Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ELIA WEDEROM BIDDENDE OF DE KARMEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ELIA WEDEROM BIDDENDE OF DE KARMEL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarna zeide Elia tot Achab: „Trek op, eet en drink, want er is een geruis eens overvloedigen regens. Alzoo toog Achab op om te eten en te drinken. Maar Elia ging op naar de hoogte van Karmel en breidde zich uit, voorwaarts ter aarde; daarna leidde hij zijn aangezicht isasschen zijne knieën, enz.

(I Koningen 18:41—46)

Dan wens ik toch liever mijn leven lang onder dat wolkje te verkeren als dat ik het zonder dat wolkje moest doen. 'k Heb geen verwachting meer van mijzelf en ook geen verwachting buiten dat wolkje. Nu vriend, ik kan wel raden wie of je gezegd heeft dat je dat wolkje maar weg moest werpen. Wie dan? Wel niemand anders dan hij of zij, die grote zaken bespreken, maar er zelf niets van beleefd hebben. Laat ik u gerust stellen. God begint met een klein wolkje en nietj met de volle zaken. En ik heb wel eens gehoord van Gods kinderen die de volle zaken deelachtig waren gewor: den, dat ze nog wel eens j^oers waren op diegenen die onder dat kleine wolkje ver; « keerden. Voor Gods volk is het telkens weer groot als, ze nog eens een wolkje van Gods ontfermende goedheid mogen aan* schouwen. Dan mogen ze weer eens een blijkje zien dat de Heere aan hen denki. Dat Hij hun verzuchtingen toch weer heeft verhoord. Telkens bij vernieuwing ervaren Gods kinderen dat de Heere schept iets uit niets. En dat er niets te zien en te ver* krijgen is zonder de bediening van Gods lieve Geest. Zij zelf kunnen geen wolkjes maken, als wolken van zonden en onge* rechtigheden. Maar wolkjes van genade worden door God zelf voortgebracht. Daar* op hebt ge wel acht te geven; zie een kleine wolk. Daardoor wordt het geloof versterkt len de hope ontvlamt. Elia was uit gebid en uitgeworsteld toen dat wolkje gezien werd. Hij heeft zich door het gebed vrij mogen worstelen. Hij kon opstaan van zijn knieën en zijn' jongen nieuwe bevelen ge* ven, nadat hij het amen des geloofs op zijn gebed had uitgesproken. Elia zeide tot zijn jongen: Ga op, zeg tot Achab: Span aan, en kom af, dat u de regen niet op* houde. Elia in zijn blijdschap denkt het eerst aan Koning' Achab. Hij is wel door Achab uitgescholden voor beroerder Is* raëls, maar nu mag hij Achab de tijding laten brengen dat er op zijn bede redding voor Israël is. Dat er niet maar een geruis van regen is, maar dat de regen nu zeer nabij is. Had EHa eerst aan Achab gezegd: Zo waarachtig als de Heere, de God Is* raëls, leeft, voor wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar mijn woord, 1 Kon. 17:1. Dat heeft Achab moeten ervaren, en nu krijgt hij dq boodschap, dat op het woord van Elia regen zal zijn. Nu de regen er nog niet is wordt aan Achab de regen aan* gekondigd. Dat moet toch wel wat voor Achab geweest zijn, zulk een boodschap te ontvangen. Achab heeft alles meegemaakt in deze jaren. Zal hij voor God ingewon* nen worden door deze boodschap van de komende regen? We weten uit Gods woord dat noch droogte, noch de regen Achabs hart vertederd heeft. Toch krijgt hij de boodschap: Span aan, en kom af, dat u de regen niet ophouden. En het geschiedde ondertussen, dat de Hemel van wolken ien wind zwart werd, en daar kwam een gro* te regen. Elia's woord is bewaarheid ge* worden. En Achab reed weg en toog naar Jizreël, naar des Konings burgt. En aan het slot van deze verzen lezen we: En de hand des Heeren was over Elia, en hij gordde zijne lendenen en liep voor het aan* gezicht Achabs heen, tot waar men te Jiz* reel komt. Opmerkelijk staat er, de hand des Heeren was over Elia. De LIeere gaf Elia buitengewone krachten. De hele dag was Elia al werkzaam geweest, eerst al tegenover de Baaiprofeten en nu weer bid* dende om regen, en dat alles zonder te eten en te drinken. Elia was ook een mens van gelijke beweging als wij allen. Op dien dag waren Elia's krachten ook uitge* put. De Heere strekte echter Zijn hand over Elia uit, zodat hij mocht ervaren: 't Is Israels God die krachten geeft. Van Wien het volk zijn sterkte heeft. Dat iho* gen Gods kinderen en knechten nog wel eens ervaren als ze bovenmate gearbeid hebben en eigen krachten uitgeput zijn, dat de hand des Heeren over hen komt en zij zo gesterkt worden van boven, dat alle moieheid verdwijnt. Ja, het gebeurt wel eens dat Gods knechten oververmoeid naar de preekstoel gaan en dat ze er versterkt van af komen. Nu, als de Hand des Hee* ren over hen is, dan gaat het lopen wel. Dan is er! geen wagen van Achab die hen vooruit gaat. Dan behoeven zij niet Achab achterna te zien, maar dan moet Achab Elia achteraan kijken. Dan mogen ze lo* pen en niet moede worden. Dan mogen ze een blijde gang maken. Dan zijn ze eerder te Jizreël dan Achab. Jizreël betekent. Hij zal door God gezaaid woriden (een talrijke nakomelingschap hebben). Wat een won* derlijke dag is dat toch geweest. Er kwam grote regen. Hier hebben we een kleine afschaduwing van hetgeen op de Pinkster* dag gebeurd is.'

T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 september 1956

De Wachter Sions | 4 Pagina's

ELIA WEDEROM BIDDENDE OF DE KARMEL

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 september 1956

De Wachter Sions | 4 Pagina's