wilde brengen. Maar of het wel met de wille Gods en met het Woord overeenkwam, daar werd zelfs niet eens aan gedacht. En dat de credentiesbrieven van de afgevaardigden, en daarin dus de mindere vergaderingen tot op de kerkeraden toe, daar in getuigenis gaven, dat ze alles wat volgens Gods Woord, de Formuheren van Eenigheid, de Kerkenorde zal worden besloten, van waarde houden zullen, en dus niet zullen achten, wat daar tegen in besloten wordt, scheen totaal vergeten te zijn. En toch hgt daar het criterium, of het wel zuiver overeenkomstig Gods Woord, de Belijdenis en de Kerkorde is. Het is toch altijd zo verkeerd, als in een kerkelijke vergadering, inzonderheid als het gaat over principiële zaken, maar besloten wordt naar het inzicht of gevoelen van deze of gene, zonder ernstig te vragen of het wel naar den Woorde Gods is, en overeenkomt met de belijdenisschriften en de kerkenordening. Want anders loopt men maar gevaar om eigen subjectief gevoelen te gaan zetten boven het Woord, wat altijd verkeerd uitkomt.

We komen nu bij art. 39 D.K.O. Dit artikel luidt: In die plaatsen, waar nog geen kerkeraad is, zal middelertijd bij de classe gedaan worden, 't gene anders de kerkeraad naar uitwijzen dezer kerkenordening opgelegd is te doen.

Dit artikel is het laatste dat handelt over de vergadering van de kerkeraad, en wordt nog gevolgd door art. 40, over de diakonale vergadering, als een soort aanhangsel daarbij. Dit artikel houdt in, dat de geestelijke belangen van belijdende leden in plaatsen, waar geen kerkeraad nog is, door de classis worden behartigd, en zij er de zorg over heeft, dat er zodra mogelijk een plaatselijke gemeente komt. De plaatselijke gemeenten hebben wel allereerst de roeping om naburige plaatsen onder haar opzicht te nemen, maar bij de bepaling van de grenzen en de terreinen, zoals die liggen buiten het ressort van de plaatselijke gemeente, treedt ook de classis mede regelend op. Het betreft dus bepaalde gevallen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

32 TOELICHTING op de DORDTSE KERKENORDENING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's