Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DES HEEREN GUNSTRIJKE TOENADERING TOT ZIJN VOLK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DES HEEREN GUNSTRIJKE TOENADERING TOT ZIJN VOLK.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij hebt U genaderd ten dage! als ik U aanriep; Gij hebt gezegd: Vrees niet.

Klaagliederen van Jeremia 3:57.

Wat maakt genade toch klein. Elizabeth, de moeder van Johannes de Doper, riep eens uit, toen Maria, de moeder ides Hee«' ren, tot haar kwam: vanwaar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij jkomt. Maar hoeveel te meer oorzaak heeft een be# genadi, gde ziel dit uit te roepen, waar ze bevindt, dat de Heere Zelf tot haar in# komt! En dat te meer, waar leen, ^arm zon«« daar zich aanmerken moet als een gans onwaardige, aan wien dit Gode naderen uit loutere vrije gunst geschonken wordt; die als een diep ellendige met dat Gode naderen, ter rechter tijd vereerd wordt.

Want dit is wel het wonderbare en aanss biddelijke van 's Heeren vrije handelin»: gen, dat Hij dan bijzonder tot een arme ziel nadert, als deze zich kent in idiepe ellende, in zijn grote afstand van, dq Hee^s re; in zijn diepgaand gebrek en armoede. O, wat wordt het dan een 'wonder, dat de Heere hem nog gedenkt, naar het welben hagen tot Zijn volk en doet onderviiilden, het goede Zijner uitverkorenen. In dattocï* naderen mag de ziel zich kennen, als een, die in de eeuwige liefde aan^geslagen ilis, en waarlijk begenadigd in den Zoon Zijbs Welbehagens. O, wat is dat waarlijk groot, ja hoe groot is de ziel dan beweldadigd als ze met de vangsnoeren van Gods ecus' wige liefde mag getrokken worden, bij, de aanvang of voortgang, om de wonderen Zijner hand te ei-varen.

Daarom is het zo groot en) onverklaar'baar als men mag opmerken, Wie nadert: de Hoge - en de Verhevene, Die niet Jhet minst aan de ziel verschuldigd is; hoe groot, als men beseft, tot wien de Heere gunsfc» irijk .nadert. Het is toch niet anders dan een ^rm en ellendig volk, dat de Heene voor Zich, met betrouwen op Zijn naam, doet overblijven. Een volk, dat Hem steeds zof veel oorzajak geeft, om er Zich van te ont* trekken; ja, Hem zoveel ongelijk doet in het niets=waarderen Zijner weldadigheid. Hoe leert dat volk door ontdekkende ge^s

nade zich als de grootste der zondaren ken# nen, zodat ze wel betuigen bij tijden en ogenblikken, dat de Heere elke dag van; nen af kan, vanwege hare ontrouw. O, , hoe billijk kon de Heere in toom' naderieja; ja„ als een vijand om te vernielen.' O, ' walt is de profeet daarvan doordrongen, dat hij uitroept: het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij nog niet vernield zijn. Wat ^ dat gunstrijk toenaderen tot Zijn volk UM groot, als we daar'bij opmerken wat idit inhoudt, zo ten opzichte van Godsi daden als ten opzichte van de wijze waarop ? ulks geschied.

De Heere nadert tot de ziell'iii'gumt, om daar bijzonder Zijln dierbare nabijheid te verlenen; wil zich dan kennelijk ontdekken aan de ziel en komt dezelve krachtdadig aan het hart te verlevendigen. Vertegen^ woordigt Zichzelf aan de ziel in die aange* name en zielstrelende gewaarwordingen. Hoe zoet en zalig is de Heere dan voor een 2iel die Hem verwacht, ten tijde der be* nauwdheid. Dan wondt het zielservaring Wie de Heere is en wat Hij doet aan dien, die op Hem wacht. D'an verschijnt de Heere tot hunlieder vreugde en brengt mee wat ze van node hebben, Ipaar de be« hoefte des harten, gewerkt door den' Heii* ligen Geest. Dan worden de nevelen ops^ klaard en verschijnt zodanig met het licht van Zijn vriendehjk aangezicht over de ziel, dat ze met de beweldadigde kerk instemt: Gij ontmoet de vrolijke en die gerechtig* heid doet; degenen die Uwer gedenjken op Uwe wegen. Ziet, Gij waart verboL* gen, omdat wij gezondigd hadden; in de* zelve is de eeuwigheid, opdat we behou* den zouden worden.

Waar de Heere nadert tot de ziel in gunst, daar geeft Hij veel 'gevoel en bevinding van ^jn ontfermende liefde, en het genot Zijner Goddelijke verstroostingen en Va* derlijke goedgunstigheid, zodat het gemoed tot ruimte komt en itot een aanigenamd vrede. Hoe duidelijk is dat bij Hiskia waar te nemen, als hij uitro-ept: Heere, ' bij deze dingen leeft men en in alle dezen is het leven van mijn geest. O, waimeer de Heere nadert tot de ziel, dan mag , 'ze met Paulus ervaren: Mijn genade is u genoeg len mijln kracht v/orde in zwakÜ-.eid volbracht.

Waar de Heere nadert, tot de ziel in gun* ste, neemt Hij weg alle drukkende bekom* meringen en zielknellende zwarigheden. Welk een Goddelijke onderschraging, die gepaard gaat met liefelijke ohdersteunin* gen en gepaste voorkomingen van 's Hee* ren trouwe mag de ziel dan ontmoeten- Hoe goed is dan ide Heene, ja Hij is ter sterkte in de dag der benauwdheid.

A.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1957

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DES HEEREN GUNSTRIJKE TOENADERING TOT ZIJN VOLK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1957

De Wachter Sions | 4 Pagina's